Het woord "vrijheid" wordt vandaag in alle betekenissen gebruikt, werkelijk iedereen is er vóór en toch bestaat er geen unanimiteit over de inhoud ervan.
Zijn we werkelijk zo onvrij? Hebben we nood aan bevrijding? In de kerk zeggen we dat soms. Het sublieme adventslied "Bevrijd ons!" smeekt om bevrijding voor het volk dat zich in deemoed naar God richt. Is de echte gevangenschap niet de gevangenschap in onze eigen persoon, helemaal vast in onszelf, in onze eigen verlangens, projecten en ambities, en niet meer bij machte om er uit te komen? Opgesloten in een kamer, met de sleutel aan de buitenkant... Pas als iemand naar mij toekomt, allicht iemand die in nood is, gaat de deur open en word ik bevrijd. (Daarmee gebeurt iets vreemd: degene die ik help, helpt mij meer...)
Sommigen zeggen dat vrijheid een kwestie is van zijn goesting doen, gaan en staan waar je wil en vooral niet gehinderd worden. Maar als het dat is: wat doe je de godganse dag met die vrijheid?
Is vrijheid niet veeleer de ruimte om lief te hebben, zichzelf weg te geven en juist daardoor aan zichzelf teruggegeven te worden? Zou dat "de waarheid" zijn, waarvan Jezus zei, dat de waarheid ons vrij maakt?
Het zou een mooi beeld zijn voor een parochiegemeenschap: karavaan van de vrijheid!
Tony, pastor