woensdag 11 augustus 2021

De hond, mijn vriend!

De geschiedenis met de Egyptische eendjes van vorige week (zie blog van 4 augustus) was niet mijn enige ontmoeting met de dierenwereld deze zomer (muggen en ander dergelijk fraais even buiten beschouwing gelaten). Tijdens één van mijn vakantiewandelingen gebeurde het immers dat ik, "in the middle of nowhere", een onbegeleide hond van een groter postuur naar mij toe zag komen. Ik ben niet zo sterk in de identificatie van dieren als sommigen en ik kon dus niet zeggen of dit een soort was met een vriendelijk karakter. Ik heb geleerd mij in zulke confrontaties altijd zeer nederig op te stellen en even aan de kant te gaan staan tot het dier gepasseerd is. Dat deed het echter niet, het bleef gewoon naast mij staan. Nu heb ik bij mijn wandelingen altijd een stok bij, uiteraard nooit om te slaan - honi soit qui mal y pense - maar toch om een opgewonden dier op afstand te houden. Zo was ik even ervoor nog maar aan een huis gepasseerd, waar de hond ten onrechte dacht dat ik de postbode was en zeer onvriendelijk op mij toestormde. Dan geeft zo'n stok juist de nodige tijd aan het iets later aanstormende baasje om zich te komen uitputten in verontschuldigingen. In dit tweede geval was er wel een halsband, maar geen baasje, maar was het dier ook helemaal niet opgewonden. Het bleef doodkalm, zelfs kwispelstaartend wachten tot ik in beweging kwam... om daarna in de rol te stappen van brave volgeling. Mijn aanvankelijke onrust ebde weg en maakte plaats voor besef van verantwoordelijkheid. (Zou er ergens een bezorgde 'vader' nu op uitkijk staan naar deze 'verloren zoon'?) Het dier liep soms even van de weg en ik beken dat ik mijn stap wel eens versnelde of vertraagde in de stille hoop dat de viervoeter de weg terug naar huis zou beginnen zoeken, maar dat gebeurde niet. Ik kwam al ongeveer terug op mijn verblijfplaats en mijn metgezel was nog steeds bij mij. Ik nam mijn gsm ter hand, het nummer van de hulpdiensten voor de geest, toen ik de halsband nader bekeek... en er een telefoonnummer zag op staan. Om kort te gaan: het dier woonde op een nabijgelegen erf en was niet aan zijn proefstuk toe. De eigenaar kwam het dier zwijgzaam ophalen en maakte zo een einde aan deze korte zomerse idylle...

Tony, pastor