zondag 31 mei 2020

Ja! Ja! Ja!

Ooit stelde ik jaar na jaar aan de vormelingen de vraag: "Als op het moment van het vormsel de Geest komt, gaat Hij dan meteen, in één ondeelbaar ogenblik naar het allerdiepste van de mens?" Ik stelde de vraag nadat ik op hun lievelingssteen wat olie had gedrupt en hen uitlegde dat die olie de kern van die steen zou raken, maar dat daar toch wel heel wat tijd zou overgaan. De vormelingen kwamen er dan ook toe te zeggen dat de Geest wel wat tijd nam en de mens geleidelijk, stapje voor stapje dieper binnen raakt. Ik vroeg dan vervolgens hoe lang de Geest daar dan juist over deed, op welk ogenblik Hij de allerdiepste binnenkant zou bereikt hebben. Dan aarzelden ze meestal even, maar gewoonlijk kwamen ze ertoe te besluiten dat de Geest daar heel ons leven voor zou nemen en dat Hij ons, tot onze allerlaatste dag, telkens meer zou doordringen en bezielen. Tenslotte vroeg ik hen dan of iemand de Geest dan nog ooit zou kunnen tegenhouden. Het beeld van de olie op de steen was nu een beetje tricky, want gewoonlijk kreeg ik als antwoord dat dit niet was. Maar anders dan de steen, die geen kracht heeft van zichzelf, kunnen wij dat wel. Het volstaat van op een bepaald moment "nee" te zeggen en de Geest - discreet en respectvol als God altijd is - blijft staan en wacht geduldig, misschien wel vele jaren, tot er een moment komt - als het komt - waarop we opnieuw "ja" zeggen, en dan komt Hij weer verder.
Ik moet daar regelmatig aan denken. Ik gebruikte dit beeld niet alleen voor de kinderen, ik gebruikte het ook voor mezelf. Laat mij dan gewijd zijn en gevormd en gedoopt en laat het dan zo zijn dat Gods Geest bij elk van die momenten over mij gekomen is, met alle innerlijke weerstanden die ik heb - en waarvan er nog regelmatig bijkrijg - moet de Geest zeker zijn werk hebben om mijn diepste innerlijk te bereiken. En altijd weer is er de vraag: "Wil je het nog wel?" en telkens (soms aarzelend) is mijn antwoord "Ja!".
Het is Pinksteren. Dat de Geest over ons allen kome en dat Hij ons nieuw make! Ja! Ja! Ja!

Tony, pastor


Godly Play verhaal: Het mysterie van Pinksteren



Hoe je verder met dit verhaal kunt werken vind je hier.

Pinkstervruchten

In zijn eerste oorsprong was het Joodse Pinksterfeest een dankfeest voor de eerste oogst.
Ook wij christenen zeggen op Pinksteren dank voor de vruchten van de oogst. Want “de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en zelfbeheersing” (Galaten 5,22). Gedurende de negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren hebben we kunnen bidden dat de heilige Geest die vruchten in ons doet groeien. Hopelijk hebben we al wat goede vruchten kunnen binnenhalen. Hopelijk zijn we al wat gegroeid in liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en zelfbeheersing… Hopelijk blijven ze ook verder groeien in ons en leveren ze een goede oogst op, het hele jaar door, een leven lang. Daarvoor vragen we de groeikracht van God, de heilige Geest, op deze Pinksterdag en alle dagen.
In onze zangbundel ‘Zingt Jubilate’ staat een mooi lied dat het leven met de vruchten van de Geest beschrijft: lied 431. De bekende Nederlandse dichter Willem Barnard heeft niet alleen vers 22 uit het vijfde hoofdstuk van de Galatenbrief op rijm gezet, maar ook de verzen die erop volgen: verzen 23 tot 26, die uitleggen waarvoor de vruchten van de Geest dienen.

De eerste strofe beschrijft een aantal van die vruchten:
“Wat zijn de goede vruchten, die groeien aan de Geest?
de liefde en de vreugde, de vrede allermeest,
geduld om te verdragen, en goedertierenheid,
geloof om veel te vragen, te vragen honderd uit;”


De tweede strofe gaat verder over het geloof, vanuit vers 23, dat het heeft over de tegenstelling tussen geloof en wet: geloven is niet op de eerste plaats je houden aan de regels, maar ‘leven uit genade’, geloven is niet leven in een keurslijf, maar leven uit Gods overvloed en van die overvloed delen met anderen:
“geloof om veel te geven, te geven honderd in,
wij zullen leren leven van de verwondering:
dit leven, deze aarde, de adem in en uit,
het is van Gods genade en zijn lankmoedigheid”.


De derde strofe heeft het over vers 25: wat is nu leven door de Geest en volgens de Geest?
“En wie zijn ziel niet prijsgeeft maar vasthoudt tot het eind,
Wie zijn bestaan niet kruisigt, hoezeer hij levend schijnt,
hij gaat voorgoed verloren, het leven dat hij koos,
is tevergeefs geboren en eindigt vruchteloos”.


Zoals de vruchten van een boom of een plant moeten geplukt worden om te worden opgegeten, zo dienen de vruchten van de Geest in ons om onszelf en anderen te voeden, smaak te geven in het leven. Maar om die vruchten te kunnen opleveren, moeten we als takken geënt zijn op de levensboom: Christus. Met Hem verbonden leven, dus. En zinloze, ‘vruchtenloze’ dromen en fantasieën opgeven om de uiteindelijke, vruchtbare werkelijkheid te vinden: leven is geven. Zo horen we in de vierde strofe.
“Maar wie zich door de hemel laat helpen uit de droom,
die vindt de boom des levens, de Messiaanse boom
en als hij zich laat enten hier in dit aardse dal,
dan rijpt hij in de lente tot hij vruchtdragen zal!”

Zalig en vruchtbaar Pinksterfeest!

Pastor Benno.

U kunt dit lied beluisteren op de melodie van Willem Vogel.

zaterdag 30 mei 2020

Een kind zag het (vervolg)

Dat ik duidelijk niet mee ben, bewijst deze link, waarvoor dank aan An!

Er blijken alternatieven, zie deze link.

En wat te denken van onderstaande foto?


Met dank aan Kameleon basisschool, Haren

Kerkhonger (vervolg)



ook in de Kerk van Sint Jozef werden de stoelen klaargezet volgens de normen, zoals we die tot nu kennen, om opnieuw te kunnen vieren zodra dat zal toegelaten zijn. Bedoeling is dat op elk groepje stoelen telkens één persoon plaatsneemt en als er een koppel plaatsneemt op hetzelfde groepje, moeten er elders drie stoelen vrij blijven. Het zal wennen zijn. Maar het zal ons opnieuw kans geven om thuis te komen.
 
 

Oproep buitenland

Het is zeker waar dat het internet vele grenzen doet vervagen en in die zin, hier en daar, een beetje Pinksteren mee mogelijk maakt. Zo nam ik de tijd om eens in de statistieken van deze blog te gaan kijken, die niet alleen zichtbaar maakt hoe vaak een bijdrage wordt gelezen, maar ook wat de nationaliteit is van degenen die komen. Nu zal het u wel niet verbazen dat er onder de bijna tienduizend raadplegingen (sinds half maart) er ongeveer negentig percent uit België komen. Er komen er dus ook een tiende uit het buitenland. Ik lees in de lijst: vier percent Duitsers, twee percent mensen uit de VS, enkele tientallen lezers uit Turkije, Roemenië, Denemarken, Nederland en Finland en dan nog enkele mensen uit Zuid-Korea en Oekraïne... Ik ben verbluft als ik dat zie. Dat er 'per ongeluk' eens een verre surfer op een website komt, die even snel weer vertrekt als hij aankomt, kan ik goed begrijpen. Maar ik kan me moeilijker voorstellen dat als er tientallen of honderden mensen uit één bepaald land komen kijken, dat dat dan nog steeds toeval zou zijn. Ik vraag me af of er in die landen dan toch niemand is die echt met een zekere systematiek komt kijken en dus voldoende Nederlands verstaat om dit hier te volgen.

