vrijdag 26 juni 2020

Ga deze zomer op zoek naar de meest originele muurtekening

Zonder twijfel is Venetië mijn lievelingsstad. Ik ben er al vele malen heen geweest, en nooit raak ik uitgekeken op zoveel schoonheid. Telkens springen mij als het ware de tranen in de ogen als ik de stad in de lagune opnieuw zie opdoemen bij aankomst. Vele mensen beweren dat Venetië te druk is en overvol is omwille van de toeristen. Dat is ten dele ook zo, maar van zodra je de grote toeristische paden verlaat, is het zalig toeven in deze wonderbare stad, en kan je soms op heel veel plaatsen helemaal alleen zijn. Ook ’s avonds, wanneer de massa’s dagjesmensen terug weg zijn, is Venetië een oase van rust. Ik doe niets liever dan me laten verdwalen door de talloze steegjes. Want verdwalen doe je er echt. Vaak moet je op je passen terugkeren omdat je plots in een doodlopend straatje op het water stoot. Maar dat is juist de charme ervan. Ook vorig jaar was ik er naar aanleiding van de biënnale. Tijdens zo’n periode is er natuurlijk van alles te beleven, en overal is er hedendaagse kunst te zien, te veel om het allemaal in je op te nemen. Natuurlijk is het ene kunstwerk al meer de moeite waard dan het andere. Maar soms zie je ook gewoon in de straten kleine pareltjes. Zoals dit schilderijtje dat iemand gewoon op de muur had aangebracht. Je kan het moeilijk grootse kunst noemen, het neigt eerder naar kitsch, maar het tovert wel een lach op je gezicht. En is dat niet precies wat kunst zou moeten doen, één of andere reactie in je oproepen? Het is een madonna met kind, maar dan onder water, beiden met een duikbril op. Het stukje straatkunst trof ik aan vlak aan het Giudecca-kanaal, één van de belangrijkste en drukste kanalen van Venetië. Een omstreden plek, omdat daar ook de grote cruiseschepen passeerden, toen er van corona nog geen sprake was natuurlijk. De muurschildering is tevens bijna een bede van een gelovige Venetiaan dat Maria zijn stad, waar het water zo belangrijk is, zou mogen beschermen. Waarom vertel ik dit verhaal nu? Om je zin te doen krijgen om naar Venetië te gaan? Misschien nog zo geen slecht idee nu de stad deze zomer rustiger zal zijn zonder de grote hordes toeristen! Ik vertel het vooral omdat het ons kan helpen om oog te hebben voor de vele mooie verborgen dingen die je kan zien wanneer je door een stad loopt. Vooral dergelijke muurtekeningen zijn vaak heel inspirerend. Je vindt ze in alle steden, ook in Brussel. Ik nodig je dan ook graag uit om deze zomer met open ogen door de stad te lopen, of het nu in eigen land is of daarbuiten, en originele muurtekeningen te fotograferen. Stuur ze door naar sint.franciscus@skynet.be, en wie weet kunnen we op onze website, op onze blog of in Kerk en Leven enkele mooie exemplaren met elkaar delen.

Pastor Gino


woensdag 24 juni 2020

Spookfietser

U bent zich daar misschien niet van bewust, maar er bestaan ook spookrijders op de fiets - spookfietsers, zeg maar. Juist zoals voor de wagen, bestaan er fietspaden éénrichtingstroken en is iemand die in de andere richting rijdt, is dus 'een spookfietser'. (Wie er minder vertrouwd mee is: als je het geschilderde fietsje op het fietspad ondersteboven geschilderd ziet, dan zit je waarschijnlijk fout...) Ik reed enkele dagen geleden op één van de (oude) fietspaden van de Wetstraat (u weet wel, die baan waar zo goede lucht was in de tijd van de lock down), meer bepaald ter hoogte van de Maalbeekdaltuin, vlak bij het Berlaymontgebouw,  waar over een korte afstand het fietspad dubbel is en in de twee richtingen mag gefietst worden. Dit blijkt niet zo algemeen geweten want een fietser, die uit de andere richting reed, snauwde mij met zeer luide stem iets toe, als was het een publieke vermaning, dat klonk als "eenrichtingsverkeer". Er klonk boosheid en zelfs frustratie in door.  Ze had gelijk: er bestaan inderdaad eenrichtingsfietspaden. Maar ze was ook fout, want hier was dat niet het geval. Nu zou ik graag van de fiets zijn gestapt om met de dame in kwestie in gesprek te gaan en rustig één en ander uit te leggen, maar in die jachtige omgeving was daar geen tijd voor en elk zette zijn weg schijnbaar onverstoord verder.

Ik heb me afgevraagd of het vaak gebeurt dat ikzelf iemand terecht wijs (of zelfs veroordeel) terwijl ik ongelijk heb en de ander niet de kans krijgt om te reageren. Ik had ooit een prof, die mij leerde dat waarheid, die niet in dialoog treedt, waan blijft. Zou niet juist de onwaarheid - en de overtuigdheid van het eigen gelijk - het echte virus zijn van deze tijd? Fake news... ja, ook daar kunnen 'mondmaskers' misschien helpen om verspreiding te voorkomen, maar het zijn toch vooral 'hoorapparaten' die helpen om ervan te genezen...


Tony, pastor.


maandag 22 juni 2020

In ballingschap?

Zal de tijd van voor Covid 19 nog we terugkeren? Een vraag die ik mij de laatste tijd wel eens stel. Zullen we onze familie, onze naasten nog kunnen knuffelen zonder angst op besmetting. Kan je leren leven zonder?Want wie kan leven zonder die tastbare liefde?
Deze vraag bracht mij bij het verhaal van de ballingschap. Toen de Babyloniërs het volk van God verdreven uit Jeruzalem leeft bij hen ook de vraag: Zullen wij Jeruzalem ooit nog terugzien? Kunnen we bidden tot God, kunnen we Gods nabijheid ook voelen buiten Jeruzalem?

Wat leert de ballingschap ons in tijden van corona pandemie? Als we terugkijken naar de lockdown, zijn we nog altijd in ballingschap? Misschien vind je het antwoord wel in het verhaal van de ballingschap en de terugkeer.

