Onlangs waren we met de verantwoordelijken van de Paulusgemeenschappen op uitstap naar St-Martens-Bodegem. Het Huisje Mostinckx omvat naast het woonhuis ook een hopschuur met heel wat voorwerpen en verwijzingen naar het telen van hop. De streek van Asse, Affligem en Aalst was de oudste hopregio van Vlaanderen. Velden vol hopstaken bepaalden er jarenlang het landschap. Vanaf 1980 kregen de hopboeren het steeds moeilijker. Door de arbeidsintensieve teelt, de internationale concurrentie en de afnemende vraag naar bieren gebrouwen met inlandse hop moesten ze hun activiteiten noodgedwongen stopzetten. Hiermee verdwenen ook de hopvelden uit beeld. Toch wil Asse de hopcultuur levend houden. Tweejaarlijkse zijn er zo de Hopduvelfeesten. Hier bij ons bezoek aan Bodegem, zagen we twee kleine velden. Metershoge palen met lange draden reiken naar de hemel. De hopscheuten volgen ze op natuurlijke wijze, planten groeien immers graag naar boven, naar het licht. Bij het oogsten worden de draden doorgeknipt en kunnen de belletjes op de ranken geplukt worden. Later komen ze terecht in onze betere bieren om hen op smaak te brengen.
Naar het licht toegroeien en op smaak brengen zijn twee eigenschappen van de hop die ik onthouden hebt en waar we als christenen mee aan de slag kunnen. Nodigde Jezus ons niet uit om kinderen van het licht te zijn en de wereld op smaak te brengen? Als je nog eens een lekker gehopt bier drinkt, herinner je dan die mooie eigenschappen van deze plant.
Pastor Guido
|
© Guido Vandeperre |