Ik wil graag deze oproep doen: woont (of verblijft) u buiten België en bent u een occasionele of regelmatige lezer van deze blog, stuurt u ons dan een mailtje? Als u dat wil, zetten we er een woordje van op onze blog. Is het geen mooi teken van Pinksteren dat zelfs in Coronatijden landsgrenzen eigenlijk relatief geworden zijn? We zijn immers alle zusters en broeders van elkaar...


Tony, pastor





Pinksteren: het hoogfeest van Gods ‘social distancing’

Er is iets vreemds aan de hand met onze God. Eerst wil hij ons zo tastbaar mogelijk nabij komen. Dat deed hij in Jezus. In Hem werd God als het ware ‘aanraakbaar’. Dichter dan dit kwam geen God ooit. Hij werd één van ons. Maar vorige week vierden we Hemelvaart. Daar zagen we dat die concrete nabijheid voorgoed over was. Jezus keerde terug naar zijn Vader. En daar stonden de leerlingen dan, eenzaam en verweesd achtergelaten. En wij samen met hen. Je zou je dus kunnen afvragen: wat een rare God is dat. Het ene moment wil hij niets liever dan tastbaar nabij komen, het andere moment is hij weer weg en is de afstand groter dan ooit, omdat we juist hebben mogen proeven van die nabijheid, die naar meer smaakte. Maar misschien was het wel nodig dat die nabijheid weer losgelaten werd door God, opdat iets nieuws in de plaats zou kunnen komen. Want God laat zijn mensen niet in de steek! Hij staat hen bij op een andere manier, met zijn Geest. En die Geest is weliswaar minder concreet, minder tastbaar als de lijfelijke nabijheid van Jezus, maar de Geest is daarom niet minder krachtdadig. Integendeel zelfs! Je ziet het aan de leerlingen van Jezus. Toen ze met Jezus optrokken, toen God dus lijfelijk bij hen was, ging er van die leerlingen niet zoveel uit. Ze liepen vooral mee met Jezus, vaak alles niet zo goed begrijpend. Maar eenmaal ze zich bewust werden van Gods nieuwe aanwezigheid, een aanwezigheid die minder lijfelijk was, maar de aanwezigheid van Zijn Geest in hen, waren ze plots tot veel meer in staat. Ze begonnen te prediken, te genezen, richtten kerkgemeenschappen op, … Blijkbaar is die nieuwe vorm van aanwezigheid veel werkdadiger en krachtiger. Om het op de tijd van vandaag toe te passen: met Pinksteren mogen en kunnen we God niet meer lijfelijk vastpakken, maar geldt er in zekere zin ook een vorm van ‘social distancing’. Maar deze social distancing is blijkbaar broodnodig voor Hem om ons nog veel meer nabij te zijn dan ooit. Hij is plots in ons en bezielt ons met zijn Geest. En dit moet ons in staat stellen om, net als de eerste leerlingen, ongeziene dingen te doen!

Pastor Gino

Pinkstervoveen zaterdag 30 mei: op de negende dag bidden we om de vrucht van de zelfbeheersing

Kom, heilige Geest van God, geef mij de moed tot zelfbeheersing.
Zoveel passies, zoveel emoties kunnen mij beheersen,
zoveel is er dat mij van mijn stuk kan brengen. 
Zoveel is er waardoor ik me zou kunnen laten gaan, 
mezelf zou kunnen vergeten, mezelf zou kunnen verliezen.
Zoveel kleine en grote verslavingkjes willen de baas over mij spelen.
En nogal eens “doe ik niet het goede dat ik wil, 
maar het kwade dat ik niet wil” (Rom 7,19).
Kom, heilige Geest, maak mij vrij. 
Help mij om het goede, dat Gij in mij hebt gelegd, ruim baan te geven. 
Werk in mij. Leef in mij. Heers in mij. Leid mij. 
Houd mijn leven in de hand. 
Geef mij de moed om met u mee te werken. 
Geef mij innerlijk evenwicht. 
Leer mij vlug zijn om te luisteren, langzaam om te spreken (Jak 1,19).
Help mij om mijn “geloof te voeden met deugd, de deugd met kennis, 
de kennis met zelfbeheersing, de zelfbeheersing met standvastigheid,
de standvastigheid met godsvrucht, de godsvrucht met broeder- en zusterliefde,
de broederlijke en zusterlijke genegenheid met liefde voor allen” (2 Petrus 1,5-7).
Kom, heilige Geest van God, maak mij geest-driftig,
maar laat niet de driften in mij heersen. Geef mij de moed tot zelfbeheersing.
Kom, heilige Geest, vervul de harten van al uw gelovigen.
Ontsteek in ons het vuur van uw liefde,
op dit Pinksterfeest en in de tijd die komt en altijd weer. Amen.

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij ons geeft.

Doe ons de Vader en de Zoon
aanschouwen in de hoge troon,
o Geest van beiden uitgegaan,
wij bidden U gelovig aan. Amen. 

Zingt Jubilate 409

Pastor Benno


vrijdag 29 mei 2020

Kerkhonger

Ik was gisteren in de kerk van Haren. Het was ongeveer twaalf weken geleden. Het deed mij iets: op het prikbord hingen de affiches voor Broederlijk Delen (de vasten was twee zondagen ver toen we de kerk sloten): de tijd heeft binnen stilgestaan.
De reden van mijn kerkbezoek had te maken met een aangekondigde heropening. We weten nog altijd niet wanneer we opnieuw Eucharistie mogen vieren, maar men gaat ervan uit dat het nu toch wel binnenkort zal kunnen (nog niet op Pinksteren, dat staat vast). De richtlijnen die moeten gerespecteerd worden voor het nieuwe kerkbezoek, zijn nog niet bekend. Wat we wel weten zal u niet verbazen: we moeten afstand houden, elk zal de handen moeten ontsmetten bij het binnenkomen enzovoort. Wat die afstand betreft: het is niet duidelijk wat dat juist zal zijn. Er is sprake van 4 m² per stoel, maar in een Brugs document was sprake van 10 m² per stoel (dat zou betekenen dat er in een hele kerk maar goed twintig à dertig personen mogen plaats nemen, en bovendien dat ze erg verspreid moeten zitten in de kerk. Dat is dan een wel ongelukkig beeld voor Pinksteren: de leerlingen gingen na het feest immers uit elkaar en verspreiden zich over alle streken van de wereld.)
De reden voor mijn aanwezigheid in de kerk lag alleszins daar: al even nadenken hoe we dat allemaal kunnen realiseren: wat met al de stoelen die er te veel zijn en diens meer.
Ik stond dus even naar de affiche van Broederlijk Delen te kijken en dat deed mij iets. Maar tegelijk kwam het besef dat "Kerk zijn" niet betekent om te kijken (met melancholie) naar het verleden, maar (met kordaatheid) naar de toekomst, al kondigt die zich misschien niet eenvoudig aan. Dat is precies wat Pinksteren ons wil laten doen.
Geboren worden heeft altijd iets van "verscheurdheid" en hunker naar verloren geborgenheid. Maar het is de enige weg om mens te worden. Laat Pinksteren ons maar opnieuw als christen geboren worden!