Mariette, pastor


donderdag 18 juni 2020

Jesus’ blood never failed me yet

Op zaterdagvoormiddag luister ik graag naar het programma ‘De liefhebber’ op Klara waar Katelijne Boon in het muzikale verleden en de platenkast van een bekende muziekliefhebber duikt. Afgelopen zaterdag was het de beurt aan Jan Hautekiet. Soms doe je tijdens dat programma bijzondere muzikale ontdekkingen. Zo ook afgelopen zaterdag. Hautekiet stelde een nummer voor dat ik nog nooit gehoord had, maar dat diepe indruk op mij maakte. Het gaat om het nummer ‘Jesus’ blood never failed me yet’ van Gavin Bryars. Wat is het verhaal achter dit lied? In 1971 maakt documentairemaker Alan Power een film over zwervers rond Waterloo Station in Londen. Hij krijgt verschillende zwervers voor zijn camera en microfoon die allerhande dingen zeggen, maar ook zingen: liefdesliedjes, stukjes opera, eigen verzonnen teksten. Een van de gefilmde zwervers zingt haast onhoorbaar en constant ‘Jesus blood never failed me yet. There’s one thing I know, for he loves me so…’. Wellicht had hij het als kind op zondagsschool geleerd. Hij zingt het met een gebroken stem, voortdurend na elkaar, als een soort eindeloze loop of mantra. Vrij vertaald betekent het ‘Jezus’ bloed heeft mij nog nooit in de steek gelaten. Want er is één iets dat ik weet, namelijk dat hij mij ontzettend liefheeft.’ Het stukje heeft de documentaire niet gehaald. Maar Gavin Bryars, die de muziek bij deze documentaire moest maken, bleef het wel bewaren, omdat het hem intrigeerde. Rond dit deuntje maakte Bryars een prachtig muziekstuk van 25 minuten lang. Later kwam er ook nog een versie van 60 minuten en van 74 minuten. Het stuk is een krachtig statement. De woorden van de zwerver getuigen van vertrouwen op Gods liefde temidden de eenzaamheid en temidden de perikelen van het leven. De stem van de zwerver klinkt bijna als die van een engel die ook nu vandaag nog ons moed inspreekt. Kort na de opname stierf de oude zwerver trouwens. Het doet bijna de indruk wekken dat zijn opdracht vervuld was, en dat hij kon heengaan nu zijn boodschap van liefde en vertrouwen door de wereld was gehoord. Trouwens, het lied vormt de perfecte preek bij het evangelie van komende zondag, waar Jezus ons oproept om niet bevreesd te zijn, want alle haren op ons hoofd zijn geteld (Mt. 10, 26-33). Daarom nodig ik je uit om echt eens de tijd te nemen en naar dit lied in zijn volle 25 minuten te luisteren. Ik verzeker je dat dit bad van 25 minuten je niet koud zal laten…

Pastor Gino


woensdag 17 juni 2020

Alcoholverslaving

De deuren van de kerk stonden zondag dubbel groot open en uit een ooghoek kon ik zien dat de mensen die binnenkwamen zichzelf trakteerden op een druppel (we hadden twee flessen alcohol klaargezet - u weet wel, met zo'n pompje), al waren de stewards nog niet aangekomen en stond er dus niemand bij om daartoe uit te nodigen. Blijkbaar hebben we het ondertussen allemaal voldoende in ons, opdat niemand het eigenlijk nog hoeft te zeggen dat een geutje bij het betreden van een gebouw de norm is.
Sommigen zullen denken dat het overdreven is. Zij zouden kunnen spreken van een alcoholverslaving, per definitie geen goede zaak. In bijbelse termen is verslaving hetzelfde als "een boze geest" (een demon, de duivel), want regelmatig staat in de bijbel dat iemand "in het bezit was" van een boze geest, dat is het zelfde als er "slaaf van zijn", waarvan ze (door Jezus) moesten "bevrijd" worden.
Als zij spreken van 'verslaving' - inderdaad altijd een vorm van overdrijven - is dat omdat volgens hen de kans op het virus zo minuscuul is, dat we ons niet in die mate collectief moeten inspannen met ontsmetten, afstand houden en diens meer.
Zeker als we geconfronteerd worden met de totaliteit van de beperkende maatregelen bij het vieren van de Eucharistie, klinkt effectief wel af en toe de reactie dat we overdrijven. Ofschoon ik moet toegeven dat het aantal negatieve reacties beperkter is dan ik vreesde en dat het begrip, waarmee we geconfronteerd worden, groter is dan we hoopten. Welnu: mag ik u danken voor uw begrip en wilt u onze excuses aanvaarden omdat het allemaal zo gekadreerd verloopt in de viering, al hebben we daar zelf geen "schuld" aan, in tegendeel: het is niet alleen onze wettelijke plicht, maar ook onze morele, want ieders gezondheid gaat ons ter harte.
Wat de verslaving betreft: het evangelie getuigt dat er mensen waren die van Jezus zeiden dat Hij "een wijndrinker" was. U weet wel: de kunst van de mate(n)!

Tony, pastor

dinsdag 16 juni 2020

Eindelijk… weer samen eucharistie vieren!

Je hoort het soms zeggen: "het is maar als je het mist dat je weet hoeveel het voor jou betekent." Het  samen eucharistie vieren, de gemeenschap... ja, ik heb het gemist.
En toch ging ik zondag met lome benen naar de eucharistieviering. Wat zou het worden met al die voorschriften? Een gemeenschap waar je afstand moet houden. Kan je dan wel gemeenschap vormen? Ik kon de mensen niet verwelkomen zoals ik gewoonlijk doe. Het deed mij wel wat.
En een viering zonder liederen, wie zit daar nu op te wachten? Gelukkig mocht het orgel wel.
En toch, ik kan je vertellen dat het een van de meest intense vieringen is sinds jaren. Juist doordat de viering zo sober was klonk het woord des te sterker. Het kwam binnen en het ontroerde mij bij momenten. Er kon geen betekenisvoller zondag gekozen worden; de herstart van de eucharistieviering op Sacramentsdag. Alsof de lezingen speciaal voor deze dag gemaakt waren.
Omdat we met Pasen de nieuwe paaskaars konden laten branden en het de eerste viering was sinds Pasen, gaf het ontsteken van de paaskaars een extra dimensie aan de viering. Christus werd symbolisch in ons midden gebracht.
Na de viering: de gelukkige blikken, het groeten van ver, even zwaaien naar elkaar en een woordje op afstand, maakten dat het gemeenschapsgevoel toch heel sterk voelbaar was.

