Dezer dagen bruist het opnieuw in Brussel. Vorig weekend waren het de Irisfeesten, morgen, zaterdag 14 mei, is het de Zinneke Parade, het Kunstenfestivaldesarts loopt de ganse maand mei, de Koningin Elisabethwedstrijd voor cello is begonnen, … En ik zou nog een tijdje kunnen doorgaan. Het is alsof Brussel na twee jaar corona opnieuw herleeft. Dat zie je ook in de straten, op de pleinen en op de terrasjes. Het goede weer speelt hierbij natuurlijk ook een belangrijke rol. Ik moet bekennen dat ik echt van Brussel hou. Ik ben dan ook een stadsmens, maar Brussel ligt als stad bij mij toch wel in de bovenste lade. En ik weet wel, er valt veel kritiek te uiten op Brussel, soms vloek ik ook wel eens op dingen die me ergeren. Maar geef nu toe, in heel België is er toch geen stad zoals Brussel! Brussel leeft en er is altijd wat te beleven. En de veelkleurigheid die je er aantreft is juist de charme van deze stad. Brussel is alternatief, vernieuwend, hier en daar wat ‘schmutzig’, maar dit laatste behoort nu eenmaal tot de charmes van een stad die een echte trendsetter is. En ik weet wel, veel mensen houden niet van Brussel. Ik merk het zo vaak als bijvoorbeeld familie of vrienden uit West-Vlaanderen (de streek waarvan ik afkomstig ben) naar de stad afzakken. Vaak is het met enige schrik, en vinden ze de stad te overweldigend. Ook zijn er mensen die de stad ontvluchten en er wegtrekken, en dit om tal van redenen die goed te begrijpen zijn. Maar wat mij betreft heeft deze stad mijn hart echt wel gestolen. Ik voel me er als een vis in het water. Ook als pastoraal werkveld vind ik Brussel uitermate uitdagend. Heel vaak hoor je beweren dat de toekomst van de Kerk in de stad ligt. Dat geloof ik graag! Trouwens is in het verleden de stad ook steeds de plek geweest waar de Kerk het meest tot ontplooiing kwam. De stad is een smeltkroes van mensen van allerlei slag, en velen van hen zijn op zoek naar verinnerlijking en verdieping, anderen zijn dan weer op zoek naar manieren om zich in te zetten voor diegenen die uit de boot vallen. Er stijgen in de stad ontzettend veel vragen op, vragen van allerlei slag. Bijgevolg ligt er voor ons als Kerk in een stad als Brussel een enorme roeping. We kunnen in de stad als Kerk werkelijk iets betekenen. Hoe we dat moeten doen, dat vergt vandaag de dag veel creativiteit, en we hebben nog een hele weg te gaan. Maar dit maakt het des te boeiender. Ik ben dan ook dankbaar aan deze uitdagende opdracht te mogen meewerken. Ik hoop dat ook jij hieraan wil meebouwen. Laten we samen Kerk vormen in deze boeiende omgeving, laten we iets betekenen voor mensen vandaag. Laten we samen zoeken hoe we in onze stad lichtbakens kunnen zijn, op een nieuwe, eigentijdse manier. Maar om in die opdracht te kunnen slagen, moeten we natuurlijk de stad en haar mensen graag zien. Laten we die liefde dus maar uitzingen, samen met Angèle (de grote winnares van de afgelopen MIA’s): Bruxelles, je t’aime!
(PS.: graag maak ik hier van de gelegenheid ook nog even gebruik om publiciteit te maken voor het recente boek ‘Brussel. 75 inspirerende plaatsen’ onlangs uitgegeven bij Halewijn i.s.m. Tochten van Hoop)