zondag 31 oktober 2021

Namen noemen

Gisteren kwam ik na de mis naar huis met een vraag uit de preek in mijn hoofd. Wat is het eerste dat ouders, dat jij, aan je kind leert. Er werden mooie voorbeelden gegeven maar ik dacht aan wat mijn hart deed kloppen... de eerste woordjes: mama, papa. Waarom dat zo belangrijk is? Mama of papa zeggen geeft een relatie aan, je bent iemand voor iemand, een verbintenis die je maar met die personen deelt. Het klinkt elke ouder als muziek in de oren. Ik ben er zeker van dat dit niet alleen bij mama en papa zo is, als mijn kleinkinderen 'omajet' zeggen dan zou ik ze zo willen vastpakken en knuffelen. En weet je, ik ben er zeker van als wij God bij name noemen dat Hij ons ook vastpakt en wil knuffelen.

Met het feest van Allerheiligen denk ik aan alle mensen die voor mij heiligen zijn. De mensen die in mijn leven een voorbeeld zijn geweest of nog zijn. Mensen die mij de weg gewezen hebben. Daar kan ik alleen dankbaar voor zijn en wil ze vandaag voor ogen halen. Dan zijn er nog de grote heiligen, al moet ik eerlijk bekennen dat ik niet zoveel heiligenlevens gelezen heb, toch hebben ze mij eens heel diep geraakt. Bij een priesterwijding gaat de wijdeling op de grond liggen en wordt de litanie van de heiligen gezongen. Dit is voor mij zo'n intiem moment geweest, het voelde alsof ze de wijdeling mee droegen en tot bij de Heer brachten. Wij moeten hun namen blijven noemen, de heiligen van vandaag en de heiligen van lang geleden want zij brengen ons tot bij God.

Graag wil ik dit nog met je delen: een berichtje dat ik deze week kreeg van een peutertje die nog geen volzinnen spreekt en dan op een avond dit zegt:
(Misschien moet je het twee keer spelen want het is heel kort)


Niet nodig om te zeggen dat hiervan mijn hart smelt zeker? 
Slaapwel God en dank je voor al die mooie momenten.

Pastor Mariette

zaterdag 30 oktober 2021

Stilstaan bij het evangelie

Zondag 31 oktober: 31e zondag door het jaar – B (Mt 12,28a-34)

“Wat is het allereerste gebod?”, vraagt een Schriftgeleerde – een bijbeldeskundige – aan Jezus. Dat is iets wat we allemaal wel willen weten: wat verwacht God nu eigenlijk van ons? Wat is voor Hem en voor ons het belangrijkste? Wat moeten we doen om goed te leven? Het antwoord van Jezus is duidelijk en gekend: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart… Gij zult uw naaste beminnen als uzelf”.

Beminnen, liefhebben…het gaat ons allemaal ter harte. Het beantwoordt aan onze diepste nood. De mens is gemaakt om te beminnen en bemind te worden. De mens wordt zichzelf doorheen de liefde. Liefde is onze diepste bestemming. Dat voelen we allemaal aan. En we weten ook dat liefde niet alleen en zelfs niet op de eerste plaats met verliefdheid en romantische gevoelens te maken heeft. Liefde heeft te maken met: je leven richten op de ander, er zijn voor de ander. Daarin vinden we onze diepste vervulling. God vraagt dus dat we ons leven richten op Hem en op onze evennaasten, er zijn voor Hem en voor elkaar. Dat zijn de twee voornaamste ‘geboden’, omdat het onze diepste bestemming, onze diepste levensvervulling is. Het is wat we ‘moeten’ doen om gelukkig te worden. Hoe we dat kunnen doen, horen we morgen in het evangelie van Allerheiligen.

Maandag 1 november: Allerheiligen  (Mt 5,1-12a)

Gelukkig worden, dat is toch wat we allemaal willen. En we weten ook allemaal dat geluk te maken heeft met beminnen en bemind worden, met ‘er zijn’ voor elkaar. Vandaag vernemen we hoe we kunnen gelukkig worden. Elk jaar op Allerheiligen horen we weer de ‘zaligsprekingen’, waarin Jezus ons uitlegt wie echt gelukkig is. En daaruit kunnen we leren wat ook voor ons de weg is naar het echte geluk.

Zalig’ – met een ander woord ‘gelukkig’ - zijn volgens Jezus de mensen die ‘arm van geest’ – eenvoudig – zijn, en ook de mensen die het moeilijk hebben, zij die zachtmoedig – op een zachte manier moedig – zijn, zij die verlangen naar en werken aan een rechtvaardige wereld, zij die barmhartig zijn – die een hart hebben dat zich over de anderen erbarmt -, zij die ‘zuiver van hart’ zijn – zonder bijbedoelingen en dubbelzinnigheid dus - , maar ook de mensen die zorgen dat we in vrede samenleven en zij die het moeilijk hebben omwille van hun inzet voor het goede. Blijkbaar gaat de weg naar het echte geluk langs het zorgdragen voor elkaar, heel concreet, en het werken aan een leefbare wereld waarin vele mensen kunnen gelukkig worden. Met andere woorden: je wordt maar gelukkig als je zorgt voor het geluk van de anderen.

Vele mensen hebben ons dat voorgedaan. We noemen ze: heiligen. Heiligen zijn ‘hele mensen’, mensen die ‘geheeld’ zijn, innerlijk ‘heel’ zijn geworden, tot innerlijke eenheid zijn gekomen. Vandaag gedenken we al die heiligen in één feest. En we worden ons ervan bewust dat ook wij geroepen zijn om heilig te worden, ‘heel’ te worden en anderen tot heelheid te brengen. Mogen de heiligen voor ons bidden dat God ons de genade geeft om te groeien in heiligheid en heelheid en zo het ware geluk te vinden.

Pastor Benno


God beminnen en de medemens beminnen gaan hand in hand.
Wingchi Poon via wikimedia commons

vrijdag 29 oktober 2021

Zeven maal om de aarde gaan

Komende dagen is het Allerheiligen en Allerzielen, traditiegetrouw de dagen waarop we de kerkhoven bezoeken om een bloem te plaatsen bij onze dierbare overledenen. Verschillende mensen die ik ken houden hier niet zo van, en laten de kerkhoven voor wat ze zijn. Ikzelf daarentegen bezoek in die dagen verschillende kerkhoven, en hou daar ook echt aan. Het is een moment om stil te staan bij de vergankelijkheid van het leven, maar vooral ook om al diegenen die ons verlaten hebben terug even aanwezig te stellen: mensen die reeds lang geleden gestorven zijn, anderen die ons recentelijk zijn ontvallen, mensen die heengegaan zijn na een rijk gevuld leven, anderen die dan weer veel te vroeg zijn weggerukt. En soms zou je met sommigen van hen even opnieuw willen praten, dingen vertellen die je niet meer hebt kunnen zeggen. Je zou hen terug willen halen, en je zou daar alles voor overhebben, zoals dit zo mooi verwoord wordt in het gedicht ‘De gestorvene’ van Ida Gerhardt uit 1966:

Zeven maal om de aarde gaan,
als het zou moeten op handen en voeten;
zevenmaal om die éne te groeten
die daar lachend te wachten zou staan.
Zeven maal om de aarde gaan.

Zeven maal over de zeeën te gaan,
schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
kon uit de dood ik die éne doen keren.
Zeven maal over de zeeën te gaan -
zeven maal, om met zijn tweeën te staan.

