‘Een profeet wordt geëerd buiten zijn eigen stad.’
De mensen staan aanvankelijk in bewondering voor Jezus’ woorden; voor zijn wijsheid en krachtige daden. Maar dan keert de stemming om; de mensen nemen aanstoot aan Hem, zegt Marcus.
De meesten beluisteren Jezus alleen in de eerste taal. Ze horen niet dat er nog een ondertoon in doorklinkt, een tweede taal. Daarin zouden ze kunnen horen dat Jezus niet zichzelf verkondigt, maar Gods boodschap en dat zijzelf worden aangesproken om die boodschap waar te maken. Er wordt daadkracht van hen gevraagd. Zo zegt ook God tegen Ezechiël in de eerste lezing: “Ik zend je!”, wat zoveel betekent als “Ga aan het werk!”.
De meeste mensen horen en zien in Jezus alleen de zoon van de timmerman, iemand van eenvoudige komaf, uit hun eigen midden. Wat denkt die wel?
Zij herkennen in Jezus niet de echte profeet, degene die zoals Ezechiël en Paulus wordt geroepen door God, die niet spreekt uit eigen naam. De profeet wordt voortgedreven door Gods Geest en kan dus niet onpartijdig zijn. Hij kiest altijd de kant van de zwaksten, van de verdrukten. En zo ondervindt hij tegenstand want hij praat mensen niet naar de mond maar klaagt onrecht aan en komt op voor gerechtigheid.
Ik zou willen eindigen met twee gedachten of wensen.
Ten eerste dat ook wij naar de ‘profeten van deze tijd’ zouden luisteren met die tweede taal, dat wij doorheen de persoon zouden luisteren naar de boodschap van God. En ten tweede dat wij als gelovigen, opgeroepen om Gods genade waar te maken, om die om te zetten in daden van liefde, ons gedragen weten door God. Want daar haalden Ezechiël, de profeten Paulus en Jezus de kracht vandaan om door te gaan, ondanks tegenstand. Moge het ook voor ons zo zijn, zoals Paulus schrijft: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade. Kracht wordt juist in zwakheid volkomen.’
Pastor Chris