Ik ben afkomstig uit Geel, als u dat nog niet wist. Geel is een grote gemeente – nu zelfs een stad- in de provincie Antwerpen. Ze is al eeuwen bekend om de verzorging van geesteszieken door ‘gezinsverpleging’: mensen met psychische problemen wonen in bij de plaatselijke bevolking, delen hun leven, helpen in het huishouden en – vroeger vooral- op het veld. Dit soort ‘therapie van het dagelijkse leven’ wordt intussen nagevolgd op meerdere plaatsen in de wereld. Maar in Geel gebeurt dit al sinds de Middeleeuwen. Dat komt zo. In Geel werd en wordt namelijk de heilige Dimpna vereerd. Zij was een Ierse prinses die volgens de legende ergens in de zevende eeuw leefde. Toen haar moeder gestorven was, wilde haar vader, een heidense koning, met haar trouwen, omdat ze de enige was die zo mooi was als haar moeder. Dimpna, die christen was, weigerde uiteraard zulk een incestueus huwelijk en vluchtte met haar biechtvader Gerebernus in een bootje overzee. Ze kwamen in Antwerpen terecht en voeren zo verder langs de Nete tot in Geel, waar ze zich vestigden. Haar vader ging haar met zijn soldaten achterna en kwam haar op het spoor. Verblind door zijn waanzinnige begeerte sloeg hij met het zwaard zijn eigen dochter het hoofd af. Ook Gerebernus werd ter dood gebracht. Hun lichamen werden door de inwoners van Geel piëteitsvol begraven. Mensen kwamen bidden bij het graf van Dimpna en er gebeurden wonderen. Vooral ‘simpelen van geest’ en geesteszieken vonden genezing of minstens vertroosting door te bidden tot Dimpna, die had weerstaan aan de waanzin van haar vader. Zo ontstond de verering van Dimpna. Mensen met psychische problemen kwamen naar Geel om te bidden bij de relieken van Dimpna, die ondertussen in een speciaal daarvoor gebouwde kerk waren ondergebracht. Doorgaans verbleven de pelgrims voor negen dagen – de tijd van een noveen- in Geel en werden ze ondergebracht bij de inwoners. Een aantal van hen bleef in Geel wonen omdat ze zich daar goed voelden. Zo ontstond de ‘gezinsverpleging’ in Geel, wat de gemeente de eretitel ‘barmhartige stede’ opleverde.
Het verhaal van Dimpna wordt natuurlijk beschreven in haar ‘vita’, haar heiligenleven. Het werd ook uitgebeeld op schilderijen. Zo heeft Goossen Van der Weyden – kleinzoon van Rogier – in 1505 een prachtig altaarstuk gemaakt met acht taferelen uit het leven van Dimpna, voor de abdijkerk van Tongerlo, niet ver van Geel. Na een aantal omzwervingen sinds de Franse revolutie werd dit monumentale werk aangekocht door de Vlaamse ‘Phoebus Foundation’ en gerestaureerd. Het is nu te zien in een interessante tentoonstelling in de Sint-Dimnakerk in Geel, onder het motto: ‘zot van Dimpna’. Het verhaal van een sterke vrouw die ons aanspoort om niet toe te geven aan de waanzin van geweld in al zijn vormen en ons inspireert om aandacht te hebben voor de zwakken en eenvoudigen in ons midden.
Pastor Benno.
|
Het
terugvinden van de sarcofagen van Dimpna en Gerebernus in Geel. Eén
van de taferelen van het altaarstuk van Goossen Van der Weyden © Phoebus Foundation |