Op de ‘gewone’ zondagen in de tijd door het jaar lezen we in dit B-jaar uit het Marcusevangelie. Zondag na zondag volgen we het handelen en de prediking van Jezus. En zo horen we vandaag twee vergelijkingen waarmee Jezus ons iets wil leren over het ‘Rijk Gods’, de werkelijkheid die God wil en die onder ons groeit.
De eerste vergelijking gaat over een man die zijn land heeft bezaaid : « hij slaapt en staat op, ‘s nachts en overdag, en onderwijl kiemt het zaad en schiet het op, maar hij weet niet hoe ». Ik vind dat een prachtige zin en een bemoedigende gedachte. « Terwijl de boer slaapt » was de titel van een bekend boek over geloofsopvoeding in mijn jonge tijd… Wij proberen het geloof door te geven aan wie na ons komt, door catechese, verkondiging, door ons gelovig leven… en we hebben niet altijd de indruk dat het iets oplevert. En toch. God doet zijn werk terwijl het leven verder gaat. Het Rijk Gods groeit, ook als we de indruk hebben dat de Kerk slaapt. Aan ons is het om te zaaien, om te getuigen. De rest is het werk van God. Het doet me denken aan het gezegde : « doe uw best, God doet de rest ». Of we kunnen ook denken aan het mooie gedicht ‘de ploeg’ van Adriaan Roland Holst, dat een aantal jaren geleden nieuwe bekendheid kreeg toen een bekend politicus het onverwacht van buiten citeerde in het Belgisch parlement :
« Ik zal de halmen niet meer zien, noch binden ooit de volle schoven.
Maar doe mij in den oogst geloven, waarvoor ik dien ».
De tweede vergelijking is die van het mosterdzaadje: het hele kleine zaadje dat opschiet tot een grote boom. Zo is het met het Rijk Gods, de werkelijkheid die God wil. God is klein begonnen. Maar zijn werkelijkheid groeit onder ons. Soms hebben we de indruk dat die werkelijkheid terug inkrimpt. Maar sinds Jezus’ dood en verrijzenis weten we : God heeft het laatste woord. Laten we dus geduld hebben, ook met onszelf. En God aan het werk laten.
Pastor Benno.