maandag 30 maart 2020

Ritueel

Vaste rituelen zijn goed voor ons. Dat wisten we al langer. Ze geven structuur, regelmaat en dus rust aan het dagelijkse leven. Zo kan bijvoorbeeld een vast ritueel voor het slapengaan ons helpen om makkelijker de slaap te vatten. Zoals velen onder u heb ik sinds de coronacrisis een nieuw vast ritueel: het applaus van 20 u. Maar bij mij komt er nog bij dat ik de klok mag luiden. Ik besef dat ik daarmee een geprivilegieerde positie heb. U mag om 20 u. in uw handen klappen, roepen, fluiten, zingen, met een pollepel op een metalen deksel slaan, trompet spelen of wat dan ook , maar ik mag de klok luiden! Geweldig, toch? Ik heb altijd graag de klokken geluid, dus voor mij is dat een aangename plicht. Elke avond voltrekt zich hetzelfde ritueel. Om 19:50 u. ga ik naar beneden om door de tuin van de pastorij van Stokkel naar de kerk te gaan. Ik kom voorbij het raam van Mevrouw Dhont, onze kerkbewaarster (‘moeder overste’ voor de kwaadsprekers) die op de benedenverdieping van de pastorij woont en zie haar zitten in haar zetel. Ze steekt haar hand naar mij op. Ik groet terug. Ik maak de deur van de kerk open, steek enkele lichten aan en maak de deuren van de benedenkerk open, zodat ik tijdens het luiden op straat kan mee gaan applaudisseren. Veelal heb ik dan nog even tijd voor een kort gebed. Enkele seconden vóór 20 u. duw ik op de knop die de klok moet doen luiden. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er nog niet in geslaagd ben om de klok stipt om 20 u. te laten luiden. Zo’n klok moet namelijk eerst een aantal keer zwaaien voordat de klepel de klok raakt, heb ik ondertussen geleerd. Maar ik geef niet op. Ik kan elke dag oefenen. Natuurlijk zou ik de klok ook kunnen laten programmeren, zodat ze automatisch om 20 u. luidt, zoals voor de vieringen. Maar dat vertik ik. Ik laat me dit plezier niet ontnemen. Bovendien gaat het om een sociaal gebeuren. Als de klok aan het luiden gaat, stap ik door de benedenkerk en ga de straat op om mee te applaudisseren. Ik zwaai naar de dame aan de overkant, die in haar raam staat te kloppen. Wij kennen elkaar. Het doet deugd mekaar elke dag te groeten. Aan de overkant van het kruispunt staat een gezin dat ik vroeger niet kende. Wij zwaaien nu ook elke keer naar elkaar. En nog naar andere mensen die staan te kloppen. Als de klok stopt met luiden, ga ik de kapel binnen en zing het ‘Salve Regina’, de oude Maria-groet die dikwijls wordt gezongen aan het eind van de dag. Ik weet dat een aantal mensen op hetzelfde moment bij hen thuis met mij meezingen. Ook dat geeft een gevoel van verbondenheid. Dan doe ik het licht uit, sluit de deuren en stap door de tuin terug naar de pastorij. Ik steek mijn hand weer op naar Madame Dhont en ga naar boven. Ik heb een tiental mensen gezien en gegroet. Ik heb de klok geluid en geapplaudisseerd samen met heel het land. Ik heb gebeden en gezongen in verbondenheid met vrienden. You’ll never walk alone.

Pastor Benno.