Ik het filmpje hieronder kan je zien hoe we zijn gestart, met de grootste zorg voor de veiligheid. De warme welkomstwoorden van pastor Tony maakten ons stil en klaar om de eucharistie goed te kunnen vieren.

Mariette, pastor

vrijdag 12 juni 2020

Zingen maakt gelukkig

Dit weekend is het zover. Dan mogen we terug samenkomen om de eucharistie te vieren. Weliswaar met heel wat restricties. Het zal heel anders zijn dan gewoonlijk. Eén van de vreemdste dingen zal zijn dat de gemeenschap niet mag zingen. Zoals ik hier reeds in deze blog op 30 april geschreven heb, is zingen heel gevaarlijk voor het verspreiden van het virus. En nochtans is zingen voor de liturgie zo belangrijk. De constitutie voor de liturgie ‘Sacrosanctum Concilium’ van het Tweede Vaticaans Concilie zegt dat liturgische zang een ‘noodzakelijk en integraal deel’ uitmaakt van de liturgie (SC 112). Ook in de Bijbel prijst Paulus het zingen. Zo bijvoorbeeld in zijn brief aan de Efeziërs waar hij zegt: ‘Spreek elkaar toe in psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zing en speel van ganser harte voor de Heer.’(Ef 5, 19) Zingen is bij hem dus een manier om God op een dankbare en lovende wijze toe te spreken, en het getuigt van onze gedrevenheid door de Geest. Hetzelfde zegt hij ook tot de gemeente van Kolosse: ‘Zing voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en geestelijke liederen.’ (Kol 3, 16) Een liturgie waar gezongen wordt, tilt die viering uit boven het gewone en het alledaagse, het verheft ons hart. Ook verlenen liederen in de liturgie diepgang aan wat gezegd en gehoord werd, het begeleidt de liturgische handeling, en bovenal bevordert zingen het gemeenschapsgevoel. Niets is zozeer verbindend als samen te kunnen zingen. En tenslotte: 'zingen maakt gelukkig'! Het was en is sinds lange tijd de titel van de zangbundel op de Universitaire Parochie van Leuven. Ik vertel dit alles niet om de rebel in jou wakker te maken zodat je aanstaande zondag in je eentje uit volle borst gaat staan zingen om een liturgisch statement te maken. God beware ons ervoor! Momenteel is de gezondheid van allen het belangrijkste, en daar moet een perfecte liturgie maar eventjes voor wijken. Maar ik vertel het in de hoop dat we ons meer bewust zouden worden van datgene wat we zullen missen, om het dan daarna, wanneer zingen terug toegelaten zal zijn, des te meer te kunnen appreciëren. Door iets niet meer te kunnen of mogen doen, besef je soms veel beter de grote waarde van datgene wat je moet ontberen. Het noodgedwongen moeten beleven van halfslachtige liturgie kan ons misschien helpen om de volle liturgie te kunnen herontdekken en beter te waarderen. En bovendien, als we in de liturgie de komende weken niet kunnen zingen, dan kunnen we ook nog altijd op andere plekken zingen: onder de douche, in bad, in de huiskamer, of terwijl je naar Klara, Bruzz, of wat dan ook luistert. De VRT riep via al zijn zenders afgelopen zondag trouwens op om omstreeks 20.05 u. allemaal samen ‘Here Comes The Sun’ van The Beatles te zingen, juist als teken van verbondenheid. Misschien heb jij ook wel meegedaan. De opname van jouw ‘performance’ mocht je dan achteraf opsturen. Het was de afsluiter van het online-event ‘Singing Brussels’ van Bozar. Naar aanleiding daarvan maakte Sander De Keere van Klara een interessant filmpje over de vraag ‘Waarom zingen wij zo graag?’. Van datgene wat er gezegd wordt is heel wat ook toepasbaar op de liturgie. Het filmpje kan je hier bekijken. Leuk detail: als je heel goed oplet, dan zal je wellicht hier of daar een bekend gezicht zien…

Pastor Gino



woensdag 10 juni 2020

Eucharistie vieren in coronatijd

Nadat de kerken bijna een heel seizoen gesloten bleven, ging het plotseling nog vrij snel: op 3 juni werd bekend gemaakt dat we opnieuw in de kerk mogen zijn vanaf maandag 8 juni. Dat bericht vervult ons met twee verschillende gevoelens. Natuurlijk is er grote vreugde, omdat we na 13 weken opnieuw in de kerk mogen en Eucharistie kunnen vieren, waartoe we als Christen geroepen zijn - Eindelijk!! Maar er is ook een grote bezorgdheid. De liturgie zal anders zijn dan vroeger, er is immers nog steeds virus in omloop en we dragen een grote verantwoordelijkheid om elkaar te beschermen. De nationale veiligheidsraad verplicht ons - met reden! - om een protocol te volgen dat uit vijftien bladzijden bestaat. Daarin wordt de toegang tot de kerk beperkt (minstens drie kwart van de stoelen moet ongebruikt blijven), de liturgie is anders (alleen gelezen missen: zingen is erg besmettelijk, we moeten gaan zitten op de plaatsen die men ons toewijst, communie geven is bijna een evenwichtsoefening...)
Als voorgangers zijn we ons erg bewust van onze verantwoordelijkheid. We mogen niet zoals vroeger van kerk naar kerk hollen, om daar snel de viering te beginnen. We zullen tijd moeten nemen om alles grondig en voorzichtig aan te pakken. We willen geen fouten maken, waar anderen mogelijks slachtoffer van zouden kunnen worden. (Om te voorkomen dat de hostieschalen door meerdere mensen wordt aangeraakt, zal de voorganger zelf de gaven vooraf klaarmaken in de sacristie, na de nodige ontsmetting enzovoort.)
We kiezen er daarbij voor om zoveel mogelijk de zelfde priester te laten voorgaan in dezelfde kerk, zodat we zo snel mogelijk gewoon zijn aan de nieuwe procedures en alle gewoontes van de gemeenschap.
Pater Ludwig zal de komende tijd echter niet beschikbaar zijn en we moeten het dus doen met één pastor minder.
Daarom hebben we in overleg met de pastorale ploeg beslist om in onze kerken tot eind augustus slechts om de veertien dagen te vieren (behalve in de gemeenschapskerken Sint Jozef en OLV van Stokkel). Dat zal voor velen allicht moeilijk zijn, maar we hopen niettemin op uw begrip.
Om het allemaal op rustige en vlotte wijze combineerbaar te maken, zouden we in drie kerken het begin uur van de mis willen aanpassen: In Vogelzang en Stokkel een kwartier vroeger, in Sint Jozef een half uur later. Hopelijk levert dat voor niemand onoverkomelijk probleem.
We zullen samen de risico's moeten leren beheersen, vooraleer we opnieuw met uitbundigheid kunnen vieren. Laten we de tijd nemen die nodig is om daarnaar te kunnen groeien.

