Op de derde, vierde en vijfde zondag van de veertigdagentijd lezen we in het B-jaar teksten uit het Johannesevangelie die ons helpen mediteren over het Paasmysterie: Jezus’ kruisdood en verrijzenis.
In een discussie naar aanleiding van het wegjagen van de kooplui uit de tempel, zegt Jezus: “Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen”. De omstaanders begrijpen niet waarover Jezus het heeft: hoe kan je nu een machtig gebouw waaraan zesenveertig jaar is gewerkt, in drie dagen heropbouwen? Maar de evangelist voegt er voor ons de uitleg aan toe:
“Jezus sprak over de tempel van zijn lichaam. Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden, herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden in de Schrift en in het woord dat Jezus gesproken had.”
De apostelen en de eerste leerlingen zijn pas na Jezus’ verrijzenis de draagwijdte van Jezus’ woorden gaan inzien. Wij daarentegen bereiden ons voor om Pasen te vieren, maar wij weten tegelijk al dat Jezus verrezen is. En wij worden uitgenodigd om te ‘geloven’: ons leven op Jezus te richten. Want als Hij verrezen is -als Hij leeft- dan kunnen wij leven in verbondenheid, in vriendschap met Hem. Elke veertigdagentijd is een uitnodiging om onze relatie met Jezus te verdiepen: meer en meer te beseffen dat Hij leeft, om te gaan leven vanuit zijn kracht en zo leven-gevend te zijn in zijn spoor.
Pastor Benno