Dit winterweer roept ook beelden op van mijn kindertijd. Toen ik de kinderen van de buren in de tuin hoorde spelen, moest ik terugdenken aan de tijd dat mijn broer en ik een sneeuwman maakten. En mekaar bekogelden met sneeuwballen. Onze wijk zag er toen ook heel anders uit want de overkant van ons huis was onbebouwd en het verkeer in de straat was heel beperkt. We hadden dus een ideale helling om te sleeën, zelfs tot op de straat. Uren sneeuwpret hebben we zo beleefd.
Ik vind het dus heel fijn om te zien dat kinderen ook vandaag zo uitbundig kunnen genieten van de sneeuw. Zondag zag ik, terugkomend van het onthaal in de kerk, een groepje ouders staan babbelen. Hun kleine kinderen hadden een plastieken schepje in de hand, zo eentje waarmee je gewoonlijk in het zand speelt. Maar nu diende het om zoveel mogelijk sneeuw door het rioolrooster te krijgen. Ik stond even verwonderd te kijken!
En zo denk ik ook aan de Bijbeltekst waarin wordt gezegd dat we mogen worden als kinderen. Niet dat ik nu direct in de sneeuw ga spelen maar ik hoop dat ik een stukje onbevangenheid en openheid van een kind mag bewaren. Dat ik mag blijven weten en geloven dat ik kind van God ben. Vandaar dat ik getroffen was door de zin waarmee Bénédicte Lemmelijn haar gebed begint: “Lieve Vader, hier ben ik weer. U weet wel wie, uw kleinste kind.”
Pastor Chris