uw pastores


Ouder en kind

Vorige zondag vierden we het feest van de heilige Drievuldigheid. Ik vermoed dat de drievuldigheid in het geloof van velen "een knoop" is: niet zo eenvoudig te ontwarren. Zelf ben ik anders gaan kijken naar dit geloofsthema op het ogenblik dat de relatie met mijn ouders veranderde.
De laatste keer dat ik mijn vader vele jaren geleden thuis heb gezien, vroeg hij mijn hulp bij het repareren van een deurslot. Terwijl ik dat voor hem deed zat hij naast mij. Hij gaf op het juiste moment het werktuig aan, dat ik nodig had en keek voor het overige toe. In een flits zag ik mezelf als kind, onafscheidelijk naast hem, terwijl hij handig één of andere klus klaarde, terwijl ik toekeek en op de duur hamer of schroevendraaier aangaf, naarmate ik aanvoelde wat hij nodig had. De rollen waren omgekeerd: de vader was als een zoon geworden en de zoon stond daar wat aarzelend met een wat aarzelende zorg. Met mijn moeder is het vandaag juist zo. Zij is ondertussen zorgbehoevend geworden. Ze laat zich nu helpen: vraagt hulp en is dankbaar om de antwoorden. Ook die relatie is omgekeerd: de kinderen dragen de ouderlijke zorg en de ouder aanvaardt het met een kinderlijke ontvankelijkheid.
Mag ik Gods drievuldigheid hiermee vergelijken? Natuurlijk niet, mank, zoals alle vergelijkingen, zou het immers kunnen doen denken dat God onze zorg nodig heeft.
En toch, want maakt mijn verhaal ook niet duidelijk dat de liefde meerdere gestalten heeft en de ander in diverse rollen tegelijk kan nabij zijn? Dat is het alleszins wat God, die liefde is, in de gestalte van Vader, Zoon en Geest met ons doet...

Tony, pastor

dinsdag 9 juni 2020

Zalig

Vandaag zijn de café’s en de restaurants opengegaan. De lagere scholen openen eveneens hun deuren voor alle leerlingen. En ook de kerken openen hun deuren. De ‘publieke eredienst’ is terug toegelaten. In een aantal kerken wordt vanaf vandaag terug de eucharistie ‘openbaar’ gevierd. In andere is het nog even wachten. Het is een mooi toeval dat het evangelie van deze dag – de ‘maandag in de tiende week door het jaar’- het evangelie van de Zaligsprekingen (Mt 5,1-12) is. Dat evangelie lezen we natuurlijk ook op het feest van Allerheiligen, maar in de doorlopende lezing van het Matteüsevangelie op weekdagen, waar we nu aan bezig zijn, is dit evangelie vandaag aan de beurt. Toevallig. Hoewel, zoals kardinaal Danneels wel eens zei, “in de liturgie bestaat geen toeval”. De Zaligsprekingen als nieuwe start na de lockdown is wel echt een statement. “Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden”. We denken aan al die mensen die treuren om een overledene, of die treurig zijn in hun eenzaamheid. “Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,want zij zullen verzadigd worden”. We denken aan wat er gebeurt in de Verenigde Staten en aan de manifestaties tegen racisme in ons land gisteren. Is er iets veranderd in onze samenleving? Heeft de lockdown iets veranderd in ons? Hebben die twee maanden crisistijd en afzondering ons doen nadenken? Gaat de hele mallemolen terug opnieuw beginnen? Eén goed nieuws: katje Lee moet vooralsnog niet afgemaakt worden en hoeft ook nog niet terug naar Peru. De niet-kattenliefhebbers zeggen: “het is toch maar een kat”. Tja. Inderdaad, het is maar een kat. Er wordt ook gezegd: ‘het is maar een zwarte”. En tijdens de coronacrisis is ook gezegd over de rusthuisbewoners: “het zijn maar oude mensen”. Zoals we ook horen zeggen ’het zijn maar Marokkanen’. Of ook: ‘het zijn maar Vlamingen’. Gaat er iets veranderen? Het was tijd dat we de Zaligsprekingen nog eens hoorden: “zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten; zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden; zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden”. Gaat het deze keer lukken?

Pastor Benno.