Tony, pastor




Pinksternoveen vrijdag 29 mei: op de achtste dag bidden we om de vrucht van de zachtheid.

Kom, heilige Geest van God, laat uw zachtheid in ons groeien.
Maak ons zacht van gemoed, zoals Jezus die ons gezegd heeft:
“Leer van Mij, Ik ben zachtmoedig en nederig van hart” (Mt 11,29).
Heilige Geest, breng ons te binnen en leer ons begrijpen wat Jezus ons wil leren.
Doe ons hart en ons gemoed meer en meer lijken op dat van Jezus.
Maak ons hart open voor de liefde van zijn hart.
Laat zijn zachtheid ons raken, ons ontroeren,
ons innerlijk omvormen -omwentelen- ons nieuw maken.
Ja, heilige Geest, vernieuw ons hart.
“Kom, wees in de harten licht, neem de harten voor U in, koester het verkilde hart” (pinkstersequentie).
En laat Jezus’ zaligspreking ook in ons werkelijkheid worden:
“Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten” (Mt 5,5)
Maak ons hart klaar om binnen te gaan in Jezus’ Beloofde Land,
in de nieuwe tijd, in het Rijk van God.
En geef ons de zachte moed om Jezus te volgen en van Hem te getuigen,
“terwijl we in ons hart Christus heiligen als de Heer
en bereid zijn tot verantwoording van de hoop die in ons leeft,
ons verdedigend met zachtmoedigheid en gepaste eerbied” (1 Petrus 3, 15-16).
Kom, heilige Geest van God, maak ons zacht in onze geest-drift.
Laat uw zachtheid in ons groeien.

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.

Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij ons geeft.

Zingt Jubilate 409

Pastor Benno



donderdag 28 mei 2020

Een kind zag het

Ik moest gisteren de deur uit voor een boodschap in een nabije winkel, en ik had mijn (nieuwe Everse) mondmasker op - toegegeven, nog wat onwennig, maar het is nu het nieuwe normaal en als ik anderen zo kan beschermen, wil ik dat echt wel doen. Enkele huizen verder ging een deur open en een moeder met een nog jonge kleuter kwam naar buiten. Ik moet bekennen dat ik mij tegenover deze kleine gegeneerd voelde: ziet iemand met zo'n mondmasker er niet een beetje uit zoals in een boze kinderdroom? (Van de Amerikaanse president hoorde ik onlangs zeggen dat hij nu een masker draagt omdat dat volgens zijn deskundigen de enige wijze is om er iets vriendelijker uit te zien. Maar dit zal wel thuishoren in het register van de gemene mopjes.) Ik wou even naar het kind glimlachen, om duidelijk te maken dat er zeker niets te vrezen was, maar dan besefte ik dat dat weinig helpt met zo'n masker: je ziet iemands mond immers niet... Ik keek dan maar enigszins de andere kant op, om het kind niet te laten schrikken. (s'Avonds hoorde ik dat de leerkrachten in de binnenkort te heropenen kleuterklassen geen mondmasker hoeven te dragen omwille van de kinderen, al zullen dezen nu wel meer gewoon geworden zijn aan dat zicht: op mijn wekelijkse fietstocht zondag zag ik zelfs ergens een teddybeer met een mondmasker). Verder stappende vroeg ik me nog af waarom er nog niemand een doorzichtig mondmasker heeft uitgevonden, waardoor je nog altijd zou kunnen glimlachen. Dàt zou pas wat zijn...
Ik heb er nooit bij stilgestaan wat er het belang van is om iemands gezicht te kunnen zien en evenmin hoe belangrijk het is om naar iemand te kunnen glimlachen. In de stad, waar iedereen gehaast is en elk op zijn eigen eiland naast alle anderen lijkt te leven, schijnt dat nergens meer toe te doen. Maar kunnen tonen wie je bent... als deze gemaskerde tijd ooit weer voorbij zal zijn - en dus ook op dat punt het Pinksteren zal gekomen zijn dat ons uit ons kot doet gaan - zal ik toch echt opgelucht naar mensen glimlachen. Van Jezus denk ik nu dat Hij veel moet geglimlacht hebben...

Tony, pastor


Tijd om de doden te gedenken

Gisteren las ik dat Spanje 10 dagen van nationale rouw heeft afgekondigd voor de slachtoffers van het coronavirus. In Spanje zijn meer dan 27.000 mensen bezweken aan de gevolgen van het virus. De rouwperiode ging gisteren in om 12 uur in met een minuut stilte. Ik was er blij en dankbaar om. Want als er mij nu iets heeft geërgerd tijdens de afgelopen maanden, dan is het de anonimiteit van de vele overleden slachtoffers bij ons. Natuurlijk heeft dit te maken met de privacy, maar misschien ook wel met onze angst voor de dood en alles wat daaromheen hangt? De gezichten van de vele dodelijke slachtoffers bleven verborgen achter de cijfers. Het werd een ramp van het getal. Maar het ging wel steeds om concrete mensen, met een naam en een gezicht. In ons land tot nu toe om 9364 namen, telkens vaders, moeders, zonen, broers, zussen, vrienden en vriendinnen, die misschien enkele dagen tevoren een heel normaal leven leidden. Wie het waren weten we niet, tenzij we er zelf in onze eigen familie of vriendenkring mee geconfronteerd werden. Maar doordat we hun namen niet kenden, bleef het toch steeds iets veraf, niet bij mij. Ik herinner me nog heel goed hoe heel anders dit was op de Britse televisiezender BBC. Daar werden dagelijks de foto’s getoond van de overledenen. Zo werden ze tastbaar, mensen van vlees en bloed en van allerlei slag, zonder onderscheid van leeftijd, kleur, of wat dan ook. Het was telkens een diep intens moment van verstilling, die diepe indruk maakte, en waardoor de ernst van wat er aan de hand was pas echt tot je doordrong. Bij ons kregen we enkel cijfers, en vlug werd overgegaan naar de zogezegd meer prangende zaken: de mondmaskers, de tweede verblijvers, het al dan niet heropstarten van zovele zaken, … Coronapatiënten stierven en sterven nog steeds in grenzeloze anonimiteit. Maar zo wordt voorbijgegaan aan de pijn en het verdriet van zovelen. Want hoe erg moet het niet zijn om eenzaam te moeten sterven in een ziekenhuis, zonder je geliefden om je heen. Hoe verscheurend moet het zijn voor diegenen die achterblijven? En hoe kan je rouwen als je mekaar niet eens kan vastpakken om te troosten? Het zal voor velen een levenslang trauma blijven. Misschien is dat wel het grootste drama geweest dat we de afgelopen weken hebben meegemaakt. Het bleef echter veilig verscholen achter de cijfertjes. Daarom is het goed dat er in Spanje nu echt tijd wordt gemaakt hiervoor, en uitgebreid, niet eventjes een dag, om daarna weer over te gaan naar de orde van de dag, maar tien volle dagen. Het is haast Bijbels. De zonen van Jakob rouwden bijvoorbeeld zeven dagen lang voor hun overleden vader (Genesis 50, 10). Ik hoop dat we ook bij ons, zowel in onze samenleving als in onze Kerk, de nodige tijd uittrekken om te rouwen en onze geliefde doden te gedenken. En laten we op al die anonieme kruisen hun foto’s plakken. Want ze zijn meer dan louter cijfers. Het gaat om telkens iemands vader of moeder, telkens iemands partner, telkens iemands vriend. 

 

Pastor Gino



Pinksternoveen donderdag 28 mei: op de zevende dag bidden we om de vrucht van de trouw.

