Zondag 30 april - 4de Paaszondag - Roepingenzondag (Johannes 10, 1-10)
De ‘herder’ en de ‘deur’ zijn beelden waarmee Jezus zichzelf vergelijkt.
In de lezingen van de vorige zondagen was te horen hoe Jezus ook na zijn dood aanwezig bleef bij zijn leerlingen: “Plots stond Hij in hun midden.” De leerlingen van Emmaüs mochten ervaren en geloven dat Hij met hen meeging. Die nabijheid wordt ook in dit evangelie uitgedrukt in het beeld van de herder en zijn schapen. De schapen kennen de herder, ze luisteren naar zijn stem; Hij kent zijn schapen, draagt zorg voor hen en noemt ze bij naam. De herder gaat voor de schapen uit en zij vinden weide, zij vinden leven. Dat is nu juist wat God wil voor ons: dat we leven bezitten en wel in overvloed.
Die Boodschap vinden we telkens opnieuw terug in de Bijbel.
Hier ligt dan de band met Roepingenzondag: God roept ons bij naam; Hij zoekt verbondenheid, wil ons ontmoeten en verlangt dat wij in vrijheid een antwoord geven. Zo wordt elke ontmoeting met God een roeping voor ons. Wij vinden een weg naar het leven door, zoals de schapen, te luisteren naar de stem van de herder. God wordt in de Bijbel vooral ervaren als de stem die mensen aanspreekt en hen de goede richting wijst: bij Abraham, Mozes, de profeten, de leerlingen van Jezus.
Dat is onze roeping vandaag: luisteren naar die stem van God om de weg van het leven te gaan. We zijn geroepen om mensen bij hun naam te noemen en hen de weg te wijzen waar het goed leven is. Deuren openen op leven: dat is onze roeping. Vandaag kan dat betekenen dat we een hulpactie voor vluchtelingen steunen, morgen dat we een zieke bezoeken; of gewoon vreugdevol dienstbaar zijn daar waar we leven en werken. Dan zullen we zinvol kunnen bidden voor roepingen, wanneer we als christen getuigenis afleggen dat zichzelf wegschenken, leven in dienst van anderen echt gelukkig maakt, leven geeft en wel in overvloed.
Pastor Chris