Onderaan kan je dit gedicht beluisteren in een gezongen versie door Trijntje Oosterhuis, gezongen tijdens de dodenherdenking op eeuwigheidszondag afgelopen jaar. Eeuwigheidszondag is in de protestantse kerk de laatste zondag voor de advent (bij ons katholieken is dat het feest van Christus Koning). Ik vind ‘eeuwigheidszondag’ een mooie benaming voor de dag waarop we onze doden gedenken. Zo kijken we niet enkel achterom, maar ook vooruit, in de hoop en het geloof dat hun leven niet afgebroken is, maar een nieuw begin krijgt, en dat we elkaar ooit zullen terugzien. Onlangs hoorde ik van iemand dat ze elk jaar met Allerheiligen de foto’s van haar dierbare overledenen op de kast plaatst en er een kaarsje bij brandt, en daarbij God dankzegt voor het leven van al die mensen en voor wat ze voor haar hebben betekend. Een mooi gebruik! Laten we tijdens deze dagen niet alleen griezelen en elkaar de stuipen op het lijf jagen, zoals dat bij Halloween hoort, maar vooral danken voor al diegenen die ons hebben verlaten, en laten we troost vinden in het feit dat ze nu mogen deelhebben aan het eeuwig geluk.

pastor Gino.


donderdag 28 oktober 2021

Santiago de Compostela

Dit keer wijk ik af van mijn 'traditie' om iets te schrijven vertrekkend van een spreuk van BZN. Vorige week was ik voor een korte vakantie in Galicië, de groene regio in het noordwesten van Spanje. De eerste dag was een reisdag. Maar de tweede dag stond een bezoek aan Santiago de Compostela op het programma. Ik kwam de stad niet binnen na het volgen van één van de camino's maar wel via het laatste stukje van de camino frances. En toch voelde ik me een beetje pelgrim. Dit jaar is het een bijzonder jaar voor de stad. Santiago viert een 'heilig jaar'. Sint-Jacob heeft zijn naamdag op 25 juli. Wanneer zijn feestdag op een zondag valt, wordt er een 'heilig jaar' gevierd. Je kan dan de kathedraal betreden via de 'Heilige Deur', la 'Puerta del Perdón' (poort van vergiffenis). Ook wij kwamen langs die poort de kathedraal binnen. ik blijf dat een bijzondere ervaring vinden.
Maar wat me het meest getroffen heeft, was de aankomst en aanwezigheid van jonge (en minder jonge) pelgrims op het plein voor de kathedraal. De vreugde, de ontroering, de verbondenheid, ... raakten me. Een ervaring om dankbaar voor te zijn!

Pastor Chris

De kathedraal van
Santiago de Compostela 

woensdag 27 oktober 2021

Prikkels

Ik bestelde ooit in Nederland een glaasje spuitwater, waarop de ober mij vroeg "bruisend of niet-bruisend?" Tja... extra prikkels doen het leven effectief wat meer bruisen zeker?

"Het wordt nooit meer zoals vóór covid", dachten we een tijd geleden en een cynicus antwoordt daar vandaag op "ah neen, want vandaag zijn de files al véél langer dan toen!"... we hebben het er in deze blog al over gehad. Het kenmerkt de dagen opnieuw: een veelheid aan prikkels, op alle vlakken en zo overvloedig dat we er onszelf opnieuw bij zouden verliezen. Het doet bij momenten opnieuw meer denken aan "overkoken" dan aan bruisen.

Ik moest daaraan denken toen iemand mij onlangs in een gesprek toevertrouwde dat die de tijd van de lockdowns miste. Zo'n uitsprak kan lijken op vloeken in de kerk: je zegt dat niet luidop alsof het een racistische of andere niet politiek correcte uitspraak zou zijn. Het was immers voor velen een zeer moeilijke periode. Mensen hebben afgezien van eenzaamheid en dat geringe gehalte aan prikkels, kon zo doodvervelen. En toch: wie de stilte aandurfde, kon daarin een diepere werkelijkheid op het spoor komen. Het bijna monastieke leven, waarbij de prikkels zo sterk gereduceerd werden, maakte dat er haast voldoende stilte was om God opnieuw te horen...

"Dit (aspect) mogen en zullen we nooit meer verliezen", dachten sommigen toen met een spoor van enthousiasme. Vandaag krijgen we de indruk dat het opnieuw als zand tussen onze vingers glijdt. Of toch niet helemaal... want we bepalen toch zelf ook - minstens voor een deel - wat we met onze gsm, televisie, agenda en al die andere prikkels doen? Het hangt toch ook een beetje van onze eigen keuzes af of we de weg naar onszelf (en elkaar) blijven vinden?

Tony, pastor.

Monniken in de Sint-Sixtus abdij in Westvleteren

dinsdag 26 oktober 2021

Rozenkrans (4)

Het is vandaag de laatste dinsdag van oktober, de rozenkransmaand. Ook vandaag nog wil ik het hebben over het bidden en mediteren met de rozenkrans, de ‘paternoster’. De rozenkrans is een gebedsmethode: door het steeds herhalen van dezelfde woorden van het ‘Onze Vader’ en het ‘Wees gegroet’ laten we die woorden steeds dieper in ons doordringen. Precies zoals de Hindoeïsten en Boeddhisten doen bij de herhaling van hun ‘mantra’. Maar de rozenkrans is evenzeer een meditatiemethode, zoals ik al uitlegde in mijn blog van 5 oktober: terwijl we steeds dezelfde woorden herhalen, mediteren we over de mysteries van het leven van Jezus en Maria. Dus over het evangelie. Dus over óns leven.
In mijn blog van 12 oktober had ik het erover hoe je kunt mediteren aan de hand van de vijf ‘droeve’ mysteries, die volgens de gewoonte op dinsdag en vrijdag worden bemediteerd. Ook de andere mysteries heb ik daar vermeld.
Op maandag en zaterdag kunnen we ons in onze bezinning laten leiden door de vijf ‘blijde mysteries’. Bij de ‘boodschap van de engel aan Maria’ kunnen we ons bijvoorbeeld inleven in het bekende antwoord van Maria: “Zie, de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar uw woord” (Lc 1, 38) . En we kunnen bidden dat er ook iets van de beschikbaarheid van Maria in ons mag groeien. En zo kunnen we stilstaan bij elk van de volgende mysteries, aan de hand van de evangelietekst die we wel kennen of die we kunnen vinden in één van de vele publicaties over het bidden met de rozenkrans.
Op woensdag en zondag is het de gewoonte om de zogenaamde vijf ‘glorierijke’ mysteries te bemediteren. Bij ‘de verrijzenis van Jezus’ kunnen we er bijvoorbeeld over nadenken hoe de levende Jezus ook aan ieder van ons zegt zoals aan de apostelen: “vrede zij u” (Lc 20,19-29). En zo verder…
Op donderdag kunnen we mediteren over de ‘mysteries van het Licht’. Dat is een ‘specialleke’. Want terwijl de andere drie reeksen mysteries al eeuwenlang worden bemediteerd - de 150 weesgegroeten verwezen naar de 150 psalmen – heeft paus Johannes Paulus II op 16 oktober 2002 ook het bidden rond vijf mysteries uit het ‘openbare leven’ van Jezus voorgesteld. Deze gewoonte is nu algemeen aanvaard. Bij de ‘doop van Jezus in de Jordaan’ kunnen we bijvoorbeeld stilstaan bij de woorden die Jezus hoort: “Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde” (Lc 3,22). Bidden is toch: in ons hart laten doordringen wat het geloof ons doet inzien, dat wij allemaal Gods geliefde kinderen zijn, broers en zussen van Jezus.

Pastor Benno.

©Pixabay

maandag 25 oktober 2021

Dankbaar, om duizend, duizend dingen.

Heb je het ook soms dat je op zondagavond moe maar voldaan naar het weekend terugkijkt? Ik mag niet klagen van mijn weekend. De rode draad doorhaan het weekend is vooral dankbaarheid. Er is zoveel om dankbaar te zijn ondanks en/of dankzij de corona periode.