Niet katje Lee uit Peru,
maar oude kat Giscard van Stokkel

zondag 7 juni 2020

Blog na de lockdown

Op 15 maart mochten we geen Eucharistie vieren. Ieder moest in zijn kot blijven. Ons parochieleven, dat toch, zoals elk kerkleven, draait om ontmoeting en nabijheid, ging een moeilijke periode tegemoet. Deze blog had als doel om de gemeenschap te helpen door met 'spirituele vitamientjes' deze tijd van afzondering te overwinnen.
Waar we misschien aanvankelijk nog de indruk konden hebben dat dit iets zou zijn voor enkele dagen of hooguit weken, bleek al snel dat zeker Pasen en op de duur ook Pinksteren zonder liturgie zouden gevierd worden dit jaar. De nood aan de blog, zo leerden de reacties, bleef bestaan en we gingen er dus mee door. Er kwam een bijkomend objectief om de gemeenschap te helpen om Goede Week, Pasen, Paastijd, Pinksteren... toch zo goed mogelijk te beleven.
Al die tijd mochten we ons verheugen (en verbazen) over meer dan honderdtwintig lezers per dag gemiddeld gesproken, aantal dat tot vandaag bereikt wordt.
Men zegt wel eens dat hoe interessanter iets is om te lezen, des te interessanter het is om het te schrijven. Het eerste weet ik niet, maar van het tweede durf ik getuigen: ook voor de auteurs was het heilzaam om met de stukjes voor deze blog de tijd in het kot te overleven en de hele cyclus van Pasen intenser te beleven (misschien nog intenser dan gewone jaren!)
Nu de lockdown meer en meer aan zijn einde komt en we opnieuw Eucharistie zullen kunnen vieren (en momenteel alle aandacht gaat om alles in de diverse kerken klaar te maken om dat veilig te kunnen doen), lijkt de tijd gekomen om een versnelling lager te schakelen. We willen niet stoppen, maar het ritme met dagelijkse bijdrage(n) verlagen naar een ritme met enkele posts per week. Via mail wordt u wel verwittigd - als u dat wil - wanneer er iets verschijnt.
Het is klaar dat de voorbije lockdowntijd stof geeft tot nadenken, onder andere over wie wij zijn als parochie. Het is ook klaar dat we daar eigenlijk nog goed en wel mee moeten beginnen. Deze blog leert mij alleszins dat we ook op virtuele wijze gemeenschap kunnen vormen - anders gezegd: dat de Geest ook over de digitale golven van het internet 'waait waar Hij wil'. Kunnen we dan anders dan hiermee doorgaan?

Tony, pastor


zaterdag 6 juni 2020

Kijk, een vliegtuig!

Ik had één van mijn eerste "life" vergaderingen in de omgeving van Haren, toen er een vliegtuig overkwam. De blikken gingen spontaan omhoog en met bijna kinderlijke verwondering klonk er: "Kijk, een vliegtuig!" Het moet vele, vele jaren geleden zijn dat zo'n waarneming hier nog zoveel aandacht kreeg. Bovendien werd het gezegd met enthousiasme (het lawaai kon voor een keer helemaal niet deren). Het leek wel alsof dat vervoersmiddel het einde van de lockdown symboliseerde - alsof al "de boze lucht" daarmee werd weggeblazen en er voor de eerste keer een glimp zichtbaar werd van het genormaliseerde leven en dan nog specifiek van een mogelijke vakantietijd.
Het moet ongetwijfeld diep in ons zitten, dat 'vliegen' symbool staat voor vrijheid, voor geen beperkingen, voor kunnen gaan waarheen je maar wil. In die zin is het zeker teken voor alles wat de lockdown niet was. Corona unlocked, zeg maar. Ik vermoed dat het één van de oerdriften is van de mens: vrijheid kennen zonder beperking.
Het is niet helemaal hetzelfde als wat het christendom bedoelt met vrijheid. Daar is vrijheid niet in de eerste plaats: "doen waar ik zin in heb", maar wel "kunnen liefhebben": bevrijd worden van alles wat mij verhindert om jou lief te hebben. Het is trouwens geen echte tegenstelling: als ik nu echt kan doen waar ik zin in heb, wat doe ik dan? Misschien ga ik wel eens liggen aan een tropisch strand om te genieten van de zon (een mens heeft inderdaad wel wat ontspanning nodig), maar is het gene waar ik het meeste zin in heb niet dat ik dan naar jou kan komen en deugd hebben van het samenzijn?
In de lezing van Pinksterzondag werd de H. Geest vergeleken met vuur. In sommige passages van het evangelie is sprake van de H. Geest in de gedaante van een duif: dus ook 'vliegen'... om bij jou te zijn.
Het blijft nog even bij dromen, want de lockdown is nog niet voorbij. Maar het vooruitzicht geeft nu al vreugde!

Tony, pastor



vrijdag 5 juni 2020

Klachten en zegeningen

Het gebeurt gelukkig niet zo vaak maar er zijn toch dagen dat ik het minder zie zitten dan gewoonlijk. Begin van deze week waren zo’n dagen: zeker geen verrijzenisdagen en de Pinkstergeest leek ver weg. Ik kon zonder moeite een klachtenlijst opstellen, waarbij last van hooikoorts nog het minste was. De coronatijd met zijn thuis blijven, de bezorgdheid voor de zorgverleners (onder hen ook mijn schoonzus en petekind) en getroffen families, onzekerheid over de toekomst, …
Was een doktersbezoek misschien aangewezen? Ik vroeg het me af.
En geloof het of niet maar in die dagen liep een mail binnen met een bezinningstekst, die mij diep getroffen heeft. Het was alsof God zei: ‘Ik ben altijd bij je, ook al denk je van niet.’
Ik hoop dat deze tekst ook voor u bemoediging mag betekenen op momenten dat het moeilijker gaat.

