Het kan banaal klinken. Is luisteren dan niet vanzelfsprekend? We zijn toch altijd aan het luisteren, allemaal, overal: voortdurend is er muziek, radio of televisie of andere en de momenten van complete stilte zijn behoorlijk zeldzaam. Hoe kan luisteren dan bijzonder zijn? Het blijkt bij nader inzien moeilijker dan je eerst zou denken. Echt luisteren wil immers zeggen dat je hoort wat de ander wil zeggen en het niet wegduwt. Hoe vaak maak je niet mee dat moeilijke vragen, uitgesproken angsten of intens beleefde pijn een beetje ‘weggeduwd’ worden, begraven onder ongetwijfeld goed bedoelde nietszeggende veralgemeningen. “Het gaat wel over!”, “Maak je geen zorgen!”, “We spreken daar wel een andere keer over!”… De ander blijft dan niet zelden eenzaam achter, wat verweesd omdat er voor zijn emotie of gedachte geen begrip komt. Echt luisteren wil zeggen dat je bereid bent om te horen wat de ander zegt, zelfs al is het misschien wat onaangenaam en is het anders dan wat je op dat moment wil vernemen. Luisteren vraagt dan ook tijd: je moet ervoor eerst bij jezelf komen, vooraleer je de innerlijke rust kunt vinden om je voor de ander open te stellen.
Ik denk dat het geen toeval is dat het allereerste Joodse gebod begint met het wood “luister”, want daarmee begint elke relatie, dus ook deze met God! (zie hier)
Zou het geheim van veel van de Evangelische wonderen niet daar liggen: dat Jezus kon luisteren? Ieder die zich ooit beluisterd voelde, kan wel beamen: luisteren zelf is een medicijn!
Tony, pastor