Net voor de meimaand begon, tijdens de tweede lockdown, hebben we met Godly Play Vlaanderen voor het eerst via Zoom een Godly Play verhaal verteld. Was het omdat het zo lang geleden was dat we nog hebben kunnen vertellen, of was het het verhaal van 'Maria' dat de aandacht trok, er namen een 50-tal mensen aan deel aan het verhaal via Zoom. Vorige vrijdag zijn we met de drie organisatoren samen gekomen om dit dankbaar te gedenken en onze vreugde te delen met elkaar. Hoe kan je beter je weekend instappen.

Zaterdag mocht ik mij het verhaal van de liturgische cirkel van het kerkelijk jaar eigen maken. Maandag mag ik dat vertellen in het vierde leerjaar. Dit verhaal ligt me nauw aan het hart omdat dit het verhaal was dat ik tijdens mijn opleiding verteld heb

Dit weekend kwam de catechesegroep 3 samen voor de start van hun catechesejaar. Een groep jongens en meisjes uit beide pastorale eenheden die enthousiast meewerkten en mee nadachten over het scheppingsverhaal. Wat zijn wij toch gezegend ! Het 'Halleluia' lied dat we op het einde van de catechese zongen was helemaal op z'n plaats. God zag dat het heel goed was.

Het feesten ging verder, drie van mijn kleinkinderen waren de voorbije week jarig. Wat is er mooier dan de pretoogjes van de jarigen als het lied 'happy birthday to ...' gezongen wordt, waarbij de jongste spruit, net twee jaar, zijn beide handjes in de lucht steekt bij het zingen van 'hiep, hiep, hiep, hoeraaaa'. Is dit niet iets om dankbaar om te zijn. Mijn hart smelt alvast.

Het was een weekend om 'U' tegen te zeggen. Dank je wel God !

Pastor Mariette


© Pixabay

zaterdag 23 oktober 2021

Stilstaan bij het zondagsevangelie

Zondag 24 oktober: 30e zondag door het jaar – B

We horen weer een prachtig evangelie deze zondag. Het gaat helemaal over ons, zoals elk evangelie trouwens. Zijn wij niet allemaal een beetje zoals de blinde Bartimeüs die tot Jezus roept: “Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij”. We zingen het elke zondag: “Heer, ontferm U over ons”. En in het persoonlijk Jezusgebed herhalen we altijd weer: “Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij”. Met al wat we zijn, mogen we ons aan Jezus toevertrouwen. En als we het niet ‘zien zitten’ in het leven, als we niet meer weten hoe het verder moet, kunnen we bidden zoals Bartimeüs: “Rabboeni, maak dat ik zien kan”.
Maar misschien zijn we soms ook wel zoals de omstaanders die de blinde willen doen zwijgen. Beter dan mensen te doen zwijgen, is hen bemoedigen: “Heb goede moed! Sta op, Hij roept u”. Ook wij zijn gezonden om mensen te bemoedigen en hen te helpen om op te staan uit het donker waarin ze zitten en op Jezus’ uitnodiging in te gaan.
We mogen ook zijn zoals Jezus zelf. Ook wij kunnen openstaan voor mensen en hen vragen: “Wat wilt ge dat ik voor u doe?”
En tot ons allen zegt Jezus: “Ga, uw geloof heeft u genezen”. Ja, geloven – dat is: vertrouwen – brengt genezing, vertrouwen ‘heelt’: het maakt ons tot ‘hele’ mensen, klaar om Jezus te volgen op zijn tocht.

Pastor Benno

Jezus geneest de blinde Bartimeüs:
beeldhouwwerk van Johann Heinrich
© Wikimedia commons

vrijdag 22 oktober 2021

Santé!

Vorige week was het blijkbaar de week van de comeback. Niet enkel zangeres Adèle bracht een nieuwe single uit (waarbij ze trouwens het record verbrak van het meest gestreamde nummer in één dag), maar ook onze eigenste Brusselse Stromae kwam na acht jaar met een nieuw nummer, waarvan je hieronder de videoclip kan bekijken en beluisteren, voor het geval je dat nog niet zou gedaan hebben. Het lied heet ‘Santé’ en is opnieuw Stromae ‘pur sang’. Je herkent onmiddellijk de gekende sound met het aanstekelijk ritme. En Stromae zou Stromae niet zijn als hij er ook niet een diepere boodschap instak. Dit keer is het lied een ode aan de diversiteit en aan alle mensen die in de luwte van de samenleving werken en leven maar onmisbaar zijn. Het lied gaat over toasten op mensen die zelf niet kunnen toasten omdat ze achter de schermen de meest eenvoudige en onopgemerkte jobs doen, maar die o zo belangrijk zijn! En zijdelings richt hij dus ook zijn pijlen op allen die onvoldoende respect hebben hiervoor, of al te vlug klaar staan om te klagen dat het werk niet goed gedaan is (de tekst van het lied vind je hier: https://www.versuri.online/stromae-sante-lyrics.html). En ergens heeft hij wel een punt. Soms gaan we veel te vlug voorbij aan de mensen die bijvoorbeeld het huisvuil ophalen, ons huis poetsen, de strijk doen, rekken moeten aanvullen in de supermarkt, … noem maar op. Het lijkt vaak evident, maar dat is het helemaal niet! Zelf ervaarde ik het nog onlangs toen mijn poetsvrouw enkele weken afwezig was wegens ziekte. Ik moest het allemaal zelf zien gedaan te krijgen, wat niet altijd eenvoudig en prettig was. Daarom zal ik straks maar al te graag een fles openen en ‘santé’ roepen als ze terugkomt. Het is soms pas wanneer iets niet meer gebeurt, dat we merken hoe belangrijk deze mensen zijn. Daarom samen met Stromae een warme oproep om wat hartelijker te zijn voor al die mensen, en hen misschien eens te bedanken voor het werk dat ze doen. Het zal hen zeker deugd doen, en ons zal het helpen om bewuster door het leven te gaan. Santé!

Pastor Gino


woensdag 20 oktober 2021

Covid, the day after

Ik geef het toe: het bekt voor geen meter. "Synodaal proces". Als het ijsroom zou zijn, zou het allicht malaga of stracciatella of zelfs sterre di roma noemen, woorden waarbij het water je in de mond komt. Maar wat doet dat er eigenlijk toe: als het ijs maar lekker is - wie bekommert zich om de naam?
Synodaal proces betekent "samen op weg gaan". Ik herinner mij dat oude kinder-kerk-liedje - u hebt het misschien ook grijs gezongen - "wij zijn samen onderweg, alleluia", dat mogelijks wel wat naïef klonk, achteraf bekeken. En toch is het precies dat: samen op weg zijn. En daarbij de zoete kunst van het luisteren beoefenen. Luisteren is een wat vergeten kunst. Er wordt vaak zo luid geroepen (of zo weinig gezegd) dat goed luisteren helemaal niet hoeft. Maar als het allemaal toch iets subtieler ligt, gevoeliger ongetwijfeld ook, dan is het zoet als iemand de moeite doet om te luisteren naar wat ik zeg en bedoel, niet naar wat de ander denkt dat ik zeg, mijn woorden geen excuus voor de ander vormen om het eigen verhaal ten gehore te brengen. Luisteren en zelfs de subtiliteiten opvangen op zo'n wijze dat het wel lijkt alsof ik mij eigen verhaal beter versta. Het gaat in dit geval meer bepaald over luisteren naar mijn beleving en mijn dromen rond Kerk - de uitdrukking van mijn geloof eigenlijk. Toegegeven: voor wie luistert is het soms een echte kunst: want het is bekoorlijk om in het verhaal van de ander bevestiging te zoeken voor wat ikzelf al dacht. Maar dat is nu even niet nodig: laat de ander maar binnen komen met diens eigen ander verhaal - het zal zoveel mooier zijn dan ik zou kunnen verzinnen.
Ik las onlangs de wat ontgoochelde verzuchting dat na covid alles anders zou zijn, maar dat het hectische ritme van vandaag dat van de pre-covid tijd al helemaal overstemt, alsof er nooit een pandemie was geweest- en dan is ze nog niet eens voorbij. Zou "luisteren" geen zeer mooi kenmerk zijn voor de post-covid tijd? Samen, niet langer alleen - het virus heerst niet meer, maar wel de verbondenheid, die ons naar elkaar doet luisteren...
Bij de paus werd het zo'n tien dagen geleden gelanceerd, in ons bisdom vorige zondag. En u zal binnenkort wel merken hoe wij er verder mee op weg gaan. Het bekt voor geen meter, maar als dit de dagen na het "covid regime" kan markeren, dan doet de naam er toch helemaal niet toe?! Naar u zou ik graag luisteren! Eindelijk kan het ervan komen!

