Een tijdje geleden hadden we een gesprek over 'de Kerk in Brussel'. Daar zijn heel wat mooie zaken gezegd maar één iets is mij heel erg bij gebleven: "De kerk van Brussel zou moeten groeien in verbondenheid". Een gedachte die ik deelde maar waar ik niet direct zag hoe we er zouden kunnen aan werken. Het gaat niet over wat we organiseren maar over hoe we betrokken zijn op elkaar. Meer dan "hallo, alles goed?".
Het werd me nog duidelijker toen ik bezoek bracht aan een dame die op twee kamers woont. Ze was dolgelukkig dat ze me zag. Je bent deze week de eerste waar ik tegen spreek, zei ze mij. Dat kwam wel binnen. Ze praatte honderduit, ze was opgewekt en deed er alles aan opdat ik mij goed zou voelen. Er was geen speld tussen haar verhaal te krijgen. Haar zoon kwam elke week op bezoek, maar dat was ook de enige persoon in de week die langs kwam. Een geluk, zei ze, ik kan mij goed bezig houden met mijn brei- en haakwerkjes. Maar de gebroken stem liet horen dat ze het heel moeilijk had om zo veel alleen te zijn. Foute vrienden, verkeerde keuzes in het leven hebben ervoor gezorgd dat alle vroegere contacten verbroken waren. Het was alleen nog zij en haar zoon. Nu besefte ik ten volle wat het wilde zeggen 'niet verbonden zijn'. Het tegenovergestelde van verbondenheid is eenzaamheid.
Eenzaamheid is er niet niet enkel als je alleen op kamers woont. Ook in een grote menigte of op een familiefeest ken je je alleen voelen. Het kan ook in een volle kerk, eucharistie vieren en je eenzaam voelen... Als je je niet verbonden voelt met de gemeenschap, als je niet voelt dat je welkom bent, dan kan je je verdomd alleen voelen.
Zou het licht met Kerstmis straks niet nog meer schitteren als we weten dat wij zelf een lichtpuntje waren voor iemand die het heel hard nodig heeft?
Pastor Mariette