Ik kan me zeer levendig voorstellen hoe moeilijk mensen het hebben als hun vertrouwde zekerheden wegvallen. Dat bijvoorbeeld zondagsmissen niet meer doorgaan op het gekende uur - of nog erger: niet meer in de vertrouwde kerk - is voor velen een zeer schokkende vaststelling. Dat het echte probleem niet ligt bij een beslissing van de kerkelijke overheid, maar bij de zeer geleidelijke "ontvolking" van een viering, valt niet altijd op en zo kan de illusie ontstaan dat die overheid schuldig is.
Ik kan me ook voorstellen dat deze ongeziene situaties voor anderen nog lang niet ver genoeg gaan. Dat er mensen zijn die juist opleven als er verandering is en bepaalde nieuwe situaties of belevingen ontstaan, die nog nooit gezien waren. 'De Ronde van Frankrijk in de winter? Waarom niet, moet kunnen'. 'Kerstmis op een warm tropisch strand? Pasen met vallende blaren? Waarom niet, onder de Evenaar kun je zulks elk jaar vinden!' Het hangt vast aan de indruk dat je maar echt leeft, als je kunt ervaren wat je nooit eerder had meegemaakt.
In elk geval dwingt de verandering ons naar de essentie te kijken. Wat is het dat er echt toe doet en wat is het dat bijkomstig is? Allicht komen we uit bij elkaar: we hadden ons misschien nog nooit echt gerealiseerd hoeveel de anderen voor mij betekenen. En ik voor hen. Misschien is het tijd om de tijd te nemen om elkaar wat meer bewust nabij te zijn. En laat nabijheid nu juist zijn waar we zeer goed moeten oppassen. Reden te meer om extra te waarderen wie ons gegeven is. Of degenen aan wie wij mogen gegeven zijn.
Tony, pastor.