Ute en ik waren vrijdag en zaterdag in Neuss (bij Düsseldorf in Duitsland) om er naar twee tentoonstellingen te gaan kijken. Over ons bezoek aan de Langen Foundation en vooral de zeer mooie ‘4 seizoenen’ met Japanse rolprenten uit de Edo periode (1603-1868) (nog tot 14 april) schrijf ik later misschien nog eens. Nu wil ik het hebben over de tentoonstelling ‘Gewagte Visionen’ (gewaagde visioenen) in het Clemens Sels Museum waar werken van George Minne en Léon Spilliaert getoond werden (nog tot 3 maart). Deze twee Belgische kunstenaars werden nog nooit op die manier samen getoond. Ik werd geraakt door werken van beide, bij Minne door zijn sculpturen de ‘3 heilige vrouwen (bij het graf)’ en ‘Moeder beweent haar dood kind’. Ook de schilderijen van Spilliaert hebben iets in-triest, je kan het gerust melancholie noemen. Het verbaast niet als je dan leest dat Spilliaert depressief was. Moeten omgaan met die onrust, met dat onbehagen, met het donkere dat men ziet in zichzelf, met het zwarte dat om je heen grijpt. Ik wens het niemand toe.
En hoe is Spilliaert daarmee omgegaan? Dat weet ik niet. Maar ik weet wel dat hij klare lijnen in zwart en grijs heeft geschilderd: Oostende, de zee, jonge duistere vrouwen. Ik weet ook niet of hij er zelf veel beter van geworden is. Maar hij heeft ons wel iets nagelaten. Intense werken die binnen dringen en die ook een intrinsieke schoonheid in zich dragen. Op die manier heeft Spilliaert melancholie tot kunst verheven.
En hoe gaan wij ermee om? Velen onder ons zullen zich ook af en toe wel een beetje melancholisch voelen. Zeker in deze donkere wintertijd, als het dan dagen en weken lang regent, als de gure wind waait, niet direct om vrolijk van te worden. En misschien moet dat ook niet altijd, vrolijk doen en vrolijk zijn. Alhoewel beter vrolijk dan in-triest. En ja, we moeten onze angsten in de ogen kijken, anders gaan ze ons nog erger aanjagen. Maar hoe doe je dat? ‘Het’ antwoord heb ik niet, maar ik denk wel dat verschillende kleine stappen met simpele en genoegzame dingen iets kunnen helpen. Dat kan misschien alleen, maar beter nog met twee – in goed gezelschap gaat veel: gedeelde smart, halve smart; gedeelde vreugde, dubbele vreugde. Misschien onze manier om melancholie tot kunst te verheffen?
Daarenboven, Hij is er ook altijd en bij Hem zijn we altijd welkom.