Vorige zaterdag mocht ik voorgaan in de viering voor de vijftigste verjaardag van een kerkwijding, eigenlijk piepjong voor een kerk. Toevallig schreef ik hier enkele weken geleden dat ikzelf exact vijftig jaar geleden naar het eerste leerjaar ging en zat te zweten op "De vos is in het bos." en "Fik is bij de kip.", de eerste zinnetjes die ik voorgeschoteld kreeg. Op datzelfde ogenblik werd elders dus een nieuwe kerk gewijd en was het feest. Ik probeer mij de vreugde voor te stellen van de mensen: voortaan moesten ze niet meer elke week zoveel kilometer afleggen om naar de kerk te gaan, maar konden ze in eigen omgeving vieren, dopen, huwen, begraven. God is immers bij ons komen wonen! Kerkwijding is een heel mooi feest, dat nog vaak miskend wordt...
We hebben vele kerkgebouwen en ze zijn enigszins evident geworden. Zoals zoveel, is het pas wanneer we ze moeten missen, dat we beseffen wat ze eigenlijk voor ons betekenen. Als er ergens een kerk in - ik zeg maar wat - een groot warenhuis wordt omgevormd dan gebeurt het dat heel de buurt - ook de ongelovigen - in opstand komt omdat dan plots/pas duidelijk wordt welke schat er riskeert te verdwijnen. Het is natuurlijk waar dat er momenteel eigenlijk te veel kerken zijn voor de behoeften van de gelovigen, zelfs als we die zeer ruim rekenen. Afstanden afleggen ligt vandaag anders dan in het verleden. En soms moet een mens nu eenmaal afscheid nemen van wat kostbaar is. Maar het maakt ons toch rijker om te beseffen hoe kostbaar ze zijn: al die gratis plaatsen vlakbij waar God zich zomaar laat aanspreken...
Tony, pastor