Het doet me denken aan de figuur van de dag - of beter: de figuur van gisteren - namelijk de afscheidnemende Amerikaanse president. De pers had het erover hoe hij op zijn laatste dag aan een hele hoop medestanders nog gratie heeft verleend. Het doet mij onwillekeurig denken aan de parabel van de rentmeester uit het 16e hoofdstuk van Lucas. U weet wel, die rentmeester, die net voor hij ontslagen zou worden, nog onrechtmatig geschenken uitdeelde in de hoop om vrienden te kopen voor later. Bij deze was er dan misschien niet het verlangen naar verandering, maar dan toch het verlangen dat de onafwendbare verandering toch zo gunstig mogelijk zou zijn voor hem.
Die vraag houdt soms ook mijzelf bezig. Ga ik later - binnenkort - geen spijt hebben over dingen die ik nu kan doen, maar niet doe? Na de eerste lockdown vroeg ik mij wel eens af wat ik met al die beschikbare tijd had gedaan: waarom ik niet méér 'achterstallige boeken' had gelezen en andere "dingen-voor-ooit-eens" gedaan. En nee, soms overkomt het mij dat de dagelijkse beslommeringen - 'wat zullen we eten, wat zullen we drinken...' - mij zo bezig houden, dat ik niet verder kijk. Beter toch maar eens denken wat ik nu kan doen, vooraleer het andermaal te laat is... Want ja, het zou onbescheiden zijn om mijzelf te beschouwen als een kind van het Licht, maar in de evangelische parabel prijst Jezus het zelfs in de onrechtvaardige rentmeester, dat hij tenminste wat vooruit gekeken heeft...
Tony, pastor