Zondag 25 april : Vierde Paaszondag – B (Johannes 10,11-18)
Op de vierde paaszondag lezen we als evangelie geen verrijzenisverhaal meer in de eigenlijke zin, maar luisteren we naar de levende Jezus die aan zijn leerlingen en dus aan ons de betekenis van zijn zending en van zijn dood en verrijzenis uitlegt. « Ik ben de goede herder » zegt Jezus ons vandaag. Een herder leidt zijn schapen, hij brengt hen naar goede weidegrond, hij zorgt voor hen. Hij laat zijn schapen niet in de steek als er gevaar dreigt. Maar vooral : « de goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen ». Dat is het wat Jezus heeft gedaan. Op het kruis heeft Hij zijn leven voor ons gegeven. Zijn sterven is niet vergeefs geweest. Het is niet ‘op niets’ uitgedraaid. Hij is verrezen. God heeft getoond dat Hij sterker is dan dood en kwaad. Dood en kwaad hebben niet het laatste woord in deze wereld. Maar ook niet in ons persoonlijk leven. Het mysterie van Jezus’ kruisdood is voor elk van ons begin van nieuw leven. En dat nieuwe leven ‘beleven’ we in een persoonlijke relatie met de levende Christus. « Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij » zegt Jezus dan ook. « De mijnen » is een letterlijke en oude vertaling die slaat op de schapen, dus op ons : ‘Ik ken mijn schapen, Ik ken de mensen die bij Mij horen’ zegt Jezus dus. « Kennen » in de Bijbel heeft een interpersoonlijke betekenis. Zoals wij ook zeggen van twee mensen die een relatie begonnen zijn : ‘ze hebben kennis’. Precies zo is het met onze relatie met Jezus : wij mogen leven in een liefdesrelatie, een vriendschapsrelatie met Hem. En onze relatie met Jezus ligt in dezelfde lijn als de relatie van Jezus met zijn Vader : « Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en en Ik de Vader ken ».
Christen-zijn is veel meer dan het aanvaarden van een aantal principes of waarden. Het is ‘kennis hebben’ met Jezus en door Hem met de Vader. En vanuit die relatie naar onze medemensen gaan.
Omwille van het evangelie van de Goede Herder is de vierde paaszondag ook ‘roepingenzondag’ geworden. We denken aan hen die geroepen en gezonden zijn om op een specifieke manier mee te werken met Jezus, de Goede Herder, als priester, diaken, pastorale werker of werkster… Maar we worden er evenzeer van bewust gemaakt dat elke christen is geroepen om te ‘herderen’ met Jezus : om herder en herderin te zijn voor de anderen, om voor elkaar te zorgen, in Jezus’ Naam.
Pastor Benno.