Ik vond het afscheid nog om een andere reden aandoenlijk. Ik herinner mij nog dat ik Martine Tanghe op de televisie zag beginnen. Ik was dertien jaar, ik keek toen zo goed als alle dagen naar het TV journaal (dat toen nog niet door een nieuwsanker, maar door een beurtrol van journalisten werd gepresenteerd). Het is een soort herinneringen dat mij wat week maakt. Al ben ik achteraf niet zo'n trouwe televisiekijker gebleven - al dertig jaar heb ik geen toestel in huis - ik heb toch het gevoel dat ik op zekere wijze de hele loopbaan van deze journaliste heb meegemaakt. De eerste keer dat ik iemand met pensioen zie gaan, die ik ook heb weten beginnen...
Ik denk terug aan een oude tante, die mijn ouders en ikzelf vaak gingen bezoeken toen ik nog geen tien was (oud is zeker het woord, ze moet toen vijf jaar jonger geweest zijn dan ik nu ben...). Bij elk bezoek jammerde ze 'dat ze oud geworden was' omdat haar jonge krachten meer en meer begaven". Ineens herken ik dat en voelt een oude tante aan alsof ze een jongere zus was. Omdat ik niet in een mijmering over de vergankelijkheid van alles wil verdwijnen, moet ik terugdenken aan de mensen, die in al die jaren voor mij iets hebben betekend. Of ook: degene voor wie ikzelf misschien iets heb betekend, meestal zonder dat ik het zelf wist. Er zijn er vele bij, in wie ik God heb vermoed - of ontmoet. Het is een gedachte die tegelijk warm en jong maakt: toekomst, die het verleden glimlachend omhelst. Daar kan geen covid tegenop...
Tony, pastor