Tony, pastor

© Pixabay

dinsdag 19 oktober 2021

Rozenkrans (3)

We zijn nog steeds in oktober, de rozenkransmaand. Het bidden van de rozenkrans of ‘paternoster’ is een oude en eerbiedwaardige gebeds- en meditatiemethode. In mijn blog van 5 oktober heb ik uitgelegd hoe je de rozenkrans kan bidden. In de blog van 12 oktober had ik het over het mediteren aan de hand van de rozenkrans. Vandaag wil ik graag iets over de geschiedenis van de rozenkrans vertellen.
De oorsprong van de rozenkrans ligt in een ver verleden. Het gebruik van een gebedssnoer bestaat in meerdere godsdiensten. Gebedssnoeren met kralen worden gebruikt om de tel niet kwijt te raken bij de gebeden die men verricht. Zo heb je in het Hindoeïsme en het Boeddhisme – godsdiensten die ouder zijn dan het Christendom – de ‘japa mala’, een gebedssnoer dat men gebruikt bij het ‘chanten’ of reciteren van mantra’s: dezelfde woorden die men steeds weer herhaalt om ze tot zich te laten doordringen. De Islam kent dan weer de ‘tasbih’: een gebedssnoer van 33 of 99 kralen dat men gebruikt om God te danken door steeds opnieuw hetzelfde korte gebed te zeggen: ‘Verheven is God’ of ‘Dank aan God’ of ‘God is de grootste’, of om de 99 namen van God te vernoemen. De Oosterse christenen gebruiken veelvuldig de ‘tsjotki’ (in het Russisch) of ‘komboschkini’ (in het Grieks): een gebedssnoer waarbij men telkens weer het Jezusgebed herhaalt: ‘Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar’. Wat nu de geschiedenis van onze rozenkrans betreft: men vermoedt dat het gebruik ervan in de Westerse christenheid geleidelijk aan is geïntroduceerd door de kruisvaarders, die de Islamieten de ‘tasbih’ zagen gebruiken. De ‘tasbih’ van de Islamieten is op zijn beurt dan weer geïnspireerd door de boeddhistische en hindoeïstische ‘japa mala’.
Binnen het katholieke christendom heeft het gebruik van de rozenkrans bovendien een hele evolutie gekend sinds de Middeleeuwen. Het bidden van de rozenkrans gaat waarschijnlijk terug op het gebed in de abdijen van de lekenbroeders die geen Latijn kenden en misschien niet konden lezen. Terwijl de monniken de psalmen zongen in de gebedstijden, baden zij een aantal onzevaders en later ook weesgegroeten. Vermits er 150 psalmen zijn en een snoer van 150 kralen wel wat lang is, ging men rozenkransen gebruiken met 5X10 bolletjes voor de weesgegroeten en telkens één bolletje voor het onzevader. Driemaal vijftig is ook honderdvijftig. Zo’n krans ging men een ‘rozenhoedje’ noemen. Elk weesgegroet is als het ware een roos die men Maria aanbiedt om ‘op haar hoed’ te steken…
Een hele geschiedenis dus. Maar ook ons eigen gebedsleven is toch een ganse geschiedenis van leren van anderen, proberen, groeien, niet meer zien, zoeken, vinden en gevonden worden, licht en duisternis - zoals rozen die opbloeien en verwelken en nieuwe rozen die terug uitbotten… om God te eren en ons ‘op te fleuren’.

Pastor Benno.

boeddhistische monnik met ‘japa mala’© Pixabay

maandag 18 oktober 2021

Mag ik u een knuffel geven ?

Deze week mocht ik in het derde leerjaar het verhaal vertellen van de 'Ark van Noach'. Het was van het eerste moment heel stil in de klas, er was volle aandacht. In het begin van het verhaal vertel ik: "God kwam zo dicht bij Noach en Noach kwam zo dicht bij God, dat hij wist wat God van hem wilde". Het gebaar zoals je ziet op de foto ondersteunt die nabijheid van God. Zelf vind ik dat, ook voor mezelf, een heel intens moment. Gods nabijheid voelen, dat is toch het meest zalige wat je kan voelen.
Na het verhaal, de verwerking en het dankmomentje was het speeltijd. De kinderen gingen met de juf naar buiten. Toen kwam opeens een meisje terug de klas binnen en zei: "Juf, mag ik u een knuffel geven?"
Dat moment was voor mij een 'Godsmoment', dit voelde voor mij aan als een knuffel van God.

Durven wij ons nog laten knuffelen door God? Ik vraag mij af hoe dikwijls wij nog de tijd nemen om te  wandelen met God en Hem de kans te geven om dicht bij ons te komen? Ik vraag mij af of wij dan ook beter zouden kunnen onderscheiden waar het op aan komt, of wat er toe doet?

Gisteren morgen zijn we gestart met het eerste jaar catechese. Er was een meisje die het eng vond om daar te blijven zonder haar ouders omdat zij de enige was uit haar klas en niemand kende. Begrijpelijk voor iemand uit het tweede leerjaar. Een kennismakingsrondje met als vraag: naar welke school ga je en in welk leerjaar zit je, leerde dat alle kinderen uit een andere school kwamen. Deze vaststelling maakte het voor haar al een stukje minder eng. Het spreken had haar wat op haar gemak gesteld. Zij kon zich daardoor open stellen om naar het verhaal te luisteren en zelfs actief mee te werken aan de verwondering. Toen ik daar na de middag aan terug dacht merkte ik dat God daar aanwezig was. 
Dicht bij mensen komen en voelen wat hen beroert, kan hen verder op weg helpen, kan hen een stapje vooruit helpen zetten. Zo wil God ook telkens weer dicht bij ons komen en als wij het toelaten, zullen ook wij ontdekken wat Hij van ons wil. Hij zal ons op weg zetten.

Mariette, pastor

"God kwam zo dicht bij Noach en Noach kwam zo dicht bij God,
dat hij wist wat God van hem wilde".

zaterdag 16 oktober 2021

Stilstaan bij het zondagsevangelie

“De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.”