Kom, heilige Geest van God, laat onze trouw spreken van Gods trouw jegens ons. 
Want de trouw van de Heer houdt stand in eeuwigheid (ps 116).
En als wij ontrouw zijn, blijft Hij trouw (2 Tim 2,13).
Hij laat ons niet los. Hij laat ons nooit in de steek. 
Heilige Geest van God, 
help ons, inspireer ons  om trouw te blijven 
aan het geloof in de Vader, die ons draagt;
in de Zoon die ons de Vader heeft doen kennen
en met ons door het leven gaat,
in U, die ons troost en leidt. 
Sterk ook onze trouw aan mensen,
geef ons de kracht om betrouwbaar te zijn,
om mensen te zijn op wie anderen kunnen bouwen,
om geloofwaardige mensen te zijn.
Laat onze trouw en betrouwbaarheid, onze geloofwaardigheid,
mensen brengen tot geloof in de getrouwe God. 
Maak ons tot geest-driftige en trouwe geloofsgetuigen.
Kom, heilige Geest, laat onze trouw spreken van Gods trouw aan mensen. 

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.

Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij ons geeft.

Zingt Jubilate 409

Pastor Benno



woensdag 27 mei 2020

Geknipte haren

Ooit las ik een cursiefje met de titel: "Verjaren is je haren laten knippen". Ik zal er maar meteen bij zeggen dat ik er geen flauw idee meer van heb waarom dat verband gelegd werd; ik herinner mij dat ik het toen wat raar vond en dat dit, na de lectuur, eigenlijk niet veranderde.
Op het punt van geknipte haren, ben ik ben nu alvast een ervaringsdeskundige want... ik ben gisteren bij de kapper geraakt (ik gebruik de gelegenheid om via deze weg allen te danken die zo fijngevoelig waren om niet te veel reactie te geven op mijn warhoofd, in het bijzonder de deelnemers aan het wekelijkse videogebed) en loop nu rond met een fris gevoel. Om alles te zeggen (op het gevaar af voor "wat raar" versleten te worden...), ik had mezelf twee weken geleden twee doelen gesteld: het gras in de tuin maaien en een kappersbezoek, beide hoog nodig, beide nu gerealiseerd. Er lijkt immers een soort verband tussen de twee (dat verder gaat dan dat in het Frans voor beide "une tondeuze" gebruikt wordt): het resultaat oogt is in de beide gevallen fris. Geeft de lange groei een belegen indruk, wat afgeleefd, het geknipte is als een prille ochtend, nog vol van mogelijkheden.
Eigenlijk kan je het wel gebruiken als een beeld voor deze "kom uit uw kot"fase: het leven herbegint, als was het een beetje opnieuw geboren worden - de "uit uw kot"-ervaring bij uitstek. Zo gezien is de link tussen verjaren en haar knippen misschien toch nog niet zo raar.
Oh ja: er is een kerkelijk feest met een groot "uit je kot" gehalte: Pinksteren. Dat is het moment waarop de leerlingen uit hun angstige beslotenheid kwamen om met enthousiasme de wereld in te gaan. Het is dat moment dat wordt aangeduid als de geboorte van de Kerk - op Pinksteren is onze Kerk jarig!

Tony, pastor


Pinksternoveen woensdag 27 mei: Op de zesde dag bidden we om de vrucht van de goedheid.

Kom, heilige Geest, help ons om te getuigen van Gods goedheid.
Geef ons de kracht om te leven en te handelen als kinderen van Hem
die “ook goed is voor ondankbaren en slechten” (Lc 6,35).
Inspireer ons tot gulheid zonder maat voor wie ons nodig hebben,
ook als we weten dat we niets terug gaan krijgen. 
Help ons om steeds weer vergeving te schenken aan wie het ons moeilijk maken.
Geef ons de moed om de eerste stap te zetten bij conflicten,
ook als dit belachelijk lijkt, in onze eigen ogen of in die van anderen.
Sterk ons om barmhartig te zijn zoals de Vader barmhartig is,
om niet te oordelen en niet te veroordelen,
om anderen vrij te spreken en vrij te maken
en zo zelf ook vrij en vrijgesproken te worden.
Maak ons grootmoedig en ruimhartig
zodat mensen in ons iets aanvoelen van de goedheid van de Vader
die de zon laat opgaan voor slechten en goeden
en die het laat regenen voor rechtvaardigen en onrechtvaardigen (Mt 5,45).
Maak ons meer en meer bewust van Gods goedheid jegens ons, mensen.
Kom, heilige Geest, maak ons tot geest-driftige getuigen van die goedheid.

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Gij schenkt uw gaven zevenvoud,
o hand die God ten zegen houdt,
o taal waarin wij God verstaan,
wij heffen onze lofzang aan.

Verlos ons als de vijand woedt,
geef ons de vrede weer voorgoed.
Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad,
geen ongeval ons leven schaadt.

Zingt Jubilate 409

Pastor Benno


dinsdag 26 mei 2020

Overvloed

De coronacrisis is nog lang niet achter de rug, of we krijgen al de tekenen van een nieuw mondiaal probleem: waterschaarste. Onze streken worden meer en meer door droogte geteisterd, waardoor de overvloed van zoet water, die we hier altijd hebben gekend, plots niet meer vanzelfsprekend is. De ene crisis volgt de andere op. Je zou er moedeloos van worden...het lijkt alsof het volmaakt gelukt eindeloos ver achter ons ligt.
Er zit natuurlijk ironie in deze uitspraak: er is nooit een tijd geweest van "volmaakt geluk", waarin alles perfect liep en we niet - individueel of collectief - met ernstige problemen zaten. Het is misschien een vorm van "mind set" - "ingesteldheid", die erin bestaat dat we veel meer kijken naar wat we niet hebben, dan naar al het andere. Een maand geleden leefden moesten we nog in ons kot blijven... sindsdien mogen meer mensen gaan werken, zijn de winkels weer open, kunnen al vele kinderen naar school, onze bubbel is vergroot en we hebben vooruitzicht op nog meer versoepeling. Maar het lijkt wel alsof we daar een blinde vlek voor hebben en we vooral zien wat nog niet is: nog geen horeca, geen buitenland, zoveel kinderen die nog niet naar school kunnen. Zo lijkt het wel alsof we ons eigen geluk in de weg staan...
Ik kijk naar enkele Congolese vrienden en het treft mij dat ik eigenlijk niemand ken die vrolijker is dan zij. Ze komen uit een omgeving van schaarste, waar wij geen idee meer van hebben. Zou het dàt zijn? Is het de rijkdom, die vooral doet kijken naar wat we niet hebben en staat onze overvloed dus ons geluksgevoel in de weg?
Het is een kwestie van "mind set" - van "geestesgesteldheid" eigenlijk. Zou het geen genade zijn om door een nieuwe Geest te worden geraakt

Tony, pastor

© Katholiek Nieuwsblad 

Pinksternoveen dinsdag 26 mei: op de vijfde dag bidden we om de vrucht van de vriendelijkheid.


Kom, heilige Geest van God,

laat onze vriendelijkheid een spiegel van Gods mensenliefde zijn.
Doe ons inzien hoe God in Jezus de eerste stap naar ons, mensen, heeft gezet.
Doe ons beseffen hoe God  ‘vriend van de mensen’ is
en met barmhartigheid en mildheid naar ons kijkt,
steeds bereid om het goede in ons te zien en ons nieuwe kansen te geven. 
Geef ons de kracht en de vindingrijkheid
om zo ook naar onze medemensen te gaan,
de eerste stap te zetten,
het goede in de ander te zien
en onze welwillendheid te tonen.
Laat mensen in onze glimlach iets van Gods glimlach aanvoelen,
in onze warmharigheid iets van Gods warmhartigheid.
Laat mensen in onze goede wil iets van Gods welwillendheid aanvoelen.
Laat onze openheid, onze toeschietelijkheid, onze hulpvaardigheid
een teken van Gods genegenheid voor mensen zijn.
Laat onze vriendelijkheid aanstekelijk zijn.
Maak onze vriendelijkheid geest-driftig.
Kom, heilige Geest van God,
laat onze vriendelijkheid een spiegel van Gods mensenliefde zijn.

