Wie denkt nooit eens bij zichzelf: dit loopt op niets uit?
Zo dachten ook vele leerlingen die Jezus gevolgd waren; van de grote massa mensen bij de broodvermenigvuldiging blijven er maar weinig over. Dat Hij van zichzelf zegt: ‘Ik ben het brood des levens uit de hemel’ en vooral: ‘het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld.’ (Joh.6,51) is voor vele Joden meer dan een brug te ver. Die harde taal van Jezus is voor hen onaanvaardbaar. Zij geloven niet en verlaten Hem.
Ze kunnen niet geloven dat Jezus Gods Zoon is; ze kennen immers zijn familie.
Ook voor de twaalf is het geloven niet vanzelfsprekend.
Jezus stelt hen dan ook voor de keuze: ‘Jullie willen toch niet ook weggaan?’ (Joh.6,67)
Geloven is immers een vrije keuze.
En dan volgt de prachtige geloofsbelijdenis van Petrus: ‘Maar heer, naar wie zouden wij gaan? In uw woorden vinden we inderdaad eeuwig leven. Wij geloven vast en zeker dat u de heilige van god bent.’ (Joh. 6,68-69)
Moge het ook ons antwoord zijn op Jezus’ vraag!
Pastor Chris
Ik begrijp dat je soms aan Mij twijfelt – zegt God – en datje je afvraagt of geloven wel zin heeft.
(Erwin Roosen)
De maatschappij waarin je leeft, maakt het je op dat vlak ook niet gemakkelijk.
Toch hoop Ik dat je Mij blijft vertrouwen en dat de woorden van Petrus ook jouw woorden worden: ‘Naar wie zou ik gaan? Bij Jou vind ik eeuwig leven!’
Wat de mensen om je heen je ook toefluisteren of voorhouden, durf in Mij te geloven – zegt God – met heel je hart.
Léonard Gaultier,Christ Heals The Sick, probably c.1576-1580 -c- National Gallery of Art, via Wikimedia Commons |