Jezus trekt Jeruzalem binnen, waar Hij zal sterven en verrijzen. Wij trekken de Goede Week binnen om het sterven en verrijzen van Jezus te gedenken en ons nieuwe leven met Hem te vieren. «Vexilla Regis prodeunt, fulget crucis mysterium», «De vaandels van de Koning gaan vooraan, het mysterie van het kruis licht op», zo begint de aloude hymne in de vespers – het kerkelijk avondgebed - van deze dagen. Zoals een legertroep marcheert achter de banier aan, het kenteken van hun koning, hun leider - een actueel beeld in deze oorlogstijd - zo stappen de christenen achter het kruis aan, de Goede Week in. En niet alleen in deze Goede Week, maar een leven lang stappen wij achter het kruis aan: het is het kenteken van ónze Koning, onze leider. Hij voert ons aan in de échte, levenslange, uiteindelijke strijd: sterven om te leven, loslaten om te vinden. «Hij, die bestond in goddelijke majesteit… heeft zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood, tot de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven». Zo verwoordt de sterke tweede lezing van deze Palmzondag (Fil. 2, 6-11) het Jezusmysterie. Wij herkennen er het mysterie van ons eigen bestaan in: leven geven om leven te vinden.
Op Palmzondag lezen we twee evangelies: het evangelie van Jezus’ intocht in Jeruzalem in het begin van de viering, en het Lijdensverhaal van Jezus als hoofdevangelie. Zo maakt de liturgie ons van in het begin duidelijk waar het om gaat in deze Goede Week: wij mogen Jezus volgen op zijn tocht. Zijn tocht is onze tocht. Moge het mysterie van het kruis oplichten en een teken van hoop zijn voor alle mensen die lijden en voor ieder van ons.
Pastor Benno.