Hebt u in de voorbije dagen ook driekoningentaart gegeten? Wie de boon heeft, mag de kroon opzetten. Ik had de boon (in dit geval een porseleinen figuurtje, zoals meestal tegenwoordig). Dus mocht ik de kroon opzetten. Het deed me denken aan de tekst van Luc Versteylen: de parabel van ‘iedereen een kroontje’.
Er was eens een klein klasje en in dat klasje en daar hadden alle kinderen een kroontje op. Niemand van de kinderen vond dat vreemd, want ze waren het gewoon.
Maar op een keer kwam er daar in dat klasje een inspecteur binnen. Die komt van tijd tot tijd eens kijken of alles goed gaat in de school. En verschieten dat hij deed, want dat had hij nog nooit gezien.
“Hoe kan dat nu?”, riep hij uit. “Kroontjes worden toch alleen maar gedragen door de besten van de klas?”.
“Dat is het juist!”, lachten de kinderen. “Wij zijn allemaal de beste van de klas”.
Hoe zit dat, wou de inspecteur vragen, maar hij was een vriendelijk man en ook een klein beetje nieuwsgierig. En daarom vroeg hij: “Vertel mij eens allemaal, waarom jullie ieder een kroontje dragen.”
En zij allemaal aan het vertellen: omdat ik het vlugste kan lezen; ik, omdat ik het snelste kan tellen; en ik, omdat ik het mooist kan schrijven. En de inspecteur luisterde maar.
Nu zat er vooraan in de klas een jongetje en dat zag er niet erg slim uit. Maar ook hij droeg heel fier een kroontje. Dus je kan wel denken hoe benieuwd de inspecteur was naar wat het jongetje ging zeggen. En jawel hoor, daar was het zijn beurt. En even fier als al de anderen stond hij recht en sprak met luide stem:
“Omdat ik het velste kan splinge …”
Pastor Benno
Foto: Lucas Lissnyder |