De kersttijd is nu wel helemaal voorbij. De ‘tijd door het jaar’, de ‘gewone tijd’, is begonnen. En toch is er in het evangelie van deze zondag nog een verwijzing naar Kerstmis. Er wordt een tekst uit de profeet Jesaja geciteerd die we hebben gehoord in de eerste lezing van de kerstwake : « Het volk dat in de duisternis zat, heeft een groot licht aanschouwd ; en over hen die in het land van doodse duisternis gezeten waren, over hen is een licht opgegaan ». Zo wordt de band gemaakt met het kerstgebeuren : Jezus, wiens geboorte we pas hebben gevierd, komt licht brengen in het duister van ons bestaan en van onze wereld. In de komende weken en maanden wordt ons zoals elk jaar doorheen de evangelies duidelijk gemaakt wat dat betekent. Zo mogen we zondag na zondag, jaar na jaar, Jezus beter leren kennen : meer en meer ons door Hem laten ‘verlichten’.
Vandaag spreekt Jezus ons al direct aan. Hij laat als het ware al dadelijk zijn licht over ons schijnen. « Bekeert u ; want het Rijk der hemelen is nabij », zegt Hij aan de mensen en zo aan ons. Het ‘Rijk der hemelen’ betekent : het Rijk van God, de werkelijkheid die God wil. Je bekeren, dat is niet zozeer ineens heel vroom gaan leven, maar wel : je naar God toekeren en daarom je afkeren van alles wat je van Hem en van de anderen verwijdert. Openstaan voor God en voor de anderen dus. Zo kan Jezus’ licht in ons leven schijnen.
Aan enkele apostelen, vissers die bezig waren hun net uit te werpen, zegt Jezus vervolgens : « Komt, volgt Mij ; Ik zal u vissers van mensen maken ». Ook met die woorden spreekt Jezus ons aan. Ook wij mogen Hem ‘volgen’, met Hem door het leven gaan en medemensen ‘opvissen’, hen doen voelen dat ze niet alleen zijn en dat er Iemand is die op hen wacht en hen graag ziet.
Pastor Benno