Maar laat mij geen nieuws strofe schrijven van "'k vraag het aan"; er is ondertussen veel veranderd. Tegenwoordig beseffen we amper als we het land verlaten en onze eigen regio lijkt toch zo pietepeuterig klein. We spreken over "het zeetje" wanneer we de grote plas bedoelen... Ja, het voelt tegenwoordig een beetje hip om vakantie te nemen in je eigen land. Zo ben ikzelf de laatste maanden heel regelmatig in de basiliek van Koekelberg: tja... hoeveel Brusselaars hebben die al gezien?
Vandaag gaan echter de grenzen opnieuw dicht. We mogen er niet meer uit... Waarom voelt dat 'zo beknellend? Ik wil, in weerwil van een mogelijke eerste indruk, zeker niet kneuterig overkomen en ik ben zelf tewerkgesteld in de eerste en oudste en misschien grootste multinational van de wereld, maar ik vraag me af of het in ons eigen land wel echt zo 'erg' is dat we er absoluut weg zouden moeten. Waarin ligt eigenlijk de aantrekkelijkheid van die exotische bestemming? Dat het daar zo mooi is? Zeker! Maar misschien ook wel dat we hier zo graag vandaan willen. Een gesloten grens confronteert me met mezelf en dat ga ik vaak liever uit de weg. Want ik ben groter, kleiner, dikker, dunner, hatelijker, lieftalliger... dan ikzelf zou willen. De eerste plaats om werkelijk thuis te komen, is echter bij mezelf. Maar wanneer ik met mezelf in de knoei lig, dan is een exotische vlucht een welgekomen uitweg...
Doe de grenzen maar snel weer open. Maar laten we de échte reis van het leven evenmin vermijden: die naar onszelf, naar de binnenkant, naar onze diepte, waar we ten volle thuis kunnen zijn. Want het is ondermeer daar dat God ons opwacht...
Tony, pastor