“Hou je van Mij?”
Vorige zondag lazen we hoe Jezus verscheen aan de leerlingen en hoe Thomas tot geloof kwam in de verrezen Heer.
Vandaag vinden we een aantal van de leerlingen samen met Petrus terug aan de oever van het meer van Tiberias. Ze hebben hun beroep van visser weer opgenomen maar zonder succes want hun netten blijven leeg. En dan staat daar een vreemde op de oever die vraagt: “Hebben jullie iets te eten?” “Neen natuurlijk!” Wonderlijk genoeg varen zij op zijn woord opnieuw het meer op om het net over een andere boeg te gooien. En met wat een resultaat!
Een overvol net, dat toch niet scheurt. In het wonder herkennen zij de verrezen Jezus.
Hij nodigt hen uit om samen maaltijd te vieren, zoals op het Laatste Avondmaal: “Toen nam Jezus het brood en gaf het hun, en zo ook de vis.” (Joh.21,13)
Na de maaltijd, na dit ‘eucharistisch gebeuren’ volgt een bijzonder gesprek tussen Jezus en Petrus. Op Goede Vrijdag horen we in het lijdensverhaal hoe Petrus Jezus driemaal verloochende maar ook hoe Petrus spijt had en “bittere tranen weende”
Vandaag krijgt Petrus driemaal de vraag: “Simon, zoon van Johannes, heb je Mij lief?” (Joh.21,15). Jezus koppelt liefde voor Hem aan het gezonden worden: “Wees dan een herder voor mijn schapen.” (Joh.21,16)
Petrus wordt weer een ‘mensenvisser’
Pastor Chris
God, hemelse Vader,
steeds opnieuw hoor ik hoe Jezus dat ook aan mij vraagt:
"Hou je van Mij?"
En als ik denk met heel mijn leven
een antwoord klaar te hebben,
dan vraagt Hij het opnieuw
en moet ik mijn antwoord vaak inslikken,
omdat ik er toch niet helemaal zeker van ben
Open daarom mijn hart.
Leer mij van U en van Jezus te houden
en mij door U te laten beminnen.
En geef mij ook de durf om uw liefde voor mij
en mijn liefde voor U
een concreet gelaat te geven
in de zorg voor armen en kleinen.
Erwin Roosen
School van Joachim Patinir: Christus verschijnt aan zijn leerlingen bij het meer van Tiberias (16e eeuw) © Wikimedia commons |