dinsdag 29 juni 2021

Vriendelijkheidstherapie

Gedurende de voorbije weken heb ik een tijdje moeten doorbrengen in het ziekenhuis. Wat mij is opgevallen en bijblijft, naast de professionele deskundigheid van dokters en verplegenden, is hun vriendelijkheid. Ik weet niet of het er in alle ziekenhuizen zo aan toe gaat, maar in het ziekenhuis waar ik verbleef heeft men er blijkbaar een aandachtpunt van gemaakt om bijzonder vriendelijk te zijn tegen de patiënten. Professoren, dokters, verplegenden, hulpverplegenden, schoonmakers… zijn om ter vriendelijkst. Dat zorgt uiteraard voor een goeie sfeer. Daardoor voel je je als patiënt aanvaard, begrepen en ook gerustgesteld. En dat is, denk ik, al een eerste stap naar verbetering van je gezondheid.
Het ziekenhuis waar ik verbleef behoort niet tot de katholieke zuil. Maar juist daarom heeft de vriendelijkheid van alle zorgverlenenden daar me doen nadenken over de vriendelijkheid in de Kerk. Hoe staat het bij ons? Hoe staat het met de vriendelijkheid in onze bisdommen, onze parochies, onze gemeenschappen? Paus Franciscus heeft ooit in een interview de Kerk vergeleken met “een veldhospitaal net na de slag”. Een veldhospitaal is een noodhospitaal tijdens de oorlog of bij een noodtoestand waar de gewonden worden opgevangen en een eerste verzorging krijgen. “Het heeft geen zin om aan een zwaargewonde te vragen hoe hoog zijn cholesterolgehalte is en hoe het zit met zijn suikergehalte. Men moet eerst zijn wonden helen, pas nadien kan men over de rest praten. Wonden helen, wonden verzorgen… en men moet van onderuit beginnen” zei de paus in dat interview.
Wonden helen, wonden verzorgen… in een tijd van verharding van oordeel en zeden lijkt me de vriendelijkheid een belangrijke geneeswijze voor de wonden en kwalen van mensen in onze samenleving, een goede therapie in het veldhospitaal dat de Kerk is. Maar het is wel een heel intensieve therapie. Ze vraagt veel energie. We kennen allemaal ambetante pastores en moeilijke parochianen (we zijn het misschien soms zelf..). Soms moet je op je tanden bijten om vriendelijk te blijven, zoals het personeel in de ziekenhuizen bij moeilijke patiënten. Gelukkig is de vriendelijkheid één van de negen vruchten van de Geest (Galaten 5,22). We staan er dus niet alleen voor: vriendelijkheid is iets dat de Geest je kan geven en in je kan doen groeien, als je maar wil meewerken.
Vandaag, 29 juni, vieren we in één feest de apostelen Petrus en Paulus, de twee steunpilaren van de Kerk: Petrus was de eerste paus en Paulus de eerste theoloog. Beiden hadden een uitgesproken karakter en waren dus waarschijnlijk zelf niet van de gemakkelijksten, maar ze sporen ons toch aan tot vriendelijkheid in het veldhospitaal van de Kerk. Zo schrijft Petrus in zijn eerste brief (1,22-23): “Nu gij uw ziel gereinigd hebt door de waarheid gehoorzaam te aanvaarden, moet gij elkander beminnen met oprechte broederliefde, met hart en vurigheid, als mensen die opnieuw geboren zijn”. En Paulus schrijft in zijn brief aan de christenen van Filippi (4,5): “Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. De Heer is nabij”. Door onze vriendelijkheid kunnen wij mensen doen aanvoelen dat ze niet alleen zijn, dat de Heer hun nabij is. Vriendelijkheid is een beproefde therapie bij velerlei kwalen en allerlei wonden.

Pastor Benno.

Foto door Anna Tarazevich via Pexels

“er zit kracht in vriendelijkheid”