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.

Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij ons geeft.                                

Zingt Jubilate 409


Pastor Benno


maandag 25 mei 2020

Een gezonde geest in een gezond lichaam

Het is misschien maar een indruk, maar bij mijn dagelijkse lectuur van het hoofdartikel van de krant treft mij hoe de toon ervan evolueerde in covid tijd. Bij de uitbraak was het allemaal veel minder kritisch dan voorheen en soms zelf geëngageerd: 'we moeten nu alles doen om het virus te verslaan'. De toonaard van daarvoor is nu weer helemaal terug. Nu gaat het weer uitsluitend over alles wat fout loopt, met af en toe een nuance van waardering.
Dat journalistiek kritisch is, is haar taak; het geeft haar haar ondersteunende rol van de democratie. Maar zou ik nu de enige zijn die af en toe de indruk heeft dat het soms 'kritiek om de kritiek' is, wat spijkers op laag water? Het lijkt tot de stelregels te behoren dat waarderende berichtgeving veel minder aandacht hoort te krijgen dan degene die fouten aan het licht brengt. (Sommigen zullen zeggen dat slecht nieuws beter verkoopt, maar de kritische zin diende toch niet de verkoop, maar wel de democratie?)
Op het gevaar af voor naïef door te gaan: zelf vond ik dat engagerende - laat ons er samen iets van maken - toch niet zo slecht. Het was evenmin blind voor wat er verkeerd liep, maar het leek wel uit te gaan van een project. Dat laatste is weer weg. 'Wie of wat zou er vandaag aan de schandpaal moeten?' lijkt opnieuw het uitgangspunt van de schrijver. Je zou er haast door vergeten dat we nog altijd bij de pakweg tien beste landen ter wereld horen om in te wonen...
Op sommige momenten lees ik dan onderzoeken waaruit blijkt dat het vertrouwen van landgenoten in alle mogelijke instanties, overheden, politiek... nog nooit zo laag was. Of ik lees dat mensen bij hun politieke keuze gedreven worden door cynisme. Tja... wie zou bij zoveel exclusieve aandacht bij alles wat fout loopt, op de duur zijn vertrouwen niet verliezen en wat cynisch worden? Welke geest is sterk genoeg om die dagelijkse dosis "andermans fouten" te neutraliseren en toch te blijven zoeken naar "laten we vooruit gaan"? Zou dat misschien ook één van de vruchten van de Geest zijn, waar we het komende zondag mogen over hebben?

Tony, pastor



Pinksterblog, maandag 25 mei: op de vierde dag bidden we om de vrucht van het geduld.


Kom, heilige Geest van God, geef ons de kracht om geduld te hebben.

Doe ons inzien hoeveel geduld God met ons, mensen, heeft.
Doe ons begrijpen hoezeer God ons de tijd en de kans geeft
om te groeien, om te veranderen, om ons leven beter te maken, om ons te bekeren.
Geef ons geduld tot de wederkomst van de Heer Jezus,
Leer ons wachten, zoals de boer die uitziet naar de vrucht van zijn land
en wacht tot de regens zijn gevallen en alles is volgroeid.
Geef ons moed en volharding in het goede voor de tijd die ons gegeven is.
Geef ons kracht om te verdragen wat moeilijk is,
volharding als de twijfel aan ons vreet,
uithoudingsvermogen wanneer de zwaarte des levens op ons drukt
of het lijden ons treft.
Geef ons lank-moedigheid: help ons om lang moedig te zijn.
Geef ons geduld met onszelf en geduld met elkaar,
met onze wereld en met ons samenleven.
Geef ons geduld om veel te dragen en  te ver-dragen: ver te dragen.
Doe ons inzien dat Gij ons draagt tot alles is voldragen.
Doe ons het goede zien, doe ons toekomst zien.
Maak ons geest-driftig en geduldig.
Kom, heilige Geest van God, geef ons de kracht om geduld te hebben.

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij ons geeft.

Doe ons de Vader en de Zoon
aanschouwen in de hoge troon,
o Geest van beiden uitgegaan,
wij bidden U gelovig aan.                   

Zingt Jubilate 409


Pastor Benno


zondag 24 mei 2020

In alle talen

Anders dan het verhaal van Babel, waar mensen voorheen dezelfde taal spraken en elkaar vervolgens niet langer verstonden, is Pinksteren het verhaal waar mensen voorheen verschillende talen spreken en vervolgens elkaar wél verstaan. Tegenover de Babelse spraakverwarring, staat het talenwonder van Pinksteren.
Is Pinksteren in die zin een verhaal voor taalkundigen, voor taalpedagogen, of de ingenieurs van Google of Deepl translate misschien, die zich de vraag kunnen stellen hoe mensen in geen tijd talloze nieuwe talen onder de knie krijgen? Ik denk dat er meer aan de hand is.
Elkaar begrijpen - of niet begrijpen - heeft niet alleen te maken met taal, maar meer nog met de mens die de taal spreekt. Als ik morgen iemand zou ontmoeten, die een taal spreekt, waar ik nog nooit van heb gehoord, die mij wil duidelijk maken dat hij honger heeft of - in een heel ander register - gelukkig is, hoeveel (hoe weinig!) woorden zou hij nodig hebben om dat te doen?
Het is maar als er menselijk opzicht in het spel komt, gevoelens van inferioriteit of superioriteit, of rivaliteit allerhande dat het onmogelijk wordt om elkaar te verstaan, en dat zelfs als allen dezelfde taal spreken. Meer dan mijn talenkennis, is het "mijn geest" die maakt hoeveel ik van jou versta. Laat dat nu het probleem zijn van Babel, waar de mensen een toren wilden bouwen "tot in de hemel" om vat te krijgen op de toegang tot God ... en de onderlinge rivaliteit daardoor begon.
Laat dat het wonder zijn van Pinksteren, waar de Heilige Geest goede vruchten uitstort in de harten van mensen, waardoor het talenprobleem ineens bijkomstig wordt. "Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen, als ik de liefde niet had, was ik slechts een dreunende gong of een schelle cimbaal", (1 Kor, 13,1) zegt Paulus.
Kom Heilige Geest, en geef het ons om elkaar beter te verstaan!

Tony, pastor


Pinksternoveen: Zondag 24 mei: op de derde dag bidden we om de vrucht van de vrede.

Kom, heilige Geest van God, maak ons tot instrumenten van uw vrede.
Kom, Gij die genoemd wordt ‘vrede in de strijd’.
Wees Gij onze vrede als wij het moeilijk hebben.
Wees onze vrede in het strijdgewoel van deze wereld.
Geef ons kalmte als wij geconfronteerd worden met het kwade.
Doe ons inzien dat God het laatste woord heeft,
zoals Hij heeft getoond in de verrijzenis van Jezus.
Laat de vrede van Christus heersen in ons hart.
En maak ons tot vrede-brengers, bewerkers van vrede.
Laat ons vrede brengen waar onvrede heerst,
verzoening waar haat is,
bemoediging waar wanhoop dreigt.
Inspireer ons bij het zoeken naar oplossingen en uitkomst
als het denken aan de toekomst ons onrustig maakt.
Geef ons de kracht om te blijven geloven
dat wij op weg zijn naar Gods goede toekomst,
naar de Stad van Vrede,
door God ons beloofd in Jezus.
Maak ons tot geest-driftige vredezoekers.
Kom, heilige Geest van God, maak ons tot instrumenten van uw vrede. 

