Vrijdagavond, 19u57. In de loop van de namiddag had ik al oproepen gekregen om mee te doen met het applaus voor de zorgverleners om 20u. Iemand vroeg ook om de klokken te luiden. Ook in het TV-journaal worden we uitgenodigd om te applaudisseren om 20u. Ik trek het raam open. Het is heel stil in de straat. Een dame komt voorbij met haar hondje. Beiden zijn zich blijkbaar van niets bewust. Niet van plan om te applaudisseren. Zeker de hond niet. Er is niet veel licht bij de buren. Tegenover mij zijn er een aantal studentenkoten. Niemand thuis. De studenten zijn allemaal naar hun ouders, denk ik. Gaat er hier wel iemand applaudisseren? Kan ik alleen aan mijn raam staan in mijn handen te klappen? Het wordt acht uur. En dan begint het. Iemand begint te applaudisseren. Ergens. Ik zie niet waar. Er komt geroep en gefluit. Dus toch! Mensen komen in hun deur staan om mee te applaudisseren. In mijn enthousiasme spurt ik nog gauw naar de kerk en laat de klokken toch luiden. Ik ga op straat staan. Nog meer mensen komen buiten om te applaudisseren en geluid te maken. We kijken lachend naar elkaar. Dankbaar om wat zovele dokters, verplegenden en vrijwilligers doen in deze virustijd. Maar ook blij omdat we samen iets doen. Samen applaudisseren, samen geluid maken geeft moed. Het versterkt het samenhorigheidsgevoel. We shall overcome. Wat altijd is geweest, blijkt ook nu weer: solidariteit geeft zin aan het leven. Elkaar dragen maakt het leven draaglijk. Is dat ook niet de boodschap van het evangelie? You’ll never walk alone.
Pastor Benno
Hebt u het ook gehoord? Mensen die om 20 u op hun balkon kwamen staan om te applaudisseren voor allen die werken in de zorg? Of hebt u meegedaan? Het zou goed zijn! We kunnen hen deze dagen niet genoeg bloemetjes toewerpen, want werkzaam zijn in de zorg, om dagen waarop iedereen moet afstand houden en zij niet anders kunnen dan toch dichtbij komen... Het verdient een erg groot applaus!
Een paar dagen geleden deed ik wat boodschappen. De winkel was bijna onherkenbaar: file buiten, weinig volk binnen. Maar wat mij trof was het ongeduld van een aantal klanten en het onvermoeibare geduld van het personeel. Ook het personeel van de nog open zijnde winkels verdient een applaus. En de klanten die wél geduldig hun boodschappen doen toch ook een beetje.
En dan is er de post: de postbodes blijven toch maar hun ronde doen. Ineens is iedereen er zich van bewust dat zij een belangrijke taak hebben. Ik wil ook voor mijn facteur wel even applaudisseren!
De scholen geven geen les meer. Maar ze zijn niet gesloten. Nog altijd zijn er mensen bezig met opvang van kinderen of met leerprogramma's uit te werken voor hen. Applaus voor de leerkrachten!
Applaus voor al diegenen die nog aan de slag zijn. Hun beroep is aangewezen als essentieel voor de samenleving, wat een geluk dat ze er zijn!
Applaus voor wie leiding geven: zij zijn een gemakkelijke schietschijf, maar zetten zich evengoed in voor het algemeen welzijn.
Maar ook dichter bij huis: applaus voor al degenen die eraan denken om de last van medemensen te helpen dragen door een telefoontje of welke kleine attentie ook. Ineens weten we hoe kostbaar dat is.
Applaus voor al degenen die het persoonlijk moeilijk hebben, maar toch hun best blijven doen om voor hun huisgenoten... het niet lastiger te maken.
Applaus voor al degenen die proberen om anderen te bemoedigen en die blijven aandacht vestigen op de menselijkheid, waartoe we geroepen zijn.
Mag ik nog verder gaan? Applaus voor de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der Hemelen.
Applaus voor de zachtmoedigen, de vredebrengers, de barmhartigen...
Tony, pastor.