Eigenlijk gaat het om een Pinkstercantate, maar ze is toch ook zinvol bij het begin van het nieuwe pastorale en muzikale jaar.
Oorspronkelijk was dit een huwelijkscantate, die Bach heeft omgevormd tot een cantate voor Pinksterdag. Daarvoor moest hij eigenlijk niet veel veranderen aan de oorspronkelijke tekst van de onbekende librettist. Het ‘eeuwig vuur, de oorsprong der liefde’ is God, die de oorsprong is van de liefde tussen mensen. Dat geldt zowel voor het huwelijksleven als voor het leven van de Kerkgemeenschap. De relatie tussen God en zijn volk, tussen Christus en de Kerk en tussen Christus en de ziel, wordt in de Bijbel en daarna door vele christelijke auteurs beschreven als een huwelijksrelatie. Zoals man en vrouw voor altijd met elkaar verbonden zijn, zo heeft God zich in Christus voor altijd met ons verbonden. Hij draagt en deelt ons leven, Hij woont bij ons. “Du willst bei Menschen gerne sein, drum sei das Herze dein” zingt de tenor in het eerste recitatief: “Gij wilt graag bij mensen zijn, daarom behore het hart u toe”. God is graag bij ons, mensen. Hij is “geen vreemde God gebleven” zingt Huub Oosterhuis in één van zijn liederen: God is geen verre afstandelijke God, geen abstracte idee, geen onpersoonlijke kracht. God is liefde: persoonlijke, gerichte liefde. Hij heeft ervoor gekozen om naar ons toe te komen in Jezus, omdat Hij graag bij ons is, omdat Hij ons graag ziet. Zoals ook wij graag zijn bij degenen die we liefhebben, zo wil God graag bij ons vertoeven. In de mooie aria zingt de alt dan ook: “Wohl euch, ihr auserwählten Seelen, die Gott zur Wohnung ausersehn”: het ga jullie goed, uitverkoren zielen, die God als woning heeft uitgezocht”.
Vandaag, 21 september, gedenken we de heilige evangelist Matteüs. Hij heeft één van de vier evangelies geschreven, waarin het relaas van Gods verblijf bij ons in Jezus wordt verteld. Zo kunnen we instemmen met het slotkoor van de cantate: “Dankt, Gott hat an euch gedacht”. Wij danken God, want Hij heeft aan ons gedacht.
Pastor Benno