Na Pinksteren eindigt de paastijd. Dan begint wat men noemt : ‘de tijd door het jaar’, de gewone tijd. Maar op de eerste zondag van die gewone tijd vieren we een feest, het hoogfeest van de heilige Drie-Eenheid of heilige Drievuldigheid : God heeft zich doen kennen als Vader, Zoon en heilige Geest, drie ‘personen’ in één God. En dat feest heeft toch nog met de paastijd te maken. Ten andere, zowel in ons geloof als in de liturgie heeft alles met alles te maken. De mysteries van ons geloof hebben allemaal met elkaar te maken. Eigenlijk gaat het om één mysterie dat wij christenen het hele jaar door vieren en proberen te beleven : God heeft zich doen kennen in Jezus. Door Jezus hebben wij de liefde van de Vader leren kennen en worden wij uitgenodigd om in die liefde te leven. Daartoe krijgen we de kracht van de heilige Geest, die Jezus ons beloofd heeft.
Het evangelie dat we in dit B-jaar lezen op het hoogfeest van de heilige Drie-Eenheid is eigenlijk een paasevangelie : het verhaalt de ontmoeting van de verrezen Heer met de apostelen, zoals beschreven aan het einde van het Matteüsevangelie. Dit evangelie wordt in het A-jaar trouwens op Hemelvaartsdag gelezen. De verrezen Christus zendt zijn apostelen uit om mensen van alle volken uit te nodigen om zijn leerlingen te worden. Dat hebben de apostelen gedaan en dat doet de Kerk nog steeds. « Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest », zegt Jezus. Omdat in deze zin God als Vader, Zoon en heilige Geest wordt vernoemd, lezen we uiteraard dit evangelie op dit feest. De uitdrukking « in de naam » mogen we hier echter niet verstaan zoals bijvoorbeeld « in de naam der wet » of « in naam van… ». Eigenlijk staat er in de oorspronkelijke Griekse tekst : « Doopt hen TOT de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest ». In de Bijbel heeft de ‘naam’ met de persoon te maken. Dus betekenen deze woorden eigenlijk : door het doopsel worden wij verbonden met God - Vader, Zoon en heilige Geest. Wij worden ondergedompeld in God. Door het doopsel gaan wij leven in relatie met God, die in zichzelf ook al relatie is, gemeenschap, liefde.
Het mysterie van Gods Drie-Eenheid kunnen wij niet met ons verstand bevatten. Maar God heeft zich wel zo doen kennen, ‘geopenbaard’. En we begrijpen toch : God is een mysterie van relatie, van liefde. In die liefde mogen wij leven. Van die liefde mogen wij getuigen. Door mensen van liefde en van relatie te zijn.
Pastor Benno.