Deze Joodse Paasweek valt dit jaar dus tijdens onze Goede Week. Ook in onze liturgie – die we dit jaar helaas weer niet samen kunnen vieren – zijn er verwijzingen naar dat Joodse Paasmaal.
Het begon al in de liturgie van Palmzondag, in het Lijdensverhaal volgens Marcus, waar eerst over het Laatste Avondmaal wordt verteld, dat gebeurde “op de eerste dag van het ongedesemd brood, de dag waarop men het paaslam slacht…” (Mc 14,12).
Op Witte Donderdag wordt in de eerste lezing de viering van het eerste Joodse Paasmaal verhaald vóór de Joden wegtrokken uit Egypte (Exodus 12) en gedenken we hoe Jezus ons tijdens de viering van dit Paasmaal met zijn apostelen de eucharistie heeft gegeven.
Tijdens onze Paaswake wordt steeds het verhaal van de doortocht van het Joodse volk door de Rode Zee, op weg naar de vrijheid (Exodus 14). Voor ons mag dit een verwijzing naar ons doopsel zijn: doorheen het water van het doopsel zijn ook wij naar het leven in ware vrijheid getrokken.
Dit jaar kunnen we de liturgie van de Goede Week weer niet samen vieren, maar we kunnen ze op meerdere manieren intens meebeleven, ook in persoonlijk gebed. Laten we daarbij twee woorden onthouden: uittocht en doortocht.
Jezus doet zijn doortocht doorheen de dood naar de verrijzenis, doorheen sterven naar nieuw leven.
Met Hem doen wij sinds ons doopsel de uittocht uit de slavernij van de ikzucht naar nieuw leven met Hem en voor elkaar, zelfs over de dood heen.
Een zalige paastocht!
Pastor Benno.