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij ons geeft.

Verlos ons als de vijand woedt,
geef ons de vrede weer voorgoed.
Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad,
geen ongeval ons leven schaadt.

Zingt Jubilate 409

Pastor Benno



zaterdag 23 mei 2020

En dat was nog maar het begin...

De tien dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren hebben een speciaal karakter. Volgens een oude voorstelling waren de leerlingen bij elkaar gekropen (samen met Maria), bang voor de Joden, opgesloten 'in hun eigen kot' (tiens, waar heb ik dat nog gehoord?). Terug naar vroeger was niet meer mogelijk, hoe de toekomst zou zijn, konden ze zich niet voorstellen. Waar was God nu? Had Hij hen misschien toch verlaten, zoals toen, bij Jezus, op het kruis? Op een zekere wijze stond de tijd stil. Het leek op wachten zonder te weten waarop (of zelf of er ooit wel iets zal komen).
Onze situatie lijkt daar een beetje op. Op het vlak van de coronaregels is er wat evolutie (maar niet zo héél veel): we mogen wel meer en meer terug uit ons kot (maar altijd "afstand houden" en "handen wassen") maar het voelt nog lang niet zo vertrouwd als vroeger. Het is wat onwezenlijk allemaal, wat ingehouden, wat bedrukt.
Op het vlak van ons geloof en onze kerkbeleving is het zo mogelijk nog vreemder. In de stilte, in het verborgene is er misschien wel wat gebeurd, maar op het publieke forum leek de kerk afwezig. Is er nog wel een kerk? Heeft ze nog iets te betekenen voor de samenleving van de toekomst? Hebben we in deze tijden 'zonder', waarin van haar minder sprake was, eigenlijk wel iets gemist - we leefden toch ook? Was dit de doodsteek? Het is in ons leven inderdaad nooit gebeurd dat de kerken meer dan tien weken gesloten bleven. Het deed ons eerder in deze blog denken aan de ballingschap - die, toegegeven, voor de Joden wel zestig jaar heeft geduurd. Waar is God nu? Is Hij ook ons vergeten?
Hier zitten we dan, wat te wachten zonder te weten waarop (en zonder te weten of er wel iets zal komen?)...
Juist zo was Pinksteren. In een zekere zin onverwacht. Als was het een tweede Pasen - de dood die nog eens werd overwonnen (of werd ze voor velen toèn pas overwonnen?) Het moment waarop God zich manifesteert en het hart van mensen in vuur en vlam zette. Plots zijn zwaarmoedigheid en angst verdwenen en kunnen gelovigen toch getuigen van Wie hen bezielt. Het is pas op dat moment, dat de Kerk begonnen is.

Tony, pastor

De icoon van Pinksteren

De desillusie van Hemelvaart

Je krijgt de indruk dat we vandaag in een soort overgangsfase zitten. De lockdown van de afgelopen twee maanden lijkt achter de rug nu er grotere versoepelingen zijn, maar anderzijds zijn we hoegenaamd bijlange nog niet terug bij het normale. Toch heb ik de indruk dat vele mensen liefst zo vlug mogelijk terug naar dat normale willen gaan. Maar dan slaan we een cruciale fase over, zegt de jonge Nederlandse filosoof, theoloog en voorganger Gerko Tempelman. Tempelman denkt graag out-of-the-box, wat hem tot een uiterst boeiende figuur maakt. Zo richtte hij in Nederland de Death Cafés op (gesprekken over de dood rond de koffietafel), alsook de kerk voor atheïsten en bedacht hij een project waarbij dominees achter de ramen op de Amsterdamse wallen stonden om zo in gesprek te gaan met het publiek. Hij zoekt graag, zoals hij het zelf verwoordt, ‘plekken op waar het schuurt’. In 2018 schreef hij een boek onder de titel ‘Ongeneeslijk Religieus’ dat genomineerd werd voor het beste theologische boek van het jaar. Om nu terug te keren naar de situatie van vandaag: Tempelman zegt dat we momenteel in de desillusiefase zitten, en dat we die niet te vlug uit de weg mogen gaan. Na de ‘honeymoonfase’ van de afgelopen twee maanden, een fase waar we hartverwarmend elkaar op allerlei manieren nabij waren, kennen we nu een desillusiefase, een fase waar we niet zomaar mogen aan voorbijgaan. Zo snel mogelijk het nieuwe normaal in, denken de meesten. Maar dan gaan we te snel, en slaan we een fase over. De desillusiefase waar we nu inzitten is een fase van rouw, verdriet, boosheid en lijden. Het is belangrijk om dit te laten gebeuren en daar nu woorden voor te vinden. Dit kan onder andere via verhalen, kunst, muziek en religie. Het is belangrijk om de pijn en het verdriet te erkennen en niet uit de weg te gaan. Waar zijn de plekken waar je je verdriet kwijt kunt? Waar kan je herkenning vinden voor je emoties? Waar breng je de machteloosheid onder woorden? Waar wordt onze frustratie verbeeldt? Hier heeft kunst en religie momenteel een niet te onderschatten belang. Bij deze fase die we nu doormaken past het feest van Hemelvaart perfect. Hemelvaart heeft juist te maken met desillusie. In bijgevoegd filmpje hoor je Gerko zelf aan het woord over de ‘Hemelvaartperiode’ in coronatijd die we momenteel meemaken.

Pastor Gino


Pinksternoveen: Zaterdag 23 mei: op de tweede dag bidden we om de vrucht van de vreugde.

Kom, heilige Geest van God,
maak ons tot mensen die vreugde brengen.
Raak ons gemoed. Wees Gij onze vreugde.
Doe ons meer beseffen dat Jezus bij ons is,
dat wij nooit alleen zijn.
Doe ons inzien dat er toekomst is,
dat wij niet hoeven te vrezen,
dat Gij ons leidt.
Doe ons inzien dat er een vreugde is waaraan geen einde komt.
En breng vruchten van uw vreugde in ons voort.
Maak ons tot vreugdevolle mensen.
Laat onze vreugde niet oppervlakkig zijn,
maar geworteld in U.
Maak onze vreugde aanstekelijk.
Geef dat mensen blij kunnen worden
als ze ons zien, met ons spreken, aan ons denken.
Maak ons tot geest-driftige vreugde-brengers.
Kom, heilige Geest van God, maak ons tot mensen die vreugde brengen.

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Gij schenkt uw gaven zevenvoud,
o hand die God ten zegen houdt,
o taal waarin wij God verstaan,
wij heffen onze lofzang aan.

Doe ons de Vader en de Zoon
aanschouwen in de hoge troon,
o Geest van beiden uitgegaan,
wij bidden U gelovig aan.

