Sinds de zeventiende eeuw tot nu toe vindt hier elk jaar een bedevaart plaats – allicht nog de enige Vlaamse bedevaart in Brussel – en zo geschiedde ook vorige zaterdag. Deze bedevaart gebeurt met een rondgang langs zeven ‘staties’: op zeven plaatsen in een brede cirkel rond de kapel zijn voor de gelegenheid oude schilderingen opgehangen waarop telkens één van de zeven ‘smarten’ of zorgen van Maria zijn afgebeeld. Deze ‘smarten’ zijn: de opdracht van Jezus in de tempel, de vlucht naar Egypte, de terugvinding van Jezus in de tempel, de kruisdraging van Jezus, de kruisiging van Jezus, de kruisafneming en de graflegging. Bij elke statie wordt geluisterd naar de bijpassende bijbeltekst, wordt verwezen naar het verdriet van Maria die dit alles meemaakte en wordt gebeden voor hen die ook nu nog soortgelijk verdriet moeten doorstaan: voor kinderen en ouders in landen waar oorlog of geweld, natuurrampen of hongersnood heersen, voor zovele mensen die lijden overal ter wereld. En ook onze eigen zorgen en verdriet mogen we aan Maria toevertrouwen.
De regen heeft de mensen niet verhinderd om mee de jaarlijkse rondgang te doen. Zoals steeds werd die rondgang besloten in de kapel met de eucharistie op de vooravond van de derde paaszondag. En dat heeft diepe zin. De bedevaart eindigt niet met de zevende ‘smart’ van Maria: de graflegging. Het graf is niet het laatste. Het lijden en verdriet van mensen zijn niet het laatste. Jezus is verrezen. God heeft laten zien dat Hij sterker is dan dood en kwaad. Dat goede nieuws – die paasboodschap- hoorden we dit jaar in het prachtige Emmaüsverhaal: de verrezen Jezus gaat op weg met twee van zijn leerlingen. Zo waren ook wij letterlijk samen onderweg tijdens onze rondgang. Onze bedevaart maakte ons weer duidelijk dat ook in ons bestaan de levende Jezus met ons meegaat en onze zorgen draagt.
Pastor Benno.