Neen, bovenstaande regel is niet het refrein van de nieuwste hit van één van onze Vlaamse zangers, maar wel de beroemde openingswoorden van ‘De Belijdenissen’ van de heilige Augustinus, een theoloog en kerkvader uit de vierde-vijfde eeuw. Hij beschrijft er het verhaal van de zoektocht van zijn hart, en dus ook van ons eigen hart. Augustinus roept vooreerst op om het eigen hart te vinden. Daarmee bedoelt hij mijn eigen innerlijkheid, diegene die ik werkelijk ben. En omdat wij naar het beeld en de gelijkenis van God zijn geschapen, vind ik in mijn diepste innerlijke God zelf. God is er aanwezig. Om God te vinden moeten we dus niet ver gaan zoeken, maar moeten we in ons hart gaan kijken. Als we God ergens anders zoeken, dan raken we verward en gedesoriënteerd. Ons hart wordt rusteloos als we niet ervaren dat God in het diepste van mezelf woont. Daarom roept Augustinus voortdurend op om onze eigen innerlijke kern terug binnen te gaan. Daar zullen we rust vinden, omdat we daar God zullen aantreffen. Daar, in ons eigen hart, wacht God ons op. Terugkeren naar het eigen hart is voor Augustinus dus ook een opstijgen van het hart naar God. En omdat in elke mensenhart God schuilt, roept Augustinus ons ook op om elkaar te beminnen. Want dan bemin ik God ook in zijn beeld, zowel terug te vinden in mijn eigen hart als in het hart van de naaste. Deze zomertijd is misschien een uitgelezen tijd om de Belijdenissen van Augustinus ter hand te nemen. Of om gewoon die tocht naar het eigen hart te maken, om daar dan God te ontmoeten. Dit zal ons hart dat soms zo rusteloos is, tot rust brengen, echte rust, de rust die enkel God ons kan geven. En is rust niet datgene waar we naar op zoek zijn in deze vakantietijd? Om ons te begeleiden bij die weg kunnen we luisteren naar hoe de benedictijnermonniken van Keur Moussa in Senegal, bekend om hun liederen begeleid op de kora-harp, het verwoorden. In hun liederen vermengen ze Afrikaanse ritmes en instrumenten met Westerse liturgische zang.
(tekst: Refr.: Viens Seigneur, car notre cœur est sans repos quand il demeure loin de toi. 1 - Je dors mais mon cœur veille et j'entends le Seigneur qui m'appelle. 2 - Ouvre-moi car je me tiens à la porte et je frappe. 3 - Si tu m'ouvres ton cœur, je ferai chez toi ma demeure.)
Pastor Gino