Maar in dit stukje verwijst het vooreerst letterlijk naar mijn linkeroog. Mijn oog en mijn oogarts waren het roerend eens dat een cataractoperatie nodig waren. Daar kon ik moeilijk tegenop. Dus vertrok ik vorige woensdag om 6 uur richting Deltaziekenhuis in Oudergem waar ik om 7 uur moest zijn. In het donker ziet alles er toch anders uit, ongekender in elk geval. Om toch niet verkeerd te lopen sprak ik een jonge dame aan die ook uit de metro kwam. Tot mijn verbazing antwoordde zij op mijn vraag: “Kom maar gerust met mij mee, ik werk sinds maandag in het ziekenhuis.”
Aangezien mijn oogarts zelf de operatie uitvoerde en ik het acht jaar geleden als eens meegemaakt had voor mijn rechteroog, had ik er alle vertrouwen in dat alles goed zou verlopen. Dat was ook zo.
En nog voor 10 uur mocht ik al terug naar huis. De oorspronkelijke idee om met de metro terug huiswaarts te keren, was buiten mijn oog gerekend. Van een helder zicht was niet echt sprake.
Tot mijn grote vreugde zag ik bij het verlaten van het ziekenhuis, een taxi staan. De vriendelijke en voorzichtige chauffeur bracht mijn veilig thuis. ‘Het oog wil ook wat’: die verdere dag vooral rust en op tijd en stond twee druppels. Het wazig zicht verdween langzaam aan en werd een helderder zicht met levendige kleuren en een scherper zicht.
“Zie je het weer meer zitten?”, vroeg iemand. “Ja’, want beter kunnen zien, letterlijk maar ook figuurlijk waar het op aankomt, daar kan je alleen maar dankbaar om zijn.
Pastor Chris