Hij had zich als vrijwilliger bij zijn bisschop aangeboden om als priester tussen de melaatsen te gaan leven en werken. Op 9 mei 1873 scheepte hij in, samen met de bisschop, die hem wilde vergezellen tot op de landtong van Molokaï en met 50 melaatsen die verplicht naar daar werden overgebracht.
Farrow beschrijft wat er gebeurde in de ochtend van 10 mei 1873 als volgt.
“In het schemerige, kille uur voor zonsopgang kwam het schip te liggen voor het gedeelte van de kust (Kalawao), waar de melaatsen aan land zouden moeten gaan. … De twee geestelijken lieten zich langs de schuine flanken van het schip zakken in de reddingsboot, en werden daarna met andere passagiers naar de wal geroeid. … Uit de snel aan wal lopende boot konden de inzittenden zien, dat dringende mensen hen stonden op te wachten. … De mensen die hen begroetten schenen overblijfselen van levende wezens, zo verrot en opgeblazen dat zij op niets meer geleken. Toen de bisschop Damiaan’s reactie bij deze gruwelijke aanblik opmerkte, gaf hij hem vol begrip een kans om terug te komen op zijn beslissing. Maar Damiaan schudde gedecideerd zijn hoofd… Daar hij geen woorden kon vinden om tegen Damiaan te zeggen, wendde de bisschop zich tot de melaatsen, die hen rondom stonden aan te gapen. ‘Tot nu toe, mijn kinderen,’ zei hij in hun taal, ‘zijt ge verlaten en onverzorgd geweest. Maar dat zal niet langer zo zijn. Ik heb u iemand gebracht, die een vader voor u zal wezen, en die u zo liefheeft, dat hij voor uw welzijn en ter wille van uw onsterfelijke zielen, niet aarzelt om één van de uwen te worden, om met u te leven en te sterven’”.
En zo is geschied. De bisschop vertrok en Damiaan begon aan zijn grootse taak. Hij inspireert nog steeds vele mensen. Moge hij ook ons inspireren om te doen wat moet gedaan worden ‘voor het welzijn van de mensen en ter wille van hun onsterfelijke zielen’.
Heilige Pater Damiaan, grootste Belg, bid voor ons.
Pastor Benno.