Niets menselijks is de leerlingen vreemd, zou je kunnen zeggen. Het verlangen om het hoger en verder te schoppen dan anderen is van alle tijden en schuilt in elke mens. Blijkbaar is het voor de leerlingen moeilijk om te begrijpen dat het Rijk Gods niet op macht maar op dienstbaarheid is gebaseerd. Vanuit hun standpunt is de vraag van Jacobus en Johannes dan ook begrijpelijk. Ze willen graag delen in de heerlijkheid van Jezus en vragen dus aan Hem om aan Zijn linker- en rechterhand te mogen zitten als Hij in Zijn heerlijkheid gekomen is.
“Meester, wij willen U vragen iets voor ons te doen.” Zo richten ook wij onze smeekgebeden tot God of tot Jezus, omdat wij zo veel te vragen hebben.
Jezus is een goede Meester voor Zijn leerlingen, altijd bereid om te helpen. Dus antwoordt Hij: “ Wat wil je dan dat Ik voor u doe?”. Dat is de dienstbaarheid van Jezus.
Jezus maakt aan Zijn leerlingen en ook aan ons duidelijk dat de Mensenzoon gekomen is om te dienen.
Ware dienstbaarheid is voorrang geven aan de ander, aan de zwakke, de kleine mens eerst.
Dat toont Jezus in al Zijn woorden en daden, tot in het lijden en de dood.
“Wat wil Je dat Ik voor U doe?” is de vraag die Jezus in zijn gebed aan zijn Vader stelt. Tot in de hof van Olijven: “ Vader, Uw wil geschiede”. Zo leert Hij ook ons bidden.

Pastor Chris

Ik hoop dat Ik Mijn Zoon niet voor niets
naar de wereld heb gestuurd - zegt God -
en dat Hij een voorbeeld mag zijn van radicale liefde
en van onbegrensde solidariteit.
Zelfs Zijn eigen leven was voor Hem minder belangrijk
dan het geluk van Zijn medemensen!
Durf jij ook zo te leven?
Durf je het aan om dienstbaar te zijn en,
niet letterlijk wellicht maar in elk geval figuurlijk,
te sterven voor Mijn droom?
Laat je niet dienen,
maar steek zelf de handen uit de mouwen.
Het zal je intens gelukkig maken. 

Erwin Roosen

Jezus dient Zijn leerlingen... en roept ook ons op om te dienen.© Pixabay

vrijdag 15 oktober 2021

Coronavruchten

Is het wel gepast om te zeggen dat ik de laatste tijd af en toe heimwee heb naar de lockdown van het afgelopen anderhalf jaar? Ik weet wel, voor veel mensen bracht die periode van stilstand heel wat onprettigs met zich mee: mensen die ziek werden of erger nog stierven, anderen die het financieel moeilijk kregen, ouders die thuis moesten werken met joelende kinderen rondom zich, … Maar voor velen onder ons was deze lockdown ook een periode van meer mentale rust, van verstilling, van bewustwording dat het ook anders kan. Velen zeiden toen ook dat, wanneer alles voorbij zou zijn, we hieruit zonder twijfel de nodige lessen zouden trekken, en dat het nooit meer als vroeger zou worden. Maar de laatste weken zie ik echter met lede ogen aan hoe de wereld terug naar ‘business as usual’ aan het gaan is, en dat we dus weinig of niets geleerd hebben. Dagelijks zie je hoe de files weer alsmaar langer worden. Ook merk ik hoe mijn agenda terug dichtslibt, en er weinig tijd meer overblijft om bijvoorbeeld een wandeling te maken, een boek te lezen of een bezoekje te brengen aan iemand die het nodig heeft. De drukte en de stress verhinderen ons om creatief te zijn. En was creativiteit nu juist niet iets wat welig tierde in coronatijden? Het is dan ook dringend tijd om dingen waarvan we in corona gemerkt hebben dat ze heilzaam waren, vast te houden en niet te verliezen vooraleer het te laat is en we ze nooit meer kunnen terughalen. Ook in de pastoraal van onze eenheden zijn we door corona zaken beginnen doen die we vroeger niet deden. Deze blog is daar maar één voorbeeld van, en het is gelukkig een blijvertje geworden. Persoonlijk heb ik ook heel veel deugd beleefd aan onze zoomvieringen op zondagvoormiddag. Het was telkens een moment waar ik echt naar uitkeek. Toen we terug eucharistie konden vieren in de kerk, zijn deze zondagse digitale samenkomsten gestopt. Maar omdat we hoorden dat sommigen toch heimwee hadden naar deze momenten van samenkomst op afstand, hebben we met de pastorale ploeg beslist om dit niet los te laten. En volgende maandag gaan we opnieuw van start. Je zou het als het ware ‘zoomvieringen 2.0’ kunnen noemen. Het is onze bedoeling om maandelijks zo’n viering te houden, op een avond in de week, telkens gekoppeld aan één of ander kerkelijk feest. Maandag is het de feestdag van de heilige Lucas, en we willen ons dan ook laten inspireren door wat hij ons te zeggen heeft over hoe we getuige kunnen zijn van de Blijde Boodschap in deze tijd. Wie deze vieringen al heeft meegemaakt, weet hoe het werkt. Als je nog nooit hebt deelgenomen, dan is dit misschien de uitgelezen kans om maandag eens te komen proeven van deze ‘coronavrucht’, want zo mag je het echt wel noemen: een deugddoende vrucht van de coronapandemie. Moest corona niet geweest zijn, zouden we dit immers nooit geprobeerd hebben. Afspraak dus aanstaande maandag om 20 u. om samen van deze vruchten te proeven. Als je wil meegenieten, stuur dan gewoon een mailtje naar mariette.dhondt@gmail.com. Zij wijst jou dan wel de weg.

Pastor Gino


donderdag 14 oktober 2021

Een druppel

‘Ieder voor zich is een druppel, samen vormen wij een oceaan.’ (BZN 10 oktober 2021)

Vaak klinkt het zo: ‘Dit is maar een druppel op een hete plaat.’ Soms is het dan een reden om niets te doen in of aan een bepaalde situatie. Eerlijk, ik herken die houding ook af en toe bij mezelf. Ik denk dat de spreuk van BZN ons niet alleen uitnodigt om niet bij de pakken te blijven neerzitten maar ook oproept tot solidaire inzet. Op je eentje heb je vaak het gevoel dat het toch niets uithaalt wat je doet. Stel je voor dat er slechts enkele mensen op de klimaatbetoging waren. Je zou voor minder de moed verliezen. Juist het zich samen inzetten, er samen de schouders onder zetten geeft bemoediging, vooruitzicht en durf om door te gaan.
We mogen ook bidden om de kracht van Gods Geest opdat we het nooit moe worden om solidair mee te werken aan de opbouw van het Rijk Gods.

Pastor Chris

© Pixabay

woensdag 13 oktober 2021

Eenzaam gestorven

Doorgaans streven we er in deze ruimte naar om een vrolijke en zeker hoopvolle toon aan te slaan. U zal me hopelijk niet al te zeer kwalijk nemen dat ik daar vandaag iets minder in luk. Ik ben immers nogal onder de indruk van het overlijdensbericht, dat mij deze ochtend bereikte. De persoon in kwestie heeft het jaren lang moeilijk gehad. Er was een probleem van verslaving, dat bijna alle relaties had stuk gemaakt. Ik was contact blijven zoeken, al voelde ik wel dat ik wat op afstand werd gehouden en niet echt binnen mocht. Een beleefd en hoffelijk praatje op gezette tijden, sinds covid alleen nog per telefoon. Het is mij niet duidelijk wat er op het einde juist gebeurd is. Men vermoed dat de dood al enkele weken geleden gekomen is, als een dief in de nacht. Het zou kunnen dat het laatste telefoontje dat ik pakweg een maand geleden had, behoort tot de laatste contacten die er zijn geweest, wie weet, misschien zelfs het allerlaatste.
Ik geef toe dat ik er wat koud van word en behoorlijk aangeslagen ben. Hoe kan het toch dat eenzaamheid zo vreselijk kan toeslaan, zo vlakbij, zo onder onze ogen en wij er alleen maar machteloos bij kunnen verwijlen? Natuurlijk is een mens vrij en moeten we die vrijheid respecteren, zelfs waarderen. Maar het kan zo machteloos maken... Het enige wat rest is een gebed; de ander aan Gods zorg toevertrouwen; het is niet zonder betekenis en het troost tegelijk.
Het doet mij ook beter verstaan hoezeer wij mensen er zijn voor elkaar. Ik ga het straffer zeggen: hoezeer wij slechts bestaan, indien we er zijn voor elkaar. Dat is waartoe God ons geroepen, ja, gemaakt heeft. Ondertussen kan ik misschien nog wat extra proberen om te zien waar mensen in nood zijn, en wie weet, er in beperkte mate ook iets aan doen...