Zingt Jubilate 409

Pastor Benno.


vrijdag 22 mei 2020

Uit het leven geplukt

In de 'reeks' herinneringen bij Ons Heer Hemelvaart, hoort ook de editie van zo'n vijftien jaar geleden. Ik had net een routineuze operatie aan mijn voet ondergaan. De dag voor Hemelvaart moest ik naar het ziekenhuis om de draadjes te laten verwijderen. Mijn afspraak viel na de repetitie voor de eerste communie van 's anderendaags. Ik had echter al in de mot dat er een probleem was: voet plotseling gezwollen, rood, warm en pijnlijk... infectie dus, de grote vijand van elke chirurg. De arts had dan ook amper enkele seconden nodig om tot een verdict te komen: "hier blijven" met een autoriteit waar je niet onderuit kon. (Ik kreeg nog net de kans om een vervangende priester te zoeken - en te vinden - voor die eerste communieviering van de volgende dag...)
Mijn kamergenoten, fijne mensen, maakten mij duidelijk dat de gemiddelde opname op de afdeling... zes weken bedraagt. (U hebt toch zelf ook wel gehoord van de fameuze resistente ziekenhuisbacterie, de schrik van elke kliniek...?) Daar lag ik dan... 'voor onbepaalde duur' van het ene moment op het andere uit mijn routine gehaald, zonder bagage, zonder praktische schikkingen voor thuis.
Van wat ik daarvan onthouden heb, wil ik nu twee dingen noemen.
Vooreerst de relativiteit. We zijn alle dagen zo druk in de weer en dan plots valt alles stil. Ik denk aan Lucas 12, 21: "Dwaas! Nog deze nacht komt men je leven van je opeisen; en al die voorzieningen die je getroffen hebt, voor wie zijn die dan?' Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is bij God." Ik was dan wel niet dood, maar toch radicaal "uit mijn leven geplukt". Het was bron voor meditatie over de relativiteit van die dagelijkse drukte, een ervaring die me tot nu aan het denken zet.
Vervolgens: de deskundigheid van het personeel. Ik was erg onder de indruk van de procedures, bijvoorbeeld bij de dagelijkse verzorging: verpleegkundige kwam toe, handen ontsmetten, handschoenen aan, kar ontsmetten, steriel doekje uit pakje halen en op de kar leggen, steriel wondverzorgingsmateriaal uitpakken enzovoort. Na de verzorging: alles in de vuilzak, de kar 60 cm rollen naar het volgende bed en herbeginnen: handen ontsmetten, handschoenen aan, kar ontsmetten... Met die ziekenhuisbacterie wordt echt niet gelachen! Het helpt mij vandaag te verstaan wat de ernst is van de vele zogenaamde sanitaire maatregelen, die de verspreiding van het virus vandaag moeten voorkomen.
Ik had achteraf bekeken geluk: mijn bacterie was niet resistent en na precies acht dagen werd ik uit het ziekenhuis ontslagen, net op tijd om thuis Pinksteren te vieren!

Tony, pastor


Pinksternoveen: bidden om de Geest tussen Hemelvaart en Pinksteren. Eerste dag.


In de negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren bidden we in verbondenheid met vele christenen om de bijstand van de heilige Geest. Elke dag kunnen we bidden om één van de negen vruchten van de Geest, zoals die vernoemd worden in de brief van Paulus aan de Galaten (5,22):
“De vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en zelfbeheersing”

Vrijdag 22 mei: op de eerste dag bidden we om de vrucht van de liefde.

Kom, heilige Geest van God,
ontsteek in ons het vuur van uw liefde.
Raak ons hart.
Maak ons meer bewust van de liefde van God,
die we hebben leren kennen door Jezus.
Doe ons meer beseffen dat God van ons houdt,
van ieder van ons persoonlijk.
Laat het antwoord op die liefde in ons groeien, meer en meer.
Help ons om persoonlijk te antwoorden,
om te groeien in vriendschap met de Vader, de Zoon en met U, heilige Geest. 
En breng concrete vruchten van liefde in ons voort.
Help ons om niet lief te hebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden.
Mogen mensen door onze liefdevolle zorg, onze liefdevolle blik, ons liefdevol begrip,
onze liefdevolle dienstbaarheid iets gaan aanvoelen van Gods liefde.
Maak ons tot geest-driftige getuigen van die liefde.
Kom, heilige Geest van God, ontsteek in ons het vuur van uw liefde.

Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt
met hemelse barmhartigheid.

Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.

Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij ons geeft.                                                    

Zingt Jubilate 409

Pastor Benno.



donderdag 21 mei 2020

Een ommekeer

De feestdag van Hemelvaart is van ouds de dag van de christelijke arbeidersbeweging. Hebben de socialisten de eerste mei, hun christelijke concullega's komen op Hemelvaart op straat met fanfares en feestvlaggen. Ik heb me ooit wel eens afgevraagd wat de band was tussen de arbeidersbeweging en Hemelvaart. Wat is er aan deze dag om door deze mensen speciaal gevierd te worden? U zal me zeggen dat dat te maken heeft met "Rerum Novarum" ("Van nieuwe zaken" of vrij vertaald "Een omwenteling"), de pauselijke encycliek van 1891 die het thema van de sociale rechtvaardigheid behandelde. Ik heb het voor u opgezocht: dit document verscheen inderdaad enkele dagen na Hemelvaart. Maar had Leo XIII een speciale reden om op die dag te publiceren en niet, bijvoorbeeld, nog even te wachten tot Maria Ten Hemelopneming om maar iets te zeggen (nog goed want half oogst is doorgaans te warm om met veel fanfares op straat te komen...)?
Het antwoord staat in de eerste lezing vandaag. "Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken?" Anders gezegd: het is hier op aarde te doen.
Noem dat gerust een ommekeer, een "revolutie": waar willen we de Verrezen Christus zien? Gaan we turen tot in de hemel in de hoop hem daar ergens te kunnen bespeuren? Of zouden we niet eerder kijken naar de wereld rond ons, er de noden van zien en mensen proberen nabij te zijn? Het is immers in die nabijheid dat we hem zullen ontmoeten ('Wat ge voor de minste der mijnen hebt gedaan...')
We weten dat de vele weken lockdown voor de sociaal zwakkeren een veel zwaardere beproeving zijn geweest. Wanneer we nu gaan nadenken over de samenleving-na-corona, zouden we die niet uitbouwen met meer oog voor hen? Dat zou een ommekeer zijn...

Tony, pastor

Morgen begint de Pinksternoveen

In de loop der tijden is de gewoonte gegroeid om gedurende de negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren heel bijzonder te bidden om de bijstand van de heilige Geest, de kracht van God. Wij hebben de heilige Geest al ontvangen bij ons doopsel en ons vormsel. Hij leeft in ons, Hij stuwt ons en Hij sterkt ons om het goede te doen, Hij helpt ons om Jezus te volgen en van Hem te getuigen door heel onze levenshouding. Dat doet Hij een heel jaar en ons leven lang, uiteraard. Maar de negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren zijn een gelegenheid om ons daarvan meer bewust te worden en om zijn bijstand te vragen voor de Kerk en voor de samenleving en voor ons persoonlijk leven. En die bijstand, die hulp, hebben we wel nodig in deze coronatijd. We vragen ons allemaal af: hoe zal het verder gaan? Hoe gaat alles evolueren? Gaat het virus weer opflakkeren? Wanneer zal er een middel tegen dat virus komen? Hoe moet het verder met onze economie, met ons werk, onze zaak? Hoe moet het verder in de landen die zo zwaar getroffen zijn? Wat staat ons allemaal nog te wachten? Hoe zal ons leven er in de komende tijd uitzien? Bij al die vragen is het goed dat we de hulp van Gods Geest, Gods Wijsheid, Gods Inspiratie, Gods Energie vragen. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor de kerkgemeenschap en voor onze samenleving en zeker ook voor allen die er verantwoordelijkheid dragen.
Ik stel u daarom voor deze dagen van de Pinksternoveen bewust biddend mee te beleven. Het woordje ‘noveen’ komt van het Latijnse ‘novem’, negen. Negen dagen van intens gebed tussen Hemelvaart en Pinksteren. We weten ons daarbij verbonden met vele christenen die dit doen, overal ter wereld. Op internet en met name op Kerknet zijn er heel wat mooie manieren te vinden om elke dag te bidden gedurende deze noveen. Je zou ook elke avond het lied ‘Kom Schepper, Geest’ (Zingt Jubilate 409) kunnen zingen of bidden, zoals dat ook gebeurt in het avondgebed van het brevier, de vespers, gedurende deze dagen. Zoals we met een aantal mensen in de paastijd na het applaus van 20 u. het ‘Regina Caeli’ hebben gezongen, zo zouden we nu – ieder bij ons thuis – dit lied, het aloude ‘Veni Creator’ kunnen zingen, verbonden met elkaar.
En we zouden daarbij elke dag kunnen bidden om één van de negen vruchten van de Geest. Want in de brief van Paulus aan de Galaten (5,22) lezen we: “de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en zelfbeheersing”. Zoals er vruchten groeien aan een boom of een plant, zo groeien deze vruchten in hen die de heilige Geest in zich aan het werk laten. Waar je deze vruchten ziet groeien, is de heilige Geest bezig. Daarom zouden we op elke dag van het Pinksternoveen kunnen bidden om één van de negen vruchten van de Geest. U kunt zich elke dag laten inspireren door een gebed hier op onze Pinksterblog.
Ik wens u een inspirerende Pinksternoveen toe.
Moge de genade van de heilige Geest ons verstand en ons hart verlichten.

