dinsdag 11 mei 2021

Positief nieuws: poëzie kan troosten

Vorige zondag, op moederdag, moest ik denken aan een gedicht dat mij ter harte gaat: ‘De moeder de vrouw’ van Martinus Nijhoff. Vandaag wil ik dat gedicht met u delen, ter ere van alle moeders, in dit leven of levend bij God.
Misschien kent u het gedicht ook. Nijhoff vertelt erin hoe hij naar Zaltbommel of Bommel gaat, een gemeente in het Nederlandse Gelderland aan de rivier de Waal. Daar is in 1933 een brug gebouwd. Het gedicht is geschreven in 1934. Dan is de dichter die nieuwe brug gaan bekijken, zoals wij allemaal wel eens uit nieuwsgierigheid een nieuwe constructie of een nieuw bouwwerk of wegenwerken willen gaan zien. Bij de brug beleeft Nijhoff iets dat hem ontroert. Om ook iets van die ontroering te kunnen vatten, is het belangrijk dat u dit gedicht heel rustig leest en tot u laat doordringen.

De moeder de vrouw

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijde
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in ’t gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd –
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Martinus Nijhoff (1894 – 1953)

Uit: Verzamelde Gedichten, uitgeverij Bert Bakker (1990)
Oorspronkelijk in: Nieuwe gedichten, uitgeverij Querido (1934)


Dit gedicht is meerdere keren besproken door literatuurkenners in de voorbije jaren. U kunt die besprekingen googelen, als u dat wil. Maar té veel bespreking kan de kracht van een gedicht wegnemen. Wat mij hier treft is de stem van de vrouw: 

“laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken”.

Een stem, of een geluid, of iets anders, een geur, een uitzicht… kan herinneringen uit het verleden oproepen: mooie ervaringen of zelfs onbestemde gevoelens uit onze kindertijd of later.

“O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.”

Onverwacht kunnen goede herinneringen terug tot leven komen. En zoiets kan troostend zijn.
Maar het kan ook bemoedigend zijn voor de tijd die komt. Deugddoende ervaringen uit het
verleden kunnen ons sterk maken en toekomst scheppen. Troost biedt altijd hoop.

“Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.”

Pastor Benno.

De brug over de Waal die Martinus Nijhoff ging zien.
©Jacintha,