Tony, pastor

dinsdag 12 oktober 2021

Rozenkrans (2)

Oktober is de rozenkransmaand. Het rozenkransgebed is een eeuwenoude manier van bidden die ook vandaag nog zinvol kan zijn. Maar heel wat mensen weten niet hoe je eigenlijk met de rozenkrans kunt bidden. In mijn blog van vorige week, dinsdag 5 oktober, heb ik uitgelegd hoe je de rozenkrans kunt gebruiken. Eigenlijk gaat het om een meditatiemethode. Terwijl we het ‘Onze Vader’ en het ‘Wees gegroet’ telkens herhalen, bezinnen we ons over één van de ‘mysteries’ of ‘geheimen’ die betrekking hebben op Jezus en Maria, en dus ook op onszelf.
Het is de gewoonte om op maandag en zaterdag de vijf zogenaamde ‘blijde geheimen’ te bemediteren: de boodschap van de engel aan Maria, het bezoek van Maria aan Elisabeth, de geboorte van Jezus, de opdracht van Jezus in de tempel en de terugvinding van Jezus in de tempel.
Op dinsdag en vrijdag worden de vijf ‘droeve geheimen’ bemediteerd: de gevangenneming van Jezus, de geseling van Jezus, de doornenkroning van Jezus, de kruisdraging van Jezus en de kruisdood van Jezus.
Op woensdag en zondag bemediteert men de vijf ‘glorierijke’ geheimen: de verrijzenis van Jezus, de hemelvaart van Jezus, de neerdaling van de Heilige Geest, de opneming van Maria in de hemel en de kroning van Maria.
En op donderdag tenslotte kan men zich bezinnen over de vijf ‘geheimen van het Licht’: de doop van Jezus in de Jordaan, de bruiloft van Kana, de verkondiging van het Rijk Gods en de oproep tot bekering, de gedaanteverandering van Jezus en de instelling van de eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal.
Tijdens het zeggen van de rozenkrans denken we biddend na over die mysteries en over wat ze concreet voor ons kunnen betekenen.
Bijvoorbeeld: vandaag is het dinsdag en bemediteren we de vijf droeve geheimen. Bij het eerste geheim kunnen we eraan denken hoe Jezus werd gevangen genomen in de hof van Olijven en we bidden voor alle mensen die onschuldig worden vervolgd. Bij de geseling van Jezus bidden we voor de mensen die door ziekte of andere zorgen ‘gegeseld’ worden. Bij de doornenkroning van Jezus bidden we voor allen die bespot worden om hun geloof of hun inzet. Bij de kruisdraging van Jezus denken we aan allen die een kruis te dragen hebben en aan het kruis dat we zelf moeten dragen. Bij de kruisdood van Jezus denken we eraan hoe Jezus zijn leven voor ons gegeven heeft en vragen we om kracht om zelf voor de anderen de kunnen leven.
Eens proberen?

Pastor Benno.

myriams-fotos © Pixabay

zaterdag 9 oktober 2021

Stilstaan bij het zondagsevangelie

Zondag 10 oktober 2021: 28ste zondag door het jaar – B (Mc.10, 17-30)

‘Ga verkopen wat ge bezit.’

“Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwig leven?”
Een heel menselijke en herkenbare vraag: “Hoe kan ik mijn hemel verdienen?”, “Hoe kan ik zin en richting geven aan mijn leven van vandaag?”
Mijn vraag en allicht ook die van u.
Het eerste antwoord van Jezus verwijst naar de tien geboden, de tien woorden ten leven, door God via Mozes aan het volk Gods gegeven.
Jezus volgen gaat verder dan dat. Jezus nodigt de jongeling (en ook ons) uit tot een relatie met Hem en met God: ‘Jezus keek hem aan en ging van Hem houden.’
En onmiddellijk voegt Hij er aan toe: “Ga verkopen wat u bezit en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel. Kom dan terug om Mij te volgen.”
Voor de rijke jongeling was dit blijkbaar een stap te ver.
Ook Jezus’ leerlingen schrokken van Zijn antwoord.
Misschien wij ook wel, want Jezus’ uitnodiging is radicaal: “Volg Mij en laat alles achter waar je teveel aan gehecht bent, datgene wat je enkel voor jezelf wil houden, alles wat je onvrij maakt en je verhindert om écht Mijn leerling te kunnen zijn.”
En als we denken dat die stap zetten niet haalbaar is, dan bemoedigt Jezus ons zoals Hij dat ook met Zijn leerlingen doet: “Bij God kan alles.”
Door te delen kunnen we echte rijkdom verwerven , in deze wereld en in de komende.

Pastor Chris

Wijze mensen, milde mensen
blij met wie ze zijn
en wat hun is gegeven;
die niet hangen
aan geld en goed;
zich niet storen aan andermans meer en beter.

Wijze mensen, milde mensen
vriendelijke ogen
in wie de goede God
ons toelacht.
Mogen ze ons gegeven zijn. (Peer Verhoeven)

 

"Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.”

vrijdag 8 oktober 2021

Saint-Eustache in een flesje

Soms zijn er parochies die lumineuze ideeën hebben. Neem nu bijvoorbeeld de Parijse parochie Saint-Eustache, de gekende kerk naast Les Halles, die nu ongetwijfeld meer bezoekers zal krijgen door de pas geopende Bourse de Commerce ernaast met een deel van de collectie van kunstverzamelaar François Pinault. Vroeger werd deze kerk de ‘kathedraal van les Halles’ genoemd, omdat ze de grootste parochiekerk van Parijs was, tot Saint-Sulpice in de 17de eeuw met die eer ging lopen. De kerk van Saint-Eustache, die sinds 1922 bediend wordt door oratorianen, is al vaker in het nieuws gekomen met bijzondere projecten. Zo hangt in de kerk bijvoorbeeld een triptiek van Keith Haring broederlijk naast het schilderij de Emmaüsgangers van Rubens, en hield de artieste Leonora Hamill in 2014 een performance waarbij een levend hert in de kerk werd losgelaten. Na de kunst heeft de kerk zich aan een nieuwe missie gewijd, namelijk het ontwerpen en verkopen van haar eigen parfum. Samen met een bekende neus (zo heet dat in de parfumwereld) die voor Hermes en Yves Saint Laurent heeft gewerkt, wordt volgende week op 15 oktober het parfum ‘Le Dieu Cerf’ uitgebracht. Het zal online en in de kerk te koop zijn. Het wordt geen wierookgeur, wat je misschien zou verwachten van een parfum door een kerk gecreëerd, maar een houterige geur, omdat Saint-Eustache de patroon van de jagers is. Dat geur belangrijk is, lezen we ook in de Bijbel. Zo schrijft Paulus aan de Korinthiërs: ‘Voor God zijn wij een reukwerk van Christus en het is deze goede geur die we moeten verspreiden’ (2 Kor. 2, 15-16). En was het niet Maria van Bethanië die de voeten van Jezus met geurige olie zalfde? En neen, de verkoop van parfum in Saint-Eustache ruikt niet naar de handelaars in de tempel die door Jezus werden verdreven. Het grootste deel van de opbrengst zal immers besteed worden aan de restauratie van het kerkgebouw en aan de verschillende diaconale projecten die in de schoot van de parochie van Saint-Eustache leven (zo worden onder andere in de wintermaanden dagelijks 300 maaltijden per dag uitgedeeld aan behoeftige mensen). De hoop is dat er 5000 flesjes per jaar verkocht kunnen worden. Creatieve ideeën dus die zonder angst meedeinen op de gevoeligheden van mensen vandaag. Is dat niet schitterend en brengt het de kerk niet bij de tijd? Heeft het trouwens ook niet iets te maken met wat Paus Franciscus bedoelt als hij het heeft over het feit dat de kerk naar buiten moet treden, de wereld in?

