Geef mij maar de Paastijd: die duurt vijftig dagen! Dat is nog eens een getal om te koesteren en om te bejubelen, ééntje met een gouden randje. Het moge dan wel waar zijn dat we er nog niet van de eerste week konden aan beginnen, maar we hebben in deze Paastijd toch opnieuw ruimte om Eucharistie te vieren (en wel met... vijftig personen - kinderen niet meegerekend!) Vorige zondag was het te doen in de tuin van de pastorie van Stokkel. Juist zo stel ik me de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging voor: allemaal mensen op zoek naar Jezus en daarbij de tijd (en hun boterhammen) uit het oog verliezend. Een heerlijk, tijdloos moment rond Christus... Voor honger was er geen plaats (de vasten is immers voorbij en overigens is dat sowieso onmogelijk als de Bruidegom erbij is) en met het hostiebrood - het Lichaam van Christus - ging het gewoon verder zoals al zo lang gebeurt: we mochten het uitdelen (met ontsmette handen en mondmasker...) aan zoveel we wilden zonder dat het "op" raakte (er bleef zelfs nog over voor de volgende keer!) (Dat we ondertussen het bericht kregen dat we binnenkort weer in de kerk zelf mogen thuiskomen, kan de vreugde alleen vergroten). Ja, ik hou van de tijd van Pasen!
Ofschoon, als ik erbij stilsta, er is ook in de Paastijd een opvallend moment na veertig dagen, wanneer Pinksteren nog tien dagen ver is: dat is morgen, de dag dat we Hemelvaart vieren! Mogen we daaruit besluiten, dat het getal van veertig uiteindelijk toch naar hemel voert?
Tony, pastor.
Eerste openluchtviering in de tuin van de pastorie in Stokkel |