Eindelijk is het zomer en grote vakantie! Eén van de meest bekende muziekstukken om deze tijd te begeleiden is ongetwijfeld ‘de zomer’ uit de ‘Vier Jaargetijden’ van Antonio Vivaldi. Het is eigenlijk pas sinds de jaren dertig van de vorige eeuw dat Vivaldi van onder het stof werd gehaald. ‘Il prete rosso’, de roodharige Venetiaanse priester en musicus die meer dan 700 composities op zijn naam heeft staan. De meeste van zijn stukken werden gecomponeerd voor de weesmeisjes van het Ospedale della Pietà in Venetië. Zijn ‘Vier Jaargetijden’ behoren ongetwijfeld tot één van zijn meest bekend composities. De noten van dit stuk zijn als het ware in onze hoofden gebeiteld. Zo populair zijn ze. De aantrekkingskracht ervan is dat ze een verhaal vertellen: Vivaldi verklankt er vier sonnetten, vermoedelijk zelf geschreven en gebaseerd op het werk van Francesco Petrarca. De luisteraar kan regel voor regel horen hoe Vivaldi zijn woorden in noten vertaalde. Drie delen van dit muziekstuk bezingen de zomer. In 2012 verscheen bij Deutsche Gramophon een bewerking van dit werk door Max Richter onder de titel ‘Recomposed’, met de medewerking van violist Daniel Hope. Richter herwerkte het tot een nog filmischer geheel, omdat hij vond dat de oorspronkelijke muziek wat afgezaagd en te populair geworden was voor hedendaagse oren. Veel van de oorspronkelijke compositie is bij Richter verdwenen, maar elk seizoen blijft herkenbaar. Behalve het her-componeren van het werk zelf, heeft Richter zich ook laten inspireren door elektronische 'soundscapes', waarin van Vivaldi nog tal van echo’s overblijven. Dit alles levert een uiterst boeiend werk op. Daar waar Vivaldi vooral descriptief is, is Richter vooral meditatief en contemplatief. Richter creëert klanklandschappen. Een oud werk in een nieuw jasje dus, waar je jou best gewoon kan laten in meevoeren. Hier kan je luisteren naar het tweede deel van de zomer. En als toemaatje om de vakantie in te gaan een gebed van Manu Verhulst.
God, geef mij een hart dat vakantie kan nemen, zich even uit het gareel van de zorg en de verantwoordelijkheid los kan maken, de aarde kan proeven en ruiken en de lucht en het water en de mensen erbij.
Geef mij een hart, God, dat – klein als een kind – de verrassing beleeft van elke nieuwe morgen en elke nieuwe horizon, dat zich laat drijven op de wolken en gaat rusten in een ondergaande zon.
Geef mij een hart dat nog kan luisteren naar de vogels en kan glimlachen bij de verre geluiden van koeien als de morgen begint. Geef mij een hart dat nog op de uitkijk staat naar vreemde mensen en andere dingen en gelukkig is om hun anders-zijn.
Geef mij een hart dat nog kan spelen, en alles kan vergeten bij een bal in het water of een kind in het zand. Geef mij een hart God, een open hart en open handen om naar mensen toe te gaan, te luisteren naar hun verhalen en te snoepen van hun vriendschap als de avond valt.
Geef mij een hart dat uitnodigt – als een rustbank in de zomer – iedere voorbijganger, ieder mens langs de baan. Geef mij een hart dat zich wil bekeren tot de eenvoud en het geluk om kleine dingen, een hart dat kan bewonderen, zonder te bezitten, en kan bidden zonder woorden, een hart dat doorheen de dingen kan schouwen naar Uw oneindigheid.
God, geef mij een hart dat vakantie kan nemen zoals Gij, op die zevende dag, toen alles weer goed was wat Gij had gemaakt.
En of ik dan in een vliegtuig zal stappen of mijn fiets zal gebruiken, of ik de andere kant van de wereld of de andere kant van mijn dorp zal zien, of de kracht van mijn lichaam zal meten met de golven, of stil van de zetel naar het bed zal gaan, geef mij een hart dat vakantie kan nemen … en dan is het feest al begonnen.