We sluiten het liturgisch jaar af met het feest van Christus-Koning. Christus is onze koning, onze leidsman. Onder zijn leiding trekken wij door het leven en scheppen we ruimte voor het Rijk van God.
Maar het rare van de zaak is dat we dit jaar als evangelie van dit feest een stukje uit het Lijdensverhaal volgens Lucas te horen krijgen. Onze koning, onze leider, is blijkbaar iemand die op een kruis is gestorven: de vernederende dood van een misdadiger heeft ondergaan, tussen twee misdadigers die met Hem ter dood veroordeeld waren. Wat voor een koning kan dat zijn? Kan zo iemand ons naar het ware geluk leiden? Kan zo’n mislukkeling ons inspireren in ons menselijk bezig-zijn?
De leiders van het volk en de Romeinse soldaten bespotten Hem, ze lachen Hem uit. Ze zien Hem als een oproerkraaier wiens kortstondig succes definitief voorbij is. Bovenaan het kruis hangt een opschrift met de reden van zijn terdoodveroordeling: « Dit is de koning der Joden ». De zoveelste opstandeling tegen het gevestigde politieke en religieuze gezag komt aan zijn eind.
Is daarmee alles gezegd, of toch niet? Voor die keuze stelt ons dit evangelie.
Eén van de twee misdadigers die met Jezus gekruisigd werden, trekt in zijn wanhoop de kaart van de spotters: « Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons ». Voor hem is dit het einde.
De andere misdadiger hoopt op een nieuw begin, ook voor hemzelf: « Jezus, denk aan mij wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt ».
Die twee houdingen verwijzen naar de keuze waarvoor uiteindelijk ook wij gesteld worden: ofwel zijn de komst en de boodschap van Jezus een maat voor niets geweest, ofwel is Hij degene die ons kan ‘redden’ uit de absurditeit, uit de zinloosheid, en is zijn dood een nieuw begin. Al wie voor dat nieuwe begin kiest, krijgt te horen: « Voorwaar, Ik zeg u: vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs ». Een paradijs van zinvol leven, dat nu begint en nooit eindigt.
Pastor Benno.