Pastor Gino

De kerk van Saint-Eustache in Parijs

donderdag 7 oktober 2021

Vakantie

‘De kunst van het leven is … altijd leven alsof je op vakantie bent.’

Het school- en werkjaar zijn weer een tijdje geleden herbegonnen. Dus ook de drukte die dit met zich meebrengt om alles wat moet gedaan worden ook gedaan te krijgen. Soms lijkt een dag van 24 uur wel te kort. Ik kan me voorstellen dat sommigen (of velen) onder u al uitkijken naar een volgende vakantie. Vooral ook omdat de coronacrisis zorgde (en zorgt) voor de nodige beperkingen.
Ik weet niet hoe u het ziet, maar ik moet voor mezelf toegeven dat ik de kunst om het leven als een voortdurende vakantie te ervaren nog niet bezit. Toch niet elke dag.
Het gaat hier niet om het voortdurend op reis zijn naar weer een andere bestemming.
Voor mij verwijst het naar een stukje uit het evangelie van vorige zondag: `Laat die kinderen bij Me komen, en houd hen niet tegen, want van zulke kinderen is het koninkrijk van God. Ik verzeker jullie, wie het koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, komt er beslist niet in.' ‘(Mc. 10, 14-16)
In het leven kunnen staan met de openheid en onbevangenheid van een kind; met bewondering en verwondering voor wat dagelijks op onze weg komt; met dankbaarheid voor al het goede dat van mensen mogen ontvangen en voor het leven zelf dat we uit Gods hand krijgen.

Pastor Chris

© Pixabay

woensdag 6 oktober 2021

Ben jij ook gevormd…?

Volgende zondag zullen 13 jonge mensen in onze pastorale eenheden gevormd worden en hun eerste communie doen. Vorige zaterdag waren we de hele dag samen en hebben we besproken wat de plaats is van deze sacramenten in het leven. Het treft me dat het deze jongeren raakt, ook al gebeurt het allemaal op een zaterdag, doorgaans een dag voor ontspanning.
Een vormselviering is voor mij altijd een moment om terug te denken aan mijn eigen vormsel, dag die mij nog vrij goed voor de geest staat. Toen werd ook al gezegd dat het eigenlijk allemaal alleen om de cadeautjes te doen was, hetgeen suggereerde dat het inhoudelijk niets te betekenen had. Het klopt ook wel dat zo'n dag centraal staan wel prettig was, of schoon dat in wezen met een verjaardag of andere soortgelijke momenten ook gebeurde.
Zou het alleen dat geweest zijn, een louter ritueel, aangelegenheid voor feestelijkheid, of zou het effectief vrucht hebben gehad? Want dat is toch wat we van het vormsel zeggen: het is een moment waarop de Geest over een mens komt, die vruchten voortbrengt en iemand dus minstens een beetje op een andere wijze doet mens zijn. Of het vrucht heeft gehad in mijn leven, is natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. Ik weet niet hoe mijn leven zou geweest zijn zonder. Ik zie wel een aantal minder voor de hand liggende keuzes, die ik maakte. Misschien waren ze wel het werk van Gods Geest.
Wat ik mij van mijn eigen vormsel echter het meest herinner, is de vreugde van die dag - vreugde om er helemaal bij te horen - bij de groep van de gelovigen. Ik voel ze nog, nog het meest als ik betrokken ben bij het vormsel van anderen. Ik denk dat het vormsel inderdaad een cadeau is: aan de vormeling eerst, maar evengoed aan allen die erbij zijn!

Tony, pastor



dinsdag 5 oktober 2021

Rozenkrans (1)

Oktober is vanouds de ‘rozenkransmaand’. In die maand nodigt de Kerk ons uit om bijzondere aandacht te geven aan het rozenkransgebed. Sommige mensen bidden elke dag van het jaar het ‘rozenhoedje’, een onderdeel van het rozenkransgebed. Anderen vinden het maar niks: een aframmelen van gebeden. Misschien omdat ze nooit echt geleerd hebben om te bidden met de rozenkrans of de ‘paternoster’, zoals in de volksmond wordt gezegd.
Eigenlijk is het rozenkransgebed een gebedsmethode, of liever nog: een meditatiemethode, een manier om te mediteren die verwant is met soortgelijke methoden in de Islam en het Boeddhisme.
Eerst en vooral: wat is een rozenkrans of paternoster? Het is een gebedssnoer met aan het uiteinde een kruisje, en dan één bolletje met daarna drie bolletjes. Dan komt het eigenlijke snoer met vijfmaal één bolletje telkens gevolgd door tien bolletjes.
Hoe bid en mediteer je met de rozenkrans? Met het kruisje in de hand maak je eerst een kruisteken en daarna zeg je de geloofsbelijdenis: ‘Ik geloof in God, de almachtige Vader…’
Dan neem je het eerste bolletje na het kruis tussen je vingers en je bidt het ‘Onze Vader’. Vervolgens komen er drie bolletjes, waaraan je telkens bidt ‘Wees gegroet, Maria…’, ter ere van Maria die zoals wij kind is van de Vader, maar ook moeder van Gods Zoon en Bruid van de Heilige Geest.
En je besluit: ‘Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.’
Daarna komt er telkens één bolletje gevolgd door tien bolletjes. Bij het eerste afzonderlijke bolletje bid je telkens het ‘Onze Vader’ en bij de tien bolletjes telkens het ‘Wees gegroet’. Na het tiende bolletje zeg je weer: ‘Eer aan de Vader…’ en zo vijfmaal.
Maar dat is nog niet alles. Zo kan het inderdaad snel een ‘aframmelen’ worden. De bedoeling is dat we tijdens het uitspreken van de woorden ons bezinnen over de ‘mysteries’ of ‘geheimen’ uit het leven van Jezus en Maria. De woorden op onze lippen dienen eigenlijk maar om het ritme en de tijd van onze meditatie aan te geven. Ritme brengt rust. Terwijl we de woorden van het ‘Onze Vader’ en het ‘Wees gegroet’ telkens herhalen, denken we rustig na over één van de ‘geheimen’: de vijf blijde, droeve en glorierijke geheimen en de geheimen van het Licht. Daarover volgende keer meer. Wil je al eens proberen? Meditation is good for you.

Pastor Benno.

© Pixabay

maandag 4 oktober 2021

Hoe gaat het met jou?

