Een grapje uit de tijd van het rijke roomse leven. We mogen al eens lachen. Zeker in de paastijd. In de Middeleeuwen was er trouwens de ‘paaslach’, in het Latijn: ‘risus paschalis’. Vóór de mis op eerste of tweede paasdag ging de priester tussen de mensen staan en vertelde enkele moppen, waardoor het kerkvolk in lachen uitbarstte. Want op Pasen mocht er terug gelachen worden, na de ernst van de vasten. Bovendien, God had zelf de grootste grap ooit uitgehaald: Hij had de duivel om de tuin geleid. Die dacht dat hij gewonnen had, toen hij Jezus ter dood had kunnen laten brengen. Maar God was slimmer geweest: Jezus is verrezen. Daar had de duivel niet aan gedacht: dat iemand uit de dood zou kunnen opstaan! Zo had God de duivel voor de gek gehouden en belachelijk gemaakt. Al zijn moeite was voor niets geweest. Daar mag eens goed om gelachen worden. De gedachte dat God de duivel heeft bedrogen door de verrijzenis van Christus is trouwens door een aantal kerkvaders ontwikkeld.
De ‘risus paschalis’ is in onbruik geraakt na de Middeleeuwen. De moppen werden al eens te plat of aangebrand. De reformatie kon er niet mee lachen en de contra-reformatie vond het maar niets.
En toch. Lachen is gezond. Er bestaat zelfs een ‘lachtherapie’. Je kan ook ‘lachen in al je ellende’. En je hebt natuurlijk vele soorten van lach. Je hebt de paaslach, maar ook de paasglimlach. Laten we in deze corona-paastijd eens één en ander uitproberen.
Hoe dan ook, beter een mop dan gemopper.
De kortste preek.
Titel: de dood van Jezus.
Inhoud: is anders uitgedraaid.
Amen.
Pastor Benno.
De bisschop van Passau in Duitsland vertelt elk jaar na de paaswake een mopje voor de ‘risus paschalis’. In volgend filmpje gaat het over twee kinderen, Maxi en Julia. Ze mogen voor de eerste keer met hun ouders mee naar de paaswake. Als ze thuiskomen vraagt oma: “En, wat vonden jullie ervan?”. Maxi antwoordt: “het heeft veel te lang geduurd. Ik vond er niks aan”. Julia antwoordt: “Ik vond het geweldig. Al die mensen die de hele tijd zongen “ allee, Julia!”.