In mijnen / onzen tijd... een zin die probeer te vermijden. Op familiefeesten gingen de gesprekken dikwijls over hoe goed het vroeger was en hoe de jeugd niet meer was wat ze geweest was. In hun tijd hadden ze tenminste nog... en dan kwam meestal een hele opsomming. Ik werd er niet vrolijk van. Dan dacht ik bij mezelf: heb je tenminste al geprobeerd om naar de jeugd te luisteren, te kijken waar ze wel mee bezig zijn, hoe ze op hun manier bouwen aan een toekomst,...?
In de missiekalender las ik onlangs: Jonge mensen vinden veertigers oud. Ouderen vinden vijftigers jong. Oud of jong zijn heeft niets met leeftijd te maken. Zo kan ik je vertellen dat mijn vader op zijn negentigste nog jong was omdat hij open stond voor zijn kleinkinderen. Hij had interesse in waar ze mee bezig waren. Elke week reed hij rond in het dorp om enkele dames op te halen om naar de kaartnamiddag bij Okra te gaan. Zo kwamen die mensen ook nog een buiten. Om bereikbaar te zijn of om hulp te vragen heeft hij zelfs op zijn negentigste leren werken met een senioren gsm. Oplossingen zoeken voor de situatie waar je voor staat, beter dan te zeuren hoe erg het is voor oudere mensen. Dat is jong zijn.
Jong of oud zijn heeft te maken met open zijn van geest, gericht zijn op de bredere gemeenschap, gericht zijn op de andere, gericht zijn op de 'Andere', op God. Is dit niet de rode draad die doorheen het ganse evangelie loopt?
Laten wij tijdens de veertigdagentijd misschien eens die rode draad opzoeken. Ik ben er zeker van dat we ons veel gelukkiger zullen voelen.
Pastor Mariette