Chris Ruelens
Twee handen

In kwade en goede dagen


Of er rond Kerstmis meer kindjes zullen geboren worden omdat iedereen negen maanden eerder zin zijn kot moest blijven, weet ik (nog) niet. Het is niet ondenkbaar. Dat er tijdens de periode van lockdown meer relaties zijn gebroken - of toch meer tot echtscheiding werd overgegaan - werd gisteren alleszins wel door de federatie van notarissen meegedeeld. Van de eerste lockdown dagen werd gezegd dat het twee kanten uit kon: meer breuken of juist meer hechting. Het is dus nog niet uitgesloten dat van de twee fenomenen tegelijk sprake zal zijn.
Het bericht van de notarissen stemt mij niet per se negatief. Natuurlijk is elke breuk een wonde en is van de eerste dag niet in te schatten hoe ver de gevolgen ervan zullen reiken. Ik kan me goed voorstellen dat er op een bepaald moment tussen mensen zoveel vervreemding kan bestaan, dat de relatie in de feiten al niet meer bestaat, maar dat men nog niet de tijd heeft genomen om dat ook in officiële termen uit te drukken. Een tijd als de lockdown, waarbij mensen met elkaar geconfronteerd worden, kan een moment van waarheid worden, waarin men officieel maakt wat feitelijk al veel langer was.
Dat er mensen zijn die zozeer van elkaar houden dat ze hun leven aan elkaar blijven geven, kan mij wel verwonderen - ik zal u misschien verbazen. Het kan in mijn geval de leeftijd zijn, maar het feit dat mensen hun vrijheid in niet geringe mate opgeven als was het een vrijwillige lockdown en zich tot levensproject maken om het geluk van de ander te dienen - of beter: om in het geluk van de ander zijn eigen diepte geluk te zoeken - komt mij voor als niet vanzelfsprekend, elke dag nog wat meer. Van de ander houden, tegenslagen die er altijd zijn het hoofd bieden, de eigen kleine kanten overwinnen en toch voor de ander blijven kiezen, al heeft men daar niet voor gestudeerd, komt mij voor als bijzonder, een soort wonder, dat mij veel ontzag geeft.
Echtscheidingen of geboortes kunnen we tellen. Wat er gebeurt in het hart van mensen, daar hebben buitenstaanders het raden naar. Dàt weten is aan God voorbehouden.

Tony, pastor

donderdag 4 juni 2020

Wennen aan God

U hebt de nieuwsberichten gisteren misschien ook gevolgd. Eindelijk hebben we een datum! Op 8 juni mogen we de kerken weer gebruiken, we zullen voor de eerste keer op zondag liturgie vieren op 14 juni. Het voelt als een grote opluchting: eindelijk! Dertien weken mochten we niet binnen, precies één seizoen - zo goed als de volledige lente buiten. Dat eindigt nu!
Bij mij blijft er iets knagen. Het zal zijn, zoals in de andere sectoren van het publieke leven: allemaal veel minder, ingehouden, gematigd. Een restaurantbezoek, zonder dat je een menukaart krijgt en de ober een mondmasker draagt, een café waar je alleen zittend iets mag drinken, ver genoeg van alle anderen, een cultureel bezoek, op afspraak en met maximaal aantal bezoekers... En de kerk?
We weten nu dat er maximaal honderd mensen in de kerk mogen... als de kerk groot genoeg is. Ieder moet wel op anderhalve meter van zijn buren blijven (tenzij gezin): de capaciteit van de kerk is dus toch beperkt en zal eerder rond de vijftig draaien. We zullen niet zingen (wel orgel spelen), we zullen elkaar alleen op afstand vrede wensen. We zullen handen ontsmetten; de communiegever zal een mondmasker dragen, collecte bij de uitgang, niet napraten ...
Het zal misschien zijn zoals eindelijk thuiskomen na een lange omzwerving en dan je thuis helemaal anders vinden dan dat je het verlaten had. De tijd van wennen is nog niet voorbij.
De meest centrale vraag die ik mezelf stel is: en God in dit alles? Moeten we ons nu afvragen of we te weinig Eucharistie hebben gevierd of is de echte vraag of we al die tijd voldoende hebben gebeden - eventueel: samen gebeden? Komt de vraag of we ons thuis zullen voelen in de kerk, of is echte vraag of God er zal kunnen spreken, doorheen het Woord, recht tot ons hart? Als het niet om God draait, heeft de liturgie geen enkele zin. Als het wel om God draait, is al de rest maar decorum en bijkomstigheid. Het wordt wennen... maar laat dat ons niet beletten onze aandacht te richten op Hem, die ons samenbrengt...

Tony, pastor

In de Sint Vincentiuskerk werden de stoelen nu ook klaargezet.

woensdag 3 juni 2020

De orde van de dag

Toen ik gisteren op het piekuur via de kleine ring naar huis fietste was daar opnieuw zo ongeveer de drukte van voor de coronatijd. Het trof mij dat die drukte erg vertrouwd aanvoelde. Heeft de doodse rust van dezelfde plek gedurende zoveel weken in april en mei mij elke dag opnieuw verwonderd en keek ik de eerste dagen raar op wanneer er opnieuw auto's waren, nu het weer op ritme komt, valt het helemaal niet meer op. Het is allemaal gewoon en de rust van eerder is compleet verdwenen. Gaat dat zo rap? Is de hele corona hetse nu voorbij en gaan we terug naar "de orde van de dag"?
Ik bemerk dat de gedachte iets aantrekkelijk heeft. Al ben ik misschien gefascineerd als mijn favoriete frisdrankmerk uitpakt met een nieuwe smaak, ten gronde geeft de vertrouwdheid veiligheid en lijkt de verandering eerder bedreigend. 'De orde van de dag' is haast zoveel als een dekentje dat ik om mij heen sla op een koude avond. Is corona nu (bijna) voorbij en kunnen we ooit deze bladzijde draaien, alsof er nooit iets geweest was?
Ik twijfel er aan. We hebben voorbije maanden een kwetsbaarheid leren kennen - in onszelf, maar ook in de hele samenleving - waarvan we niet (meer) wisten dat ze bestond. De mens, de maat van alle dingen, of zijn we toch maar één wezen in natuur, naast vele andere, en is het best dat we ons daar bewust van blijven?
Zeker als het over de Kerk gaat, zijn we nog niet aan de orde van de dag. De vieringen zullen wel terugkomen, hopelijk weten we heel snel wanneer, maar het zal anders zijn. Er zijn veel minder stoelen in de kerk. We zullen niet meer mogen zingen. De liturgie zal sober zijn, we zullen er moeten aan wennen. Er zullen vragen zijn: wil God ons met dit alles iets zeggen?
Vraagt Hij wel dat we zo snel mogelijk terugkeren naar het verleden, alsof er niets aan de hand was, of is dit te tijd om over de Kerk na te denken? Zijn de kerken eigenlijk al niet veel langer dan enkele maanden "leeg" en klinkt het bijbelse woord van Gods liefde eigenlijk wel door tot in ons dagelijkse leven? Veilig is anders. Maar boeiend is het wel.

Tony, pastor.

