zaterdag 5 december 2020

Stilstaan bij de kerststal in de advent: tweede week

Het is een mooie gewoonte om tijdens de advent onze kerststal week na week op te bouwen. Het is iets om samen met de kinderen of kleinkinderen te doen, om hen bewuster naar Kerstmis te helpen toeleven, maar het kan ook een meditatiemoment zijn voor grote mensen.
Vorige week hebben we de lege kerststal met de os en de ezel en de voederbak (kribbe) gezet (zie de blog van 28 november). Nu gaan we, op de vooravond van de tweede adventszondag of in de loop van de tweede adventsweek, de beelden van de herders met hun schapen erbij zetten. Waarom nu? De herders kwamen toch op bezoek in Bethlehem na de geboorte van Jezus? Ja, natuurlijk. Maar in de eerste lezing van deze tweede adventszondag -uit de deutero-Jesaja, over wie we het hadden in de adventsconferentie- horen we prachtige woorden over een herder: “Zie, God de Heer komt met kracht… Als een herder zal Hij zijn schapen weiden, in zijn armen ze samenbrengen, de lammeren dragen tegen zijn boezem, de schapen met zachte hand geleiden”. Deze woorden zijn voor ons werkelijkheid geworden in Jezus. In Hem is God naar ons toegekomen, ons komen zoeken zoals een goede herder naar zijn verloren schaap zoekt (Lc 15,1-8). Hij zoekt naar ieder van ons, Hij wil ons dragen en samenbrengen in zijn armen, ons tegen zijn boezem drukken, ons geleiden op paden van vrede naar een goede toekomst. Telkens als we deze week naar de herders bij de kerststal kijken, kunnen we daarover mediteren. En bidden met psalm 23: “De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort. Hij laat mij wijden op groene velden. Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten, Hij geeft mij weer frisse moed. Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden, omwille van zijn Naam. Al voert mijn weg door donkere kloven, ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt. Uw stok en uw herdersstaf geven mij moed en vertrouwen”.

Pastor Benno.