Pasen heeft twee vieringen: de paaswake tijdens de paasnacht en de eucharistie van paasdag. Beide vieringen hebben uiteraard hun eigen evangelie.
In het evangelie van de paasnacht (Mt 28, 1-10) vernemen we hoe Maria Magdalena en een andere Maria naar het graf gaan kijken en ontdekken dat het leeg is. Ze ontmoeten de verrezen Christus die hen tegemoet komt en hen begroet: « Weest gegroet », staat er in onze vertaling. Dat is de gewone begroetingsformule in die tijd, in het Latijn « avete » (in het enkelvoud: ‘ave’), de vertaling van het Griekse « chairete », weest verheugd. De verrezen Jezus begroet de vrouwen bij het lege graf. Hij begroet ook ons, Hij komt ons tegemoet, juist daar waar er geen leven lijkt te zijn. En Hij nodigt ons uit om blij te zijn om zijn aanwezigheid: chairete, verheugt u, want Hij leeft.
Jezus zegt aan de twee vrouwen: « Weest niet bevreesd. Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen dat zij naar Galilea moeten gaan en daar zullen zij Mij zien ».
Zoals aan de leerlingen zegt de verrezen Jezus ook aan ons dat we geen schrik moeten hebben. Hij leeft. De dood en het kwaad hebben niet het laatste woord.
De leerlingen moeten naar Galilea gaan om Jezus te zien. Galilea was de streek waar ze vandaan kwamen, waar ze gewoond en gewerkt hadden. Ook wij mogen de levende Jezus ontdekken in ons dagelijks bezig-zijn, ons leven van alledag. Daar brengt Hij nieuw leven.
In het evangelie van paasdag (Joh 20, 1-9) wordt verteld hoe Petrus en Johannes, verwittigd door Maria Magdalena, naar het graf liepen om te gaan kijken wat er gebeurd was. Van Johannes wordt zo mooi gezegd, toen hij het lege graf binnenstapte: « Hij zag en geloofde ». Mocht het ook ons gegeven zijn om ‘in te zien’, te ervaren dat Jezus leeft en te ge-love-n: in liefde met Hem te leven.
Pastor Benno