‘Anderhalvemeterliturgie’ en lichamelijkheid

Vandaag is het een belangrijke dag. Dan beslist de veiligheidsraad immers over de eventuele heropstart van de kerkdiensten. Wanneer u dit leest, weet u misschien al wanneer en onder welke condities. In ieder geval zal het een vreemde aangelegenheid zijn, die ‘anderhalvemeterkerk’. Wat volgens mij zeker zal ontbreken in die vieringen is de lichamelijkheid. We zullen immers op veilige afstand van elkaar moeten blijven, zingen zal niet toegelaten zijn, geen handen schudden of elkaar de vredeswens geven, de communie zal moeten gebeuren met zo weinig mogelijk lichamelijk contact tussen diegene die de communie uitreikt en diegene die ze ontvangt, geen besprenkeling met doopwater, ... Er zal dus geopteerd worden voor een liturgie die zo min mogelijk lichamelijk is. Nochtans is goede liturgie doordesemd van lichamelijkheid. Al onze zintuigen worden er aangesproken. We vieren immers niet enkel en alleen met ons verstand, maar met heel ons wezen. De liturgie die we de komende tijd zullen meemaken zal dus ongetwijfeld minder rijk en vol zijn. Ons lichaam zal wat op zijn honger moeten blijven. Maar misschien kunnen we de komende periode wel op zoek gaan naar nieuwe dingen die ons lichaam kunnen aanspreken. Zo zou bijvoorbeeld wierook opnieuw een prominentere rol kunnen krijgen in die ‘anderhalvemeterliturgie’. Wierook is de laatste tijd wat in de vergetelheid geraakt, zeker na het Tweede Vaticaans Concilie. Velen vonden en vinden dat wierook iets te preconciliair ruikt, en bijgevolg zijn veel wierookvaten verbannen naar de verste uithoek in de sacristie, waar ze verweesd stof staan te vergaren. Ikzelf heb nooit problemen gehad met wierook. Integendeel zelfs. Ik herinner me nog levendig hoe ik als kind kon genieten van de geur ervan toen ik misdienaar was en het wierookvat mocht hanteren. Je maakt het ook soms mee wanneer je tijdens een vakantie een kerk binnenkomt en je nog de wierookwalmen ruikt en soms zelfs ziet. Dan weet je dat er zopas echt liturgie is gevierd. Wierook heeft voor mij iets van het mysterie, van het verhevene. Wierook brengt mij dichter bij God. Huub Oosterhuis schreef ooit in één van zijn gedichten dat hij in de liturgie ook wel iets wil ruiken. Ik kan hem daar volledig in bijtreden. Waarom zouden we dus in deze nieuwe vorm van liturgie die we de komende weken en maanden zullen vieren niet opnieuw het wierookvat van onder het stof halen? Of als we dat wat te klassiek vinden, een wierookschaal voor het altaar plaatsen? Het zou ons misschien kunnen helpen om in een lichamelijk gestripte liturgie toch ons menszijn in zijn volheid aan te spreken.

Pastor Gino


Pinksteren in symboolpanelen

U kijkt misschien vreemd op bij deze titel maar het gaat echt niet om één of andere coronamaatregel.
Godly Play kent u ondertussen al met dank aan Mariette. Zo is er ook een God Play voor Pinksteren voorzien. Tijdens de catechesebijeenkomsten en de kindernevendienst konden ouders en kinderen genieten van deze manier om een Bijbelverhaal te vertellen.
Werken met symboolpanelen wil de betekenis van Bijbelverhalen door middel van tekeningen op het spoor komen. Tijdens dit catechesejaar werkten we zo rond het verhaal van de Barmhartige Samaritaan maar vaker kwam het Pinksterverhaal aan bod.
Hoe verloopt nu het werken met symboolpanelen?
De begeleider situeert eerst het verhaal, vertelt wat er aan voorafgaat en legt bij het Pinksterverhaal de link met de gave van de Geest bij het vormsel.
In een volgend stapje wordt het verhaal in kleine groepjes gelezen; er kunnen vragen ter verduidelijking gesteld worden en ieder duidt aan wat hij of zij belangrijk vindt in de tekst en wie de personages zijn.
Vervolgens legt de begeleider de symbolen uit: zowel personages, objecten als kleuren spelen een rol.
Kunt u het zich al wat voorstellen? In de Paxzaal staan de grote ronde tafels verspreid opgesteld. Op het podium en op de banken langs de muur liggen de tekeningen. Er daaruit gaat elk groepje kiezen, ‘shoppen’ om het zo te zeggen. Maar eerst moeten ze afspreken hoe ze het verhaal gaan weergeven. Teamwork dus!
Tenslotte komt er een rondgang langs alle tafels en wordt elke weergave tafel per tafel uitgelegd door iemand van het groepje.
Zoals in het Pinksterverhaal, waar de aanwezigen de ‘begeesterde’ leerlingen hoorden spreken in hun eigen taal, vindt je dit hier terug in de verscheidenheid in weergave van het verhaal. Geen enkele tafel is identiek, telkens werden andere accenten gelegd, werd gewerkt met andere symbolen. Is dat niet de rijkdom van Pinksteren: dat ieder de Geest mag ontvangen en gestalte geven vanuit zijn of haar geloof?