Onlangs zag ik een programma van Lieve Blancquaert over relaties in Japan. Het land waar alles maakbaar lijkt te zijn telt het grootste aantal singles. Mensen hebben zo'n hoge verwachtingen van hun partner dat ze uit schrik om niet te voldoen liever alleen blijven. (Er was een getuigenis van iemand die 49 punten had waaraan haar partner moest voldoen.) Het gevolg is dat in het land waar alles maakbaar lijkt te zijn, er de grootste eenzaamheid is.
We zien het ook om ons heen gebeuren, ook hier neemt de eenzaamheid toe. Het ergste vind ik dat we het op den duur normaal gaan vinden of er ons bij neerleggen.
De reportage van Lieve Blancquaert kwam terug in mijn gedachten toen ik vorige week op de radio hoorde dat één van de grote supermarkten volgende maand een nieuw soort kassa zal invoeren: een 'kletskassa'. Een kassa waar de mensen zoals vroegen bij de bakker of de slager een babbeltje kunnen doen. Onderzoek had uitgewezen dat veel mensen nood hebben om gewoon eens te kunnen 'babbelen' over koetjes en kalfjes. Het zou hen een stukje uit hun eenzaamheid halen.
Ik vraag mij af of hier niet een taak is weggelegd voor ons als Kerk, voor ons als Christen?
Heeft Jezus ons niet het voorbeeld gegeven? Hij bracht mensen bijeen, Hij ging bij mensen op bezoek, Hij luisterde naar mensen, bracht hen een Blijde Boodschap en hielp hen opnieuw rechtop. Alles wat belangrijk is om mensen opnieuw kansen te geven.
Laten we ons niet verstoppen achter de tijdsgeest  maar zoals Jezus, mensen 'leven geven'.

Pastor Mariette

© Pixabay

zaterdag 2 oktober 2021

Stilstaan bij het zondagsevangelie

Zondag 3 oktober: 27e zondag door het jaar – B (Marcus 10, 2-16)

In het evangelie van deze zondag gaat het over man en vrouw en over kinderen. Twee zeer levensnabije thema’s.
In zijn antwoord op een vraag van de Farizeeën haalt Jezus een tekst aan uit het Scheppingsverhaal in het eerste boek van de Bijbel, Genesis: “Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw en deze twee zullen één vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, één vlees als zij geworden zijn”. Een zeer krachtige tekst. Man en vrouw worden “een vlees”, een Oosterse en poëtische manier van zeggen die betekent dat man en vrouw een diepe eenheid gaan vormen, zoals het menselijk lichaam een eenheid is. De bedoeling van het huwelijk is dus dat man en vrouw als een eenheid leven en handelen. Geen eenheid uiteraard waarbij de eigen persoonlijkheid van de één en/of de ander wordt onderdrukt of vernietigd, maar waarbij het samenleven als koppel voor beiden een verrijking, een opbloeien van iets nieuws - een nieuw geheel, een nieuwe levensvorm- wordt. Zo delen man en vrouw in Gods scheppingskracht, zij werken mee met God die steeds weer nieuw leven brengt.
En, voegt Jezus eraan toe, “wat God dus verbonden heeft, mag een mens niet scheiden”. Dat is in deze tijd een heikele zin, want wat betekent dat in verband met echtscheiding? In elk geval verklaart deze zin waarom de Kerk zo vasthoudt aan de onverbreekbaarheid van het huwelijk in een samenleving waarin echtscheiding heel gewoon wordt. De Kerk kan niet zomaar doen alsof Jezus deze uitspraak niet gedaan heeft. Maar ze kan wel begrip tonen voor echtgescheidenen. Ook zij hebben een plaats in de Kerkgemeenschap.
Man en vrouw krijgen kinderen. Zij geven het leven verder. Zij scheppen nieuw leven. Ze zijn letterlijk ‘creatief’. In dit evangelie lezen we nog hoe mensen hun kinderen bij Jezus brengen om hen te laten aanraken, zegenen. Zij voelen spontaan aan dat God in Jezus toekomst schept voor hun kinderen, met hen op weg gaat. Het is voor Jezus de gelegenheid om ons iets te leren over het ‘Rijk van God’, de werkelijkheid zoals God ze wil en die onder ons aan het groeien is: “aan hen die zijn zoals de kinderen behoort het Koninkrijk van God”. Zoals kinderen open, fris en ontvankelijk in het leven staan, zo kunnen volwassenen met dezelfde ingesteldheid de werkelijkheid en de werking van God ontdekken.

Pastor Benno.

vrijdag 1 oktober 2021

Te Deum laudamus!

Afgelopen zondag ben ik naar Bozar geweest om te gaan luisteren naar Vox Luminis en het Freiburger Barockorchester. Ze brachten er de Coronation Anthems van Händel. Het was het eerste weekend dat Bozar voor concerten het ‘covid safe ticket’ gebruikte. In dat geval mogen de bezoekers zonder afstand en zonder mondmaskers het concert bijwonen. Ik had de indruk dat dit voor vele concertgangers wat vreemd was, want de meesten hielden zelfs tijdens het concert het mondmasker nog steeds op. Ik hield mijn mondmasker in mijn binnenzak, maar voelde me tussen de vele gemaskerden eigenlijk een beetje naakt en in overtreding, ofschoon het weglaten van het masker dus volkomen toegelaten was. Ik moest denken aan de vele jongeren die de afgelopen weken tijdens de eerste ‘covid safe ticket evenementen’ op het nieuws werden geïnterviewd en vertelden hoe blij en uitzinnig ze waren dat die mondmaskers eindelijk af mochten. Blijkbaar is het Bozar-publiek wat terughoudender en voorzichtiger. Genoeg nu over die maskers, maar iets meer over de muziek. Gezien de Coronation Anthems (slechts vier stukken) niet zo lang zijn, werd het concert aangevuld met enkele Te Deums, trouwens eveneens gezangen die net zoals de Coronation Anthems gezongen worden bij kroningen en liturgische feesten ter ere van de vorst. Zo wordt het Te Deum bij ons steevast gezongen op de nationale feestdag en op de dag van de dynastie. Toen ik dit in het programmaboekje zag staan, was ik wat ontgoocheld. Ik ben namelijk geen grote fan van dit lied, vooral omdat ik in hoofdzaak het gregoriaanse Te Deum ken. Maar werd ik daar na de pauze zondagavond even van mijn sokken en mijn stoel geblazen! Koor en orkest brachten namelijk het Te Deum van Michel-Richard Delalande ten gehore (hier kan je de opening van dit Te Deum beluisteren), een componist die als opvolger van Lully aan het hof van Versailles zijn pluimen heeft verdiend. Het Te Deum was schitterend getoonzet en nam mij helemaal mee! Het zorgde ervoor dat ik thuis nog even de tekst van dit lied ter hand heb genomen. Ik besefte hoe rijk die tekst wel is en dat ik lange tijd ten onrechte enig misprijzen had voor dit lied. Het Te Deum is een lofzang die dateert van 400, gebaseerd op Bijbelse passages. Het wordt toegeschreven aan Nicetas van Remesiana. Wat vooral belangrijk is in dit lied is dat God er geloofd wordt. Te Deum laudamus, zo klinken de eerste woorden: ‘God, U loven wij; Heer, U prijzen wij. Eeuwige Vader, U eert de ganse aarde’. Loven is iets wat we meestal niet zo vaak doen, niet bij elkaar, en ook niet bij God. We gaan nogal vlug over in ons gebed naar het vragen aan God. In de beste gevallen en in onze edelste momenten is er ook plaats voor danken. Maar loven is nog iets heel anders. Als je dankt, kijk je naar wat God je heeft gegeven. Je dankt Hem daarvoor. Bij lofprijzen gaat het nog meer om God. Dan staat vooral de gever centraal. Aanbidden gaat nog een stapje verder. Je bent zo geconcentreerd op Hem dat jij er zelf niet meer toe doet. Je verliest als het ware jezelf in God. Lofprijzing mondt vaak uit in aanbidden, ook in de laatste psalmen. Wat ik na dat concert zondagavond beseft heb is dat ik God misschien af en toe wat meer moet loven en aanbidden. Hoe dus een onschuldig concert ons soms onverwachts met onze neus op ons gebedsleven kan drukken…

Pastor Gino