Vandaag wordt paus Emeritus Benedictus XVI ten grave gedragen. Het is nog maar de vierde keer in mijn leven dat ik het overlijden van een paus heb beleefd (hetgeen nog eens bewijst hoe jong ik (nog) ben). Benedictus was ongetwijfeld een man waar veel over kan gezegd worden, zoals de levensbeschrijvingen de laatste dagen in de pers nogmaals duidelijk maken. Was hij op leerstellig gebied of op het vlak van de huwelijks- of biomedische moraal niet altijd de meest populaire figuur, op het vlak van de sociale leer maakt hij zeker vernieuwende keuzes. Dat hij voor bepaalde teksten zelfs door theoloog Hans Kung geprezen werd, zegt veel. Het is eigen aan een groot figuur, dat hij of zij zich niet laat vatten door één beeld, één karikatuur allicht – wat we bij bepaalde staatshoofden op het Amerikaanse continent wel eens hebben gezien, als waren dat stripfiguren. Nee, wie ruimte maakt voor nuance geeft blijk van zoeken naar waarheid.
Ik heb me wel eens afgevraagd wat er nodig is opdat een mens, als eerste in zes eeuwen, vrijwillig afstand doet van zo’n functie. Van op afstand lijkt dat misschien een gemakkelijke beslissing. Ik kan het mij alleen voorstellen in het kader van het soort beslissingen, die genomen worden in de ruimte waar een mens tegenover zijn God staat. Daar waar men, bevrijd van alle stoorzenders en in groot ontzag, alleen gefocust is op wat God zelf vraagt. Het is de ruimte van het persoonlijke gebed. Het gebeurt vaker dat de meest onmogelijk gewaande beslissingen zo haalbare opties worden.
Benedictus was een man van gebed. Nog meer dan al het andere, maakt dat hem groot.
Tony, pastor