Doorgaans streven we er in deze ruimte naar om een vrolijke en zeker hoopvolle toon aan te slaan. U zal me hopelijk niet al te zeer kwalijk nemen dat ik daar vandaag iets minder in luk. Ik ben immers nogal onder de indruk van het overlijdensbericht, dat mij deze ochtend bereikte. De persoon in kwestie heeft het jaren lang moeilijk gehad. Er was een probleem van verslaving, dat bijna alle relaties had stuk gemaakt. Ik was contact blijven zoeken, al voelde ik wel dat ik wat op afstand werd gehouden en niet echt binnen mocht. Een beleefd en hoffelijk praatje op gezette tijden, sinds covid alleen nog per telefoon. Het is mij niet duidelijk wat er op het einde juist gebeurd is. Men vermoed dat de dood al enkele weken geleden gekomen is, als een dief in de nacht. Het zou kunnen dat het laatste telefoontje dat ik pakweg een maand geleden had, behoort tot de laatste contacten die er zijn geweest, wie weet, misschien zelfs het allerlaatste.
Ik geef toe dat ik er wat koud van word en behoorlijk aangeslagen ben. Hoe kan het toch dat eenzaamheid zo vreselijk kan toeslaan, zo vlakbij, zo onder onze ogen en wij er alleen maar machteloos bij kunnen verwijlen? Natuurlijk is een mens vrij en moeten we die vrijheid respecteren, zelfs waarderen. Maar het kan zo machteloos maken... Het enige wat rest is een gebed; de ander aan Gods zorg toevertrouwen; het is niet zonder betekenis en het troost tegelijk.
Het doet mij ook beter verstaan hoezeer wij mensen er zijn voor elkaar. Ik ga het straffer zeggen: hoezeer wij slechts bestaan, indien we er zijn voor elkaar. Dat is waartoe God ons geroepen, ja, gemaakt heeft. Ondertussen kan ik misschien nog wat extra proberen om te zien waar mensen in nood zijn, en wie weet, er in beperkte mate ook iets aan doen...
Tony, pastor