dinsdag 25 mei 2021

Gewoon buitengewoon.

Na Pinksteren eindigt de liturgische paastijd: vijftig dagen van vreugde omwille van Jezus’ verrijzenis en ons nieuwe leven in Hem. Pinkstermaandag met de gedachtenis van Maria, moeder van de Kerk is een soort overgangsdag. Maar vanaf vandaag, de dinsdag na Pinksteren, begint echt wat men in de liturgie noemt: ‘de tijd door het jaar’. De gewone tijd, zeg maar. Hoewel, er staan ons nog twee feestzondagen te wachten: volgende zondag is het Drievuldigheidszondag en de zondag erop Sacramentszondag. En er komen ook nog twee feesten die op een weekdag vallen: het feest van Maria-Bezoek dat de meimaand-Mariamaand afsluit op 31 mei, en het hoogfeest van het ‘Heilig Hart van Jezus’ op de vrijdag na Sacramentszondag, dit jaar op 11 juni. Het is alsof de Kerk na de feestelijke paastijd niet kan stoppen met feestvieren. Het doet een beetje denken aan familiefeesten of parochiefeesten waar men in de dagen na het eigenlijke feest nog eens samenkomt om wat overbleef van het feestmaal op te eten… Dat zijn dikwijls nog gezellige momenten.
Daar komt nog bij dat ook in de ‘gewone tijd’ elke zondagsviering een paasviering is. En elke eucharistie, ook op weekdagen, gedenkt het sterven en verrijzen van Jezus. En elke dag worden we als christen uitgenodigd om te leven als ‘nieuwe mensen’, om onszelf te vernieuwen, om meer en meer paasmensen te worden, mensen in wie het duidelijk wordt dat Jezus leeft, mensen die leven geven in het spoor van Jezus.
Ook de ‘gewone tijd’ is dus buitengewoon. Elke nieuwe dag is een buitengewone kans om gewoon meer naar Jezus toe te groeien. Elke dag is gewoon buitengewoon.

Pastor Benno.