Nadat ik mij aanvankelijk, zoals ongetwijfeld de meeste anderen op dat perron, stond af te vragen wie die vrouw was en vooral, wat haar "probleem" kon zijn, kreeg ik meer en meer oog voor de omstaanders. Alle verbaasde blikken werden immers snel neergeslagen wanneer ze langskwam, een mogelijk contact op voorhand vermijdend. Vragende, geïnteresseerde ogen vervielen dan ogenblikkelijk weer in het meest neutrale grijs, dat bij zo'n matinaal stads tafereel meer verwacht wordt. Even had ik mij nog afgevraagd of er niemand spontaan zou meedoen, maar daar liet niemand zich toe verleiden; nee, ook ik niet.
Ik zal nooit weten waarom ze danste. Ze had allicht reden om iets uit te jubelen en was als enige vrij genoeg om dat aan iedereen te tonen. Ik moest spontaan denken aan Maria en haar Magnificat "Hoog verheft nu mijn ziel de Heer, verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser. Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd: van nu af prijst ieder geslacht mij zalig."
Waar Maria juist op Pinksteren was laat ik in het midden; het is klaar dat Pinksteren was in Maria. Hoe hoop ik dat het ook in ons zou komen!
Tony, pastor