Pastor Benno

woensdag 20 mei 2020

Writers block (="kwee-nie wa zegge")

Er gaat geen feestdag van Ons Heer Hemelvaart voorbij, of ik moet terugdenken aan mijn eerste jaar als priester waarin ik week na week had eucharistie gevierd en telkens ook voor de homilie had gezorgd. Al hadden collega's mij vooraf verwittigd "voor het moment dat de inspiratie op zou zijn", ik had daar nog nooit last van gehad. Toen kwam de Paastijd, zoals u weet, een periode van vijftig dagen lang - beginnend met Pasen en uitlopend op Pinksteren, met daarin nog zes andere zondagen en vooral ook het feest van Hemelvaart. Uiteraard heeft elke zondag zijn eigen thema, maar het zijn allemaal varianten van ditzelfde: "Christus is verrezen, Hij heeft de dood overwonnen!" Elke week had ik trouw voor een gepaste (vond ik) homilie gezorgd.
Toen kwam het feest van Hemelvaart. Ik herinner mij dat ik mij achter een blad papier zette... en dat het leeg bleef. Mijn inspiratie op was. ("Het zou gaan tijd worden", zeiden anderen mij achteraf met een kwinkslag).
Het punt was dat ik graag had willen zeggen waar Jezus naartoe was gegaan. "Naar boven", zoals het heel lang geleden werd voorgesteld, kon je niet blijven beweren. Sinds de ruimtevaart weten we dat zelfs als Hij met lichtsnelheid naar boven zou zijn vertrokken, Hij nog steeds (lang) niet aan de grenzen van het heelal zou zijn. Maar wat moest je dan wel zeggen? Die poging heb ik ondertussen opgegeven... we moeten deemoedig genoeg zijn om te erkennen dat we er eigenlijk niets kunnen over zeggen. Tenzij dat Hij naar de Vader is gegaan, dat Hij bij God is. Maar ook daarvan moeten we zeggen: we kunnen op Google maps niet precies aanwijzen waar dat is en evenmin met de routeplanner het traject daarnaartoe berekenen.
Het mysterie van Hemelvaart is eigenlijk niet dat. Het gaat niet over waar Hij naartoe is, maar wel: dat Hij bij ons blijft. Sinds Hemelvaart - dat is nu haast tweeduizend jaar - is Hij bij ons. Niet meer zoals eerst - als een persoon die tussen de mensen rondloopt - maar evengoed aanwezig en mensen rakend, inspirerend, motiverend. Wat meer is: zonder dat Hij last heeft van de social distancing of 'op mijn kot' corona regels of noem maar op. Hij is gewoon bij ons: innerlijk, bij u en bij mij. In wezen is daar niet meer over te zeggen. Maar het is voldoende.

Tony, pastor.



De anderhalvemeterkerk

Schrikt U ook een beetje van de foto die bij dit berichtje op de blog hoort? Ik in ieder geval wel: de voorganger die de instellingswoorden uitspreekt met handschoenen en een mondmasker aan. In verschillende landen mogen kerkdiensten dezer dagen terug opstarten. Bij ons is het nog even afwachten. De heropstart zal ongetwijfeld gepaard gaan met heel wat maatregelen. Over het al dan niet zingen heb ik hier reeds een tijdje geleden gesproken. Maar er zijn ook tal van andere vragen. Mogen de leeftijden gemengd worden? Met hoeveel zullen we mogen samenkomen? Hoe ver zullen we uit elkaar moeten zitten? Wat met het wijwatervat aan de ingang van de kerk? Moet dit vervangen worden door een ontsmettingsgel? Zullen we in de kerk strepen en pijlen op de grond moeten aanbrengen? En wat met de uitreiking van de communie? Zeker geen handjes meer geven bij het Onze Vader, de vredeswens en het naar buiten gaan van de kerk, dat staat vast. Maar wat dan wel? En zal iedereen een mondmaskertje moeten opzetten? Het zal allemaal wat vreemd aandoen, die ‘anderhalvemeterkerk’. Het is natuurlijk te begrijpen dat we de viering zoals we die kenden missen. Het behoort tot ons wezen als christen om samen te komen zoals Jezus het ons heeft gevraagd en met elkaar het brood te breken. Maar is die nieuwe vorm van vieren met al die maatregelen echt datgene waar we naar uitzien? Ik weet het niet goed en hou in ieder geval mijn hart ervoor vast. Het zal ongetwijfeld een bevreemdend gebeuren zijn. Her en der hoor je stemmen opgaan of het misschien niet beter is om nog even te wachten om van start te gaan. Zo schreef predikant Ferdinand Borger afgelopen weekend nog in de Nederlandse krant ‘Trouw’ dat voor hem de heropstart van de vieringen niet de grootste urgentie heeft, en dat het misschien beter is om er nog even van af te zien, totdat we op een normale manier kunnen samenkomen. Ergens kan ik daar wel inkomen. Begrijp mij niet verkeerd, ikzelf wil ook niets liever dan dat we zo vlug mogelijk opnieuw in de eucharistie kunnen samenkomen, maar of ik nu gewonnen ben voor een onhandig staan manoeuvreren met mondmasker en handschoenen weet ik niet. Wat ik wel weet is dat deze coronatijd ons de ogen heeft geopend voor andere vormen van geloofsbeleving: thuis samen bidden en zingen, ons samen vanuit het geloof inzetten voor elkaar, het bidden via zoom dat we nu enkele weken doen in onze twee pastorale eenheden, kerken die open zijn en waar mensen op veilige afstand kunnen bidden en naar orgelmuziek luisteren, … Het zijn zovele creatieve manieren om ons geloof te beleven. Als we straks terug eucharistie zullen mogen vieren, hoop ik van ganser harte dat we die andere vormen die we tijdens deze crisis hebben (her)ontdekt niet zomaar zullen opgeven, maar dat we de verbeeldingskracht zouden mogen aanscherpen om echt te gaan vernieuwen en te bouwen aan een eigentijdse kerk. Maar voor alle duidelijkheid: als we straks mogen heropstarten mag je erop vertrouwen dat ik zal klaarstaan! Met mondmasker en handschoenen als het moet!

Pastor Gino