Het klopt wel dat het leven herneemt, maar het is dus anders. Vertrouwdheid is er niet meer (of: nog niet) helemaal. Het lijkt wel alsof we leven 'in een andere stad'. Of 'in een ander land'.
Hebt u er ooit bij stilgestaan dat, historisch gesproken, de eerste plaats waar Israël zijn God is tegengekomen, de woestijn was? Men was net gevlucht uit Egypte en begonnen aan een tocht die veertig jaar zou duren, méér dan één generatie. Het was een nomaden volk, een volk van zwervers. 'Thuiskomen' is voor nomaden iets speciaal, heeft steeds iets voorlopig. Men is altijd onderweg, er volgt telkens weer een nieuwe plek. Zou het toeval zijn dat men juist in die toestand 'van blijvende voorlopigheid' God op het spoor kwam: door dieper te kijken dan de alledaagse routines (die er niet meer waren), de courante gewoontes of al datgene waarvan mensen zeggen "het is altijd zo geweest" - omdat dat allemaal niet is - dat men dieper begint te kijken en zich de vraag stelt wat er werkelijk toe doet? Juist dàn komt men God op het spoor...
Is het "voorlopige land", waarin wij hier nu leven, echt in alle opzichten een opgave en moeten we zo snel mogelijk proberen terug te keren naar "het normaal" dat we altijd gekend hebben, of zouden er in deze dagen ook buitenkansen kunnen liggen?
Tony, pastor