Chris Ruelens
 

dinsdag 2 juni 2020

Zoals de vos

Het blijft toch onwennig. Pasen en nu ook Pinksteren zijn voorbij. We hebben ze niet samen kunnen beleven, de kerken bleven dicht. (Toch zou het kunnen dat het juist heel intense dagen geweest zijn...) Die bladzijde is gedraaid. Het is vandaag sinds aswoensdag de eerste dag "van de tijd door het jaar", zoals dat in de liturgie heet, de "gewone" tijd, zeg maar. Maar van een "terugkeer naar de orde van de dag" is nog lang geen sprake. Het oude normaal lijkt verder dan ooit - je zou moedeloos worden (gaat dit ooit nog voorbij?) - deskundigen zeggen dat ook de zomer 2021 nog door Covid zou kunnen getekend worden...
Mijn oog viel enkele weken geleden op een krantenartikel met een hoog aaibaarheidsgehalte.
Het is nog maar eens een bewijs, van wat al lang niet meer moet bewezen worden, dat de vos in onze streken is. Na lang te zijn uitgeroeid wegens de risico's op hondsdolheid - wat een geluk dat we daarvan zijn verlost - was hij bij ons verdwenen, juist zoals de wolf trouwens. De vos kwam terug en zelfs de wolf komt terug (als heeft deze een minder goede reputatie dan Reinaert, vraag het maar aan roodkapje :-) Misschien wil dat zeggen dat het allemaal gewoon een kwestie is van geduld: dat het vertrouwde op de duur wel terugkomt.
Zou dat voor ons ook niet zo zijn? We mogen nog niet naar de orde van de dag, er is nog veel "nee" ('dit of dat mag niet') een notie, die we spontaan meer haten dan wat dan ook en die we deze dagen niettemin moeten verdragen. Maar het gewone ritme komt wel terug, al zal het geduld vragen. Geduld, hopelijk één van de vruchten die de Geest van Pinksteren in ons doet groeien...

Tony, pastor


maandag 1 juni 2020

En plots is de mis uit...

In mijn heel vroege kinderherinnering bewaar ik het beeld dat ik op zondag met mijn ouders meeging naar de kerk, ik had mijn eerste communie nog niet gedaan - toen was dat tijdens het eerste leerjaar. Ik moet bekennen dat ik het allemaal wel lang vond, ik kon immers nog niet volgen wat er gezegd werd. Na de communie echter ging het allemaal plots vrij snel en op geen tijd was dan de mis uit en mocht ik naar huis. Pas veel later heb ik begrepen dat dat ook de bedoeling is: als Christus in de communie bij ons komt, is het echt niet de bedoeling om nog lang te blijven hangen, maar dan moeten we allemaal terug de wereld in, om hetgeen wat we gehoord en beleefd hebben uit te dragen. Het Latijnse "Ite, missa est!" kun je niet alleen vertalen als "Gaat nu allen heen in vrede", maar letterlijker: "Ga nu, dit is uw zending!".
Met Pinksteren is het juist hetzelfde. Weet u nog? Het begon op Aswoensdag (in pre-coronatijden...) zes weken opgang naar Pasen. Vervolgens zeven weken paastijd - samen dertien weken, een kwart van het jaar, precies een heel seizoen - en dan is het heel plots gedaan, van de ene dag op de andere (zij het dat wij er Pinkstermaandag nog bij krijgen). Logisch, de leerlingen zijn met Pinksteren naar buiten gegaan om niet meer samen te komen (tenzij af en toe). De overlevering wil dat ze vervolgens naar alle streken van de wereld zijn getrokken: Thomas tot in Indië, Petrus (op de duur) tot in Rome.
Het is eigenlijk ook voor ons zo: de "mis" van Pasen is uit, de Geest drijft ons voort en het is nu aan ons om er in onze omgeving werk van te maken: dit verhaal van liefde dat de dood overwint. Ga nu, dit is uw zending!

Tony, pastor



Pinkstermaandag: op bedevaart naar Jezus-Eik?

Vandaag zouden we in normale omstandigheden met de Pastorale Eenheid Etterbeek-Woluwe op bedevaart zijn gegaan naar Maria in Jezus-Eik, zoals elk jaar op pinkstermaandag. Het is de derde van onze jaarlijkse drie Maria-bedevaarten in de paastijd: op paasmaandag gaan we naar een Lourdesgrot ergens in het land en op de tweede zaterdag na Pasen bidden we bij de zeven smarten of zorgen van Maria rond en in de kapel van Lenneke Mare. Zoals de twee andere kan ook deze derde bedevaart niet doorgaan omwille van de veiligheidsmaatregelen voor de coronacrisis die nog steeds in voege zijn. Enkelen onder ons gaan vandaag wel apart tot in Jezus-Eik. Maar we kunnen er nog niet samen eucharistie vieren in het mooie kerkje bij het oude Mariabeeldje. En we kunnen ook nog niet samen gaan eten, zoals we anders doen!
Hoe verloopt zo’n bedevaart andere jaren? Om 8u ’s morgens vertrekken de voetgangers aan het Dumonplein in Stokkel. Ze stappen welgemoed door de villawijken naar het Vierarmenkruispunt en zo door het bos naar Jezus-Eik. Onderweg wordt enkele keren halt gehouden voor een bezinningsmoment. In Jezus-Eik worden de voetbedevaarders opgewacht door de mensen die met de auto zijn gekomen. Samen vieren ze eucharistie om 11 u.
De laatste jaren vieren we tijdens de eucharistie de gedachtenis van ‘Maria, Moeder van de Kerk’. Het is een nieuwe feestdag, die door paus Franciscus in 2018 werd geplaatst op pinkstermaandag. We eren Maria, die de moeder is van Jezus maar ook van allen die door het doopsel broers en zussen van Jezus zijn geworden. En dus is zij ook moeder van de kerkgemeenschap, die we trouwens ook ‘het Lichaam van Christus’ noemen. Wij vertrouwen op haar moederlijke zorg voor de Kerk en voor onze plaatselijke gemeenschappen. Wij vragen haar voor ons te bidden: dat de heilige Geest ons mag bezielen in ons samenleven en -werken. Laten we dat in elk geval ook vandaag doen en onze gemeenschappen voor de komende (postcorona?-) tijd toevertrouwen aan Maria, de Moeder van de Kerk.
Als we onze devotie dan gedaan hebben, is het tijd om te eten. Dat hoort er ook bij. Ook voor dit jaar was het menu al afgesproken in ons vertrouwde restaurant. We zouden hebben kunnen verorberen:
1) Apero: cava
2) Scampi’s van het huis of parmahesp met meloen
3) Tongfilet met puree en groentjes of eendenborst met sinaasappel en kroketten
4) Tiramisu of Dame Blanche.
En dat allemaal voor de prijs van 35 euro! Daar kunt ge niet voor sukkelen, zoals men zegt. Helaas kon het dit jaar niet geschieden. Maar uitgesteld is niet verloren!
In 2021 valt pinkstermaandag op 24 mei. Bij leven en welzijn met alles erop en eraan. Noteer het reeds